3 maanden geleden

Jeremia 31 vers 20

“Is Efraïm voor Mij niet een dierbare zoon, is hij voor Mij niet een lievelingskind? Want zo dikwijls als Ik tot hem spreek, denk Ik nog voortdurend aan hem. Daarom is Mijn binnenste bewogen over hem, Ik zal Mij zeker over hem ontfermen, spreekt de HEERE.”

Hier laat God ons zien wat er in Zijn hart omgaat en leren we welke pijn Zijn aardse volk Israël, hier voorgesteld door de stam van Efraïm, Hem heeft aangedaan. Ze wilden de levende God niet meer dienen en geen acht meer slaan op Zijn geboden. Zelfs door Jeremia en vele andere profeten heen weigerde Israël de waarschuwingen van God op te volgen. Ze bleven volharden in kwaad en afgoderij. Daarom bracht God uiteindelijk zware problemen over hen, om hen over te halen naar Hem terug te keren.

Ook tegenwoordig heeft God geduld met mensen die onverschillig tegenover Hem staan. Zijn motief is liefde, zelfs wanneer Hij hen tot zich wil trekken door middel van wat een wreed lot lijkt. Drongen de woorden van God: “Daarom is Mijn binnenste bewogen over hem, Ik zal Mij zeker over hem ontfermen …” maar door in het hart en geweten van hen die zich tot nu toe niet om Hem bekommerd hebben!

De onvoorstelbare liefde van God voor hen die niets met Hem te maken willen hebben, had niet duidelijker getoond kunnen worden dan toen Hij Zijn Zoon zond voor de redding van de wereld: “Want zo [1] lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft” (Joh.3:16).

God heeft ons lief. Hij heeft het bewezen; daarom moeten we Hem vertrouwen. Laten we onze harten openen voor Zijn liefde door naar Hem terug te keren en Zijn Zoon in ons leven te ontvangen door geloof!

 

NOOT:
1. ‘Zo’ slaat op de grootte óf de aard van Gods liefde.

 

© The Good Seed; 2014

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW