Jeremia 33 vers 18
… en aan de Levietische priesters zal geen man voor Mijn aangezicht ontbreken die het brandoffer brengt, het graanoffer in rook laat opgaan en het slachtoffer bereidt, alle dagen. Deze plaats brengt ons in het Duizendjarig Rijk en men ziet ondubbelzinnig dat dan weer de verschillende offers – weliswaar op een andere grondslag dan die van de genade – gebracht zullen worden. Men mag niet vergeten dat Israël een aards volk is, dat weliswaar onder de vredesscepter van zijn grote...
Jeremia 33 vers 3
“Roep tot Mij, en Ik zal u antwoorden, Ik zal u grote en onbegrijpelijke dingen bekendmaken, die u niet weet.” Jeremia werd in de gevangenis opgesloten omdat hij namens God het oordeel aan het afvallige volk had aangekondigd. “Stuur hen van voor Mijn aangezicht weg,” had God hem in hoofdstuk 15 vers 1 gezegd. Hij kon de verontreiniging van Zijn volk niet meer verdragen; maar van hen die temidden van de afval Hem getrouw aanhangen, wendt Hij Zijn ogen niet...
Jeremia 35 vers 16
De Rechabieten waren een tak van de Kenieten; zij bewoonden het land Kanaän vóór Israël (1 Kronieken 2:55; Genesis 15:19). Samen met de andere bewoners van het land stonden zij onder het oordeel van God. Vermoedelijk stammen zij uit de familie van Jethro, de schoonvader van Mozes, en zijn ze met de kinderen van Juda uit de Palmstad getrokken naar de woestijn van Juda om bij het volk van God te wonen (Richteren 1:16). Zo ontvluchtten ze het oordeel. Hoofdstuk...
Jeremia 36 vers 23-24
“Terwijl de koning in het winterpaleis zat – het was de negende maand – met vóór hem een brandend kolenbekken, gebeurde het, zodra Jehudi drie of vier kolommen had voorgelezen, dat de koning ze met een schrijversmes afsneed en in het vuur wierp dat in het kolenbekken was, totdat heel de rol verteerd was in het vuur dat in het kolenbekken was.” Hoe sta jij tegenover het Woord van God? Jojakim, de koning van Juda, deed was boos...
Jeremia 38 vers 11
Zo nam Ebed-Melech de mannen onder zijn bevel, ging het huis van de koning binnen tot onder de schatkamer, en nam vandaar versleten kleren en versleten lompen mee. Die liet hij met touwen naar beneden, naar Jeremia in de put. Jeremia werd gehaat vanwege zijn ware getuigenis voor God. Hij getuigde trouw vóór koning Zedekia dat God oordeel zou brengen over al de mensen vanwege hun zonden. Een dergelijk bericht was kwaad in de ogen van prominente ambtenaren van het...
Jesaja 11 vers 3
“Zijn ruiken zal zijn in de vreze des HEEREN. Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen”. Dit vers beschrijft het karakter van de regering van de Heer Jezus in het duizendjarig rijk. In tegenstelling met de vaak onrechtvaardige, partijdige of zelfs willekeurige rechtspraak van vele heersers van deze wereld, draagt Zijn regering een stempel van absolute gerechtigheid. “Gerechtigheid en recht zijn het fundament van Uw troon, goedertierenheid en...
Jesaja 29:1-16 (1)
Ongeloof en oordelen Indeling van Jesaja’s profetie Jesaja’s profetie valt uiteen in twee omvangrijke profetische gedeelten en een kleiner historisch tussen-gedeelte. Hoofdstuk 1-35 omvat het eerste profetische gedeelte, hoofdstuk 36-39 het historische tussen-gedeelte, en hoofdstuk 40-66 het tweede profetische gedeelte. Hoofdstuk 1-35 belicht met name Israëls afvalligheid en Gods onvermijdelijke, veelal toekomstige, oordelen daarover. “Wee het zondige volk”, begint de profeet, “volk van zware ongerechtigheid, nageslacht van kwaaddoeners, kinderen die verderf aanrichten! Zij hebben de HEERE verlaten, de Heilige van...
Jesaja 29:17-24 (2)
Geloof en zegeningen In deze tweedelige studie staan we stil bij Jesaja 29. Vorige keer hebben we de verzen 1-16 bestudeerd. Daarin worden de stad Jeruzalem en het volk Israël zware oordelen aangezegd. De oorzaak voor deze oordelen wordt genoemd in de verzen 13-14a: “Omdat dit volk tot Mij nadert met zijn mond en zij Mij eren met hun lippen, maar hun hart ver van Mij houden, en hun vrees voor Mij slechts een aangeleerd gebod van mensen is …”....
Jesaja 3 vers 9
“Zoals Sodom maken zij hun zonden openlijk bekend, zij verbergen ze niet. Wee hun ziel, want zij doen zichzelf kwaad aan”. Wat de profeet Jesaja hier zei over zijn tijdgenoten is vandaag aan de dag in de praktijk normaal. Niets is te zondig om te verbreiden via de media. De publieke opinie is er al lang aan gewend geraakt en is er volledig mee eens geworden. Kan dat ook van God gezegd worden? Nadat God had getracht de mensen in...
Jesaja 30 vers 15
“Want zo zegt de Heere, HEERE, de Heilige van Israël: door terugkeer en rust zou u verlost worden, in stilheid en vertrouwen zou uw sterkte zijn …” Stilheid en vertrouwen Het getuigd altijd van zwakheid wanneer we onszelf kwellen, we twijfelen en we wantrouwen. Waarom zouden we onszelf plagen totdat alleen nog huid en botten over zijn? Kunnen we iets winnen door angst of tobben? Maken we ons niet onbekwaam om te handelen en verbrijzelen we zo niet onze geest,...