1 Petrus 4:7
Petrus had de Heer Jezus, de Zoon des mensen, zien komen in Zijn Rijk (Mattheüs 16:28 en 17:1). Dat had een blijvende indruk op hem gemaakt zodat hij nog tientallen jaren erna (2 Petrus 1:16) zich erop beroept als bewijs dat hij van de werkelijkheid getuige was en geen verzonnen fabels was nagevolgd. Daarom verbindt hij in zijn eerste brief zijn vermaning tot een heilige wandel en tot volharden tot vier keer toe met deze voorafgaande gebeurtenis (1:7,13; 4:13; 5:1)....
1 Petrus 4:8
Laat de broederliefde blijven Wij worden ieder persoonlijk door de Heer innig geliefd. Daarom is het onze Heer en Heiland er zoveel aan gelegen dat wij ook elkaar, als volgelingen van Hem, onderling van harte liefhebben! Het is niet voor niets dat de apostelen in hun Brieven de gelovigen steeds weer oproepen tot hartelijke, onderlinge liefde. Onze oude natuur zit vol egoïsme en eigenliefde. En zolang wij niet geleerd hebben ons ‘gestorven zijn met Christus’ in praktisch opzicht te verwerkelijken,...
1 Petrus 5 vers 10
“De God nu van alle genade, die u heeft geroepen tot zijn eeuwige heerlijkheid in Christus <Jezus>, Híj zal u, nadat u een korte tijd geleden hebt, volmaken, bevestigen, versterken en grondvesten.” Met de verschillende titels die in de Schrift aan onze God worden gegeven, komt Hij tegemoet aan de respectievelijke behoeften van de mens. Hier is Hij de “God van alle genade” Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid. Dat hebben we allesbehalve verdiend. “Waar de zonde toenam,...
1 Petrus 5 vers 5-6
“En weest allen tegenover elkaar met nederigheid omgord; want ‘God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade’. Vernedert u dus onder de krachtige hand van God …”. Weest bekleed met nederigheid Ons vers benadrukt de gedachte aan nederigheid – “omgord te zijn met nederigheid”. Deze woorden vormen een grote uitdaging in onze relatie met geloofsgenoten. Zich omgorden met het onderscheidingsteken van nederigheid is een blijk van ware onderwerping, zorg en respect voor elkaar. Het volmaakte voorbeeld wordt, zoals...
1 Petrus 5 vers 6 en 7
“… terwijl u al uw bezorgdheid op Hem werpt, want Hij zorgt voor u.” Het werpen van de zorgen De Schrift vraagt ons in 1 Petrus 5 vers 7 om al onze zorgen op God te werpen. Maar soms hebben we daar moeite mee. Want nauwelijks hebben we de zorgen weggeworpen, of daar rollen ze al weer terug. Opnieuw werpen we onze zorgen op God, maar korte tijd later ligt de zware steen van bezorgdheid weer aan onze voeten. Deze...
1 Petrus 5 vers 7 (a)
“Vernedert u dus onder de krachtige hand van God, opdat Hij u verhoogt op zijn tijd, terwijl u al uw bezorgdheid op Hem werpt, want Hij zorgt voor u”. Omdat er vroeger nog geen bouwliften waren, zag men vaak op een bouwterrein dat de bakstenen met de hand naar boven moesten worden getransporteerd. De metselaars stonden op de steiger en wierpen elkaar de stenen toe. De man in het midden ving de stenen, die van beneden naar boven gegooid werden,...
1 Petrus 5 vers 7 (b)
“… terwijl u al uw bezorgdheid op Hem werpt, want Hij zorgt voor u.” Wat een troostende bemoediging zijn deze woorden! Elke zorg kan worden weggenomen, zelfs de vaak zo angstige vraag van menig gelovige hoe zijn omstandigheden in deze wereld nog kunnen uitpakken. Het enige wat hij hoeft te doen is trouw blijven aan Hem die hem liefheeft en zijn omstandigheden te laten regelen door Zijn Goddelijke wijsheid. Dat is geloof, dat is vertrouwen. Maar hoeveel gelovigen kwellen zichzelf...
1 Petrus 5 vers 8 en 9
“Weest nuchter, waakt; uw tegenpartij, [de] duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek wie hij zou kunnen verslinden. Weerstaat hem, standvastig in het geloof.” Het was maar een klein gaatje in de lantaarn om een gezelschap op de boot de weg te wijzen. De wind vond het en blies het licht uit. Slechts de genadige tussenkomst van God redde de opvaarders van een zekere ondergang. Wat een groot ongeluk, welke tijdelijke en eeuwige gevolgen kan een onbewaakt...
1 Samuël 15:23
Deze uitspraak schijnt misschien hard, maar het is God Die zo spreekt. Op Zijn bevel moest de profeet Samuël met deze woorden koning Saul die tegen de wil van God gehandeld had, berispen. Ook Saul vond dit oordeel behoorlijk hard en wilde na een oppervlakkig “vergeef mij toch mijn zonde” (vers 25) tot de orde van de dag overgaan. Maar God duldde hem niet meer als koning over Zijn volk Israël. Over het algemeen zijn we geneigd voor de beoordeling...
1 Samuël 17:26
Saul en zijn leger bevonden zich in een hachelijke situatie. De Filistijnen hadden zich ten strijde uitgerust en bedreigden de kinderen van Israël. Heel in het bijzonder joeg hun geweldige held Goliath hen vrees aan. Deze man schrok er niet voor terug God en Zijn volk openlijk te bespotten. Zwijgend en sidderend hoorden Saul en zijn oversten hoe deze vijand de Naam van God vervloekte en Hem lasterde. Niemand was er onder hen die het waagde deze geweldenaar tegemoet te...