“Zijn ruiken zal zijn in de vreze des HEEREN. Hij zal niet oordelen naar wat Zijn ogen zien en Hij zal niet vonnissen naar wat Zijn oren horen”.
Dit vers beschrijft het karakter van de regering van de Heer Jezus in het duizendjarig rijk. In tegenstelling met de vaak onrechtvaardige, partijdige of zelfs willekeurige rechtspraak van vele heersers van deze wereld, draagt Zijn regering een stempel van absolute gerechtigheid. “Gerechtigheid en recht zijn het fundament van Uw troon, goedertierenheid en trouw gaan voor Uw aangezicht uit” (Ps. 89:15).
Zo zal de Heer Jezus juist niet naar “de ogen zien” rechtspreken of naar het “horen zeggen” oordelen. Dat was wel de wijze waarop vele koningen van Israël regeerden en daarom was de tijd van hun regering niet tot eer van God. Zij hebben niet naar het woord gehandeld: “Voor koningen is het een gruwel goddeloos te handelen, …”; daarom hebben zij ook niet de belofte ontvangen: “want door gerechtigheid wordt een troon bevestigd” (Spr. 16:12). Alleen de Heer zal in staat zijn in deze wereld de morele grondbeginselen van een regering en rechtspraak, die overeenstemmen met God, weer te geven, omdat Hij Zelf Gods Zoon is. Alleen door Zijn regering zal God verheerlijkt worden, want altijd al “is Zijn ruiken in de vreze des HEEREN”.
Laten wij ook de morele lering uit dit vers ter harte nemen! Hoe gemakkelijk oordelen ook wij voorbarig naar het “horen zeggen” en naar het oppervlakkige “naar de ogen zien” of vellen wij een hard oordeel over iemand, hoewel ons de dingen alleen door derden verteld werden. Maar God verwacht van iedere gelovige een praktische gerechtigheid.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW