p

0123456789ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWZ
9 jaar geleden

Psalm 139 vers 9-10; Jona 2:1

“Nam ik vleugels van de dageraad, woonde ik aan het einde van de zee, ook daar zou Uw hand mij leiden en Uw rechterhand mij vasthouden”. “Toen bad Jona tot de HEERE, zijn God, vanuit het binnenste van de vis”. Psalm 139 stelt ons op een opvallende manier de eigenschappen van onze God voor. Vers 1-6 spreekt over Zijn alwetendheid – Hij weet alles. Vers 7-12 spreekt over Zijn alomtegenwoordigheid – Hij is overal. Vers 13-16 spreekt over Zijn almacht...

Lees verder
4 jaar geleden

Psalm 14 vers 1 en 53 vers 1

“De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God.” Dit vers uit de Psalm, dat tweemaal in de Bijbel voorkomt, betekent niet dat atheïsten geen intelligente mensen zijn. Integendeel, Paulus zegt in zijn brief aan de gemeente in Korinthe, dat de “wijzen” onder de christenen in de minderheid zijn (1 Kor. 1:26). Om Gods aanbod van verlossing aan te nemen heeft men geen hoog intelligentiequotiënt nodig, maar in de eerste plaats eenvoudig geloof in God. God heeft ons van...

Lees verder
5 jaar geleden

Psalm 14 vers 2-3

“De HEERE heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht. Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goeddoet, zelfs niet één.”   Kunnen doden horen? Er zijn veel christenen die alleen de menselijke kant zien als het gaat om de bekering van de mens. Voor hen is het raadsbesluit van God meer een voorkennis van wat de mens op een dag zal doen....

Lees verder
4 jaar geleden

Psalm 141 vers 2

“Laat mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht staan, laat mijn opgeheven handen als het avondoffer zijn.” Over het algemeen beschouwen wij het gebed als een waardevol middel tot zegen voor de mensheid, maar zelden denken wij eraan, dat het iets is dat Gods hart verblijdt. Er zijn boeken geschreven over “altijd bidden en de moed niet verliezen” (verg. Luk. 18:1), maar daarin wordt zelden vermeld dat bidden een handeling is die de Vader welgevallig is. Het is heel duidelijk...

Lees verder
3 jaar geleden

Psalm 142 vers 4

“Toen mijn geest in mij bezweek, kende Ú mijn pad.” David ging van onbekendheid naar bekendheid toen de profeet Samuël naar het huis van David kwam en hem zalfde als de volgende koning van Israël. De roem van David groeide nog meer toen hij Goliath versloeg. David werd een zeer succesvolle bevelhebber en werd een begrip (1 Sam. 18:30). De beste vriend van David was de zoon van de koning, Jonathan, en hij trouwde zelfs met één van de dochters...

Lees verder
1 jaar geleden

Psalm 146 vers 1-2

“Mijn ziel, loof de HEERE. Ik zal de HEERE loven in mijn leven, ik zal voor mijn God psalmen zingen zolang ik er nog ben.” Onder de Indianen   Amerika in 1755: Indianen vallen een Duitse nederzetting aan. De man en zonen van een godvrezende vrouw worden gedood en haar negenjarige dochter Regina wordt ontvoerd. De Duitse koloniste is in grote nood. Ze troost zich vaak met een lied dat ze ook haar kinderen heeft geleerd: <<Alleen en toch niet helemaal...

Lees verder
5 jaar geleden

Psalm 18 (1)

Bijbelgedeelte: Psalm 18 vers 1-20 “Hij zei: Ik heb U hartelijk lief, HEERE, mijn sterkte” (Ps 18:2).   Deze psalm komt twee keer voor in de Bijbel. David schreef dit lied nadat de Heer hem had bevrijd uit de hand van al zijn vijanden en uit de hand van Saul. In het tweede boek Samuel, in de geschiedenis van David, wordt deze psalm ook genoemd. Maar de eerste woorden van de psalm – ons vers van de dag – staan...

Lees verder
5 jaar geleden

Psalm 18 (2)

Bijbelgedeelte: Psalm 18 vers 21-40 “… met mijn God spring ik over een muur” (Ps. 18:30).   David begint met een opsomming van zijn trouw aan God en Gods trouw aan de gelovige. Het is een lied van dankzegging, dat in alle toonaarden wordt uitgedrukt. David ervoer dat God bij hem was, toen hij erom vroeg. God bracht licht in zijn duisternis. Deze kennis maakte van David een held. Met dit bewustzijn was hij in staat om de oprukkende vijand...

Lees verder
5 jaar geleden

Psalm 18 (3)

Bijbelgedeelte:  Psalm 18 vers 41-51 “De HEERE leeft, en geloofd zij mijn rots, geroemd zij de God van mijn heil!” (Ps. 18:47)   De reeks van zegen van de Messias (want het gaat over Hem in deze Psalm) wordt voortgezet. Op deze reeks van zegen geeft hij eer aan de Heer. De Heer zorgde ervoor, dat Zijn vijanden geen kracht meer hadden en verslagen werden. Deze vijanden vonden geen gehoor bij de Heer, omdat er geen oprecht berouw was. Zij...

Lees verder
6 jaar geleden

Psalm 18 vers 30

“Want met U ren ik door een legerbende, met mijn God spring ik over een muur” (Ps. 18:30). Enorme moeilijkheden …   Koning David leefde ongeveer 3000 jaar geleden en dichtte vele psalmen. In zijn leven raakte hij vaak in de knoei en werd hij meer dan eens geconfronteerd met onoverkomelijke moeilijkheden. Het was hem duidelijk: alleen kom ik niet verder. Maar hem was het ook duidelijk: met mijn God kan ik het toch redden, met Hem kan ik door...

Lees verder