Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (30)
“En David zei tegen de priester Abjathar, de zoon van Achimelech: Breng mij toch de efod. En Abjathar bracht de efod bij David. Toen raadpleegde David de HEERE en zei: Zal ik deze bende achtervolgen? Zal ik ze inhalen? En Hij zei tegen hem: Achtervolg ze, want u zult ze zeker inhalen, en u zult de gevangenen zeker bevrijden” (1 Sam. 30:7-8). In het vers van vandaag zien we nog een belangrijk gebied waarop David zich in de Heer bemoedigde:...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (5)
“De HEERE is goed, Hij is tot een vesting op de dag van de benauwdheid. Hij kent hen die tot Hem hun toevlucht nemen” (Nah. 1:7). Nahum had de opdracht te profeteren tegen de stad Ninevé. Als je dit korte boek van drie hoofdstukken doorleest, realiseer je je, dat het een boek vol van oordeel is. Dit kan moeilijk zijn geweest voor een man wiens naam troost of vertroosting betekent. Ik ben er zeker van, dat hij liever iemand...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (6)
“Met mijn stem roep ik tot de HEERE, met mijn stem smeek ik de HEERE. Ik stort mijn klacht uit voor Zijn aangezicht, ik maak voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid bekend” (Ps. 142:2-3). De titel van de Psalm vertelt ons dat het een overdenking van David is en een gebed toen hij in de grot was. Wat dit ons niet vertelt is welke grot. David zocht zijn toevlucht in twee grotten, Adullam en Engedi. Dit vond waarschijnlijk plaats in Adullam,...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (7)
“Wees mij genadig, o God, wees mij genadig, want mijn ziel heeft tot U de toevlucht genomen; ik neem mijn toevlucht onder de schaduw van Uw vleugels, totdat de rampen voorbij zijn gegaan” (Ps. 57:2). Psalm 57 is nog een van Davids psalmen die vanuit een grot geschreven is. In Psalm 142 is David op zijn dieptepunt, maar in Psalm 57 vinden we David op zijn knieën. We zagen in Psalm 142 dat David diep verwond was en in...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (8)
“De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verbrijzelden van geest” (Ps. 34:19) Tijdens Davids “grot-crisis” hebben we hem voor Gods aangezicht gezien in Psalm 142; en – als het ware – op zijn knieën in Psalm 57. We kijken opnieuw in Psalm 34 en zien, dat David zijn vertrouwen in de Heer had gevonden. In Psalm 142 verklaarde hij, dat hem de mogelijkheid tot ontvluchten die hij in de grot had gezocht, ontbrak. Psalm 34...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (9)
“Op de dag dat ik vrees, vertrouw ík op U. In God prijs ik Zijn woord, op God vertrouw ik, ik vrees niet; wat zou een schepsel mij kunnen doen?” (Ps. 56:4-5) Vanaf het begin van deze Psalm is het duidelijk, dat David druk van buitenaf ondervond. Hij roept de Heer aan om genade: “Wees mij genadig o God” (vs. 2). Zijn moeilijkheden brachten hem op een punt waar hij bereid was op de Heer te vertrouwen. Net als...