“Mijn ziel, loof de HEERE. Ik zal de HEERE loven in mijn leven, ik zal voor mijn God psalmen zingen zolang ik er nog ben.”
Onder de Indianen
Amerika in 1755: Indianen vallen een Duitse nederzetting aan. De man en zonen van een godvrezende vrouw worden gedood en haar negenjarige dochter Regina wordt ontvoerd. De Duitse koloniste is in grote nood. Ze troost zich vaak met een lied dat ze ook haar kinderen heeft geleerd: <<Alleen en toch niet helemaal alleen / ben ik in mijn eenzaamheid / want als ik helemaal verlaten lijk / verkort Jezus Zelf mijn tijd.>>
Negen moeilijke jaren gaan voorbij en dan gloort er hoop: ze hoort dat de Indianen hun gevangenen vrijlaten. Ongeduldig gaat ze naar de plek waar de bevrijde mannen in lange rijen staan te wachten tot ze door iemand herkend worden en naar huis worden gebracht. Met een bonzend hart bekijkt ze elke jonge vrouw aandachtig. Ze heeft het beeld van een negenjarige in haar geestesoog en probeert zich nu voor te stellen hoe haar dochter er op haar achttiende uit zou kunnen zien. Nu heeft ze de rijen doorlopen – zonder Regina te vinden. Opnieuw onderneemt ze de moeilijke wandeling langs de voormalige gevangenen. Weer zonder succes. Leeft Regina echt niet meer? Tranen vullen haar ogen, verdriet probeert haar keel te smoren. Met haar laatste krachten zingt ze: “Alleen en toch niet helemaal alleen…” Een jonge vrouw stormt op haar af en slaat haar armen om haar nek. Ze herkent haar moeder aan het lied en haar stem. En om de verbaasde moeder te overtuigen, zingt Regina het lied zelf tot het einde. Er is geen twijfel mogelijk: door het lied hebben ze elkaar weer gevonden.
Dit nogal ongewone maar getuigende verhaal zou ons moeten motiveren om onze kleintjes zo vroeg mogelijk goede christelijke liederen bij te brengen. Het zal een zegen voor hen zijn – hoe hun leven er ook uit zal zien!
© www.bibelstudium.de; Gerrid Setzer
Online in het Duits sinds 21.02.2007.
Geplaatst in: Christendom, Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW