Bijbelgedeelte: Psalm 18 vers 1-20
“Hij zei: Ik heb U hartelijk lief, HEERE, mijn sterkte” (Ps 18:2).
Deze psalm komt twee keer voor in de Bijbel. David schreef dit lied nadat de Heer hem had bevrijd uit de hand van al zijn vijanden en uit de hand van Saul. In het tweede boek Samuel, in de geschiedenis van David, wordt deze psalm ook genoemd. Maar de eerste woorden van de psalm – ons vers van de dag – staan er niet bij. Later moet David deze psalm opnieuw hebben geschreven en aan de koorleider hebben opgedragen. Terugdenkend aan alle keren dat de Heer hem redde, begon hij met deze woorden. Wij zouden hetzelfde moeten doen: Terugdenkend aan alle zegeningen waar de Heer ons mee gezegend heeft. Dan zullen wij zeker deze woorden van David herhalen.
Over het algemeen zeggen we niet zo snel, dat we de Heer liefhebben. En dat is begrijpelijk. Want als we ons leven eerlijk beoordelen in het licht van God, moeten we maar al te vaak vaststellen, dat het er niet op lijkt dat we de Heer liefhebben. Onze liefde tot Hem is zwak. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad en Zijn Zoon gegeven heeft (zie 1 Joh. 4:10,19). En Zijn liefde is oneindig veel sterker dan onze liefde. Daarom mogen wij het, ondanks onze zwakheid, toch zeggen: wij hebben U lief! Tegelijkertijd is er een gebed in ons hart, dat deze liefde meer zichtbaar mag worden in ons leven. En de Heer zal ons te hulp komen in onze zwakheid. Want Hij is onze kracht. Dat gold voor David en dat geldt ook voor ons. Zoals de Heer David bevrijdde uit de hand van koning Saul, zo heeft Hij ook ons bevrijd uit de hand van de duivel, de overste van deze wereld. En ook van onze andere vijand: ons ‘ik’.
Net als bij David, zal Hij ook bij ons zijn, elke dag. Zijn liefde garandeert dat. Hij heeft ons hartelijk lief.
© www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 23.10.2011.
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW