3 jaar geleden

Psalm 14 vers 2-3

“De HEERE heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht.
Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goeddoet, zelfs niet één.”

 

Kunnen doden horen?

Er zijn veel christenen die alleen de menselijke kant zien als het gaat om de bekering van de mens. Voor hen is het raadsbesluit van God meer een voorkennis van wat de mens op een dag zal doen. Ze spreken graag over de “vrije wil” van de mens. Men moet echter begrijpen, dat de mens niet echt vrij is – want hij is verkocht onder de zonde en een slaaf van Satan sinds de zondeval. Dit is alles behalve vrij zijn! Als God zo’n zondig mens niet tot Zich trekt, zal hij nooit tot Hem komen. Want er is niemand die God zoekt (Ps. 14:2,3). Niemand zal zich bekeren tenzij de goedheid van God hem daartoe leidt.

Toch moet men mijns inziens niet zo ver gaan te zeggen, dat de mens zichzelf niet kan bekeren (zoals soms gebeurt). Hij zal het niet uit eigen beweging doen – dat is duidelijk. De zondaar houdt zich niet aan de wet, noch onderwerpt hij zich aan het evangelie. Maar hij kán het toch doen. Het bevel om zich te bekeren en te geloven is niet zoiets als een olifant vragen om te vliegen. Het is een bevel, dat de mens kán opvolgen – hij moet het alleen willen. “Laat hij die wil, [het] levenswater nemen om niet” (Openb. 22:17).

Maar, kan iemand tegenwerpen: De mens is dood in overtredingen en zonden (Ef. 2:1) – en een dood mens kan zichzelf niet helpen. Ja, dat is de zienswijze, die we in de Efeze-brief vinden, die gaat over de raadsbesluiten van God. Maar deze zienswijze moet in overeenstemming worden gebracht met de verantwoordelijkheid van de mens, dat er ook is. Want de oproep blijft onveranderd: “Hebt dan berouw en bekeert u!” (Hand. 3:19).

Laten we in dit verband ook overwegen wat de Heer zei: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: er komt een uur, en het is nu, dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen en zij die deze hebben gehoord, zullen leven” (Joh. 5:25). Zo kunnen ook de geestelijke doden, die het onderwerp van deze passage zijn, gelovig de Woorden van de Zoon in zich opnemen. Dode mensen kunnen horen!

Wij kleine schepselen kunnen de wil van de mens en het gelijktijdige werk van God niet samenbrengen. Menselijke verantwoordelijkheid en goddelijke onbeperktheid zijn als twee spoorlijnen – ze lopen naast elkaar. We mogen en moeten het zo accepteren. En dat doen wij, wanneer wij zeggen: “De mens kan zich bekeren, maar hij wil niet en zal het niet doen, tenzij God hem daarheen leidt en hem berouw schenkt.”

 

Gerrid Setzer; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 06.01.2013.

 

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW