Vergeving

67 artikelen over dit onderwerp gevonden
3 jaar geleden

De eerste decennia van het christendom (30)

Hoofdstuk 13 (vervolg) Vers 29-31 Nadat zij de Heer ter dood hadden gebracht en Hem in een graf hadden gelegd, kon het volk niets meer doen. Ze dachten dat ze klaar waren met de Zoon van God. Maar nu kwam God tussenbeide: “God echter heeft Hem uit [de] doden opgewekt.” Het grote feit van Christus’ opstanding moest voortaan onder de Joden worden aanschouwd. Maar dit was nu juist wat de heersers van de Joden niet wilden geloven. Zij hadden de...

Lees verder
3 jaar geleden

Een wortel van bitterheid …

“… terwijl u erop toeziet dat niet aan iemand de genade van God ontbreekt; dat er geen wortel van bitterheid opschiet en onrust veroorzaakt, en velen daardoor verontreinigd worden” (Hebr. 12:15). Bitterheid onder medegelovigen is als een kankergezwel, dat niet alleen de eigen ziel vergiftigt, maar ook grote schade toebrengt aan Gods volk. Bitterheid laat in de regel diepe wonden achter, of op zijn minst lelijke littekens. Het probleem is oeroud en tegelijkertijd zeer actueel. Het is een gevaar waar...

Lees verder
4 jaar geleden

God vertrouwen in moeilijke tijden (13)

Psalm 130 1. Een pelgrimslied. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE; 2. Heere, hoor naar mijn stem. Laat Uw oren opmerkzaam zijn op mijn luide smeekbeden. 3. Als U, HEERE, op de ongerechtigheden let, Heere, wie zal bestaan? 4. Maar bij U is vergeving, opdat U gevreesd wordt. 5. Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht Hem en ik hoop op Zijn woord. 6. Mijn ziel wacht op de Heere, meer dan wachters op de morgen, wachters...

Lees verder
4 jaar geleden

Onze zonden – achter Gods rug

  Jesaja 38 vers 17 In de bijbel zijn de handen van God een onmiskenbaar thema. Gods rug, aan de andere kant, waarschijnlijk minder. In feite krijgt wat zich achter onze rug bevindt, minder aandacht dan wat zich in ons gezichtsveld bevindt. Toch maakt God ons door het beeld van Zijn rug duidelijk hoe Hij ons vergeeft. De rug van onze Heiland herinnert ons aan het lijden, dat Hij doorstond door toedoen van ons mensen, toen Hij voor ons leed,...

Lees verder
4 jaar geleden

Meer dan ‘gratie’ …

  Begenadigden moeten genade beoefenen   Leidende verzen: Micha 7 vers 6-19 Micha 7 vers 18-19: 18. Wie is een God als U, Die de ongerechtigheid vergeeft, Die voorbijgaat aan de overtreding van het overblijfsel van Zijn eigendom? Hij zal niet voor eeuwig vasthouden aan Zijn toorn, want Hij vindt vreugde in goedertierenheid. 19. Hij zal Zich weer over ons ontfermen, Hij zal onze ongerechtigheden vertrappen, ja, U zult al hun zonden werpen in de diepten van de zee. Inhoud:...

Lees verder
4 jaar geleden

De redding van een prostituee

Lukas 7 vers 36-8 vers 3   Lukas 7:36-50: (HSV) 36. En een van de Farizeeën vroeg of Hij bij hem kwam eten; en toen Hij het huis van de Farizeeër binnengegaan was, lag Hij aan. 37. En zie, een vrouw in de stad die een zondares was, kwam te weten dat Hij in het huis van de Farizeeër aanlag, en zij bracht een albasten fles met zalf mee. 38. En staande achter Zijn voeten, begon zij huilend Zijn voeten...

Lees verder
5 jaar geleden

De eerste decennia van het christendom (15)

Handelingen 7 vers 1-16 Vers 1-7 Na de aanklachten tegen Stéfanus te hebben gehoord, vroeg de hogepriester hem: “Is dit inderdaad zo?” Daarop begon Stéfanus het Sanhedrin in de kracht van de Heilige Geest met genade en wijsheid te herinneren aan de geschiedenis van het volk vanaf de roeping van Abraham. Hij wees erop hoe God de omstandigheden had gebruikt om Zijn beloften aan de patriarch te vervullen: het volk kwam in het bezit van het land Kanaän en ten...

Lees verder
5 jaar geleden

Noodlottige alleenspraak …

“Maar David zei in zijn hart: Ik zal op een dag nog eens door Sauls hand weggevaagd worden. Er is voor mij niets beters te doen dan met spoed te ontkomen naar het land van de Filistijnen. Dan zal Saul zijn hoop omtrent mij opgeven om mij nog langer te zoeken in heel het gebied van Israël, en zo zal ik uit zijn hand ontkomen” (1 Sam. 27:1). Kort voordat David deze woorden sprak, had God koning Saul in zijn...

Lees verder
5 jaar geleden

Psalm 25 vers 7

“Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd of aan mijn overtredingen” (Ps. 25:7). In de psalmen kunnen we vaak het menselijke gevoel herkennen. In Psalm 23 vers 4 zei David: “Ik zou geen kwaad vrezen”, terwijl hij in deze psalm uitroept: “… bevrijd mij uit mijn angsten. Zie mijn ellende en mijn moeite, neem weg al mijn zonden” (vs. 17b,18). Zo gaat het met een mens. De ene dag op de berg, de volgende dag in het dal. Het...

Lees verder
7 jaar geleden

De staljongen en de koning

“Als God voor ons is, wie zou tegen ons zijn? … Wie zal beschuldigingen inbrengen tegen uitverkorenen van God? God is het Die rechtvaardigt; wie is het die veroordeelt?” (Rom. 8:31; 33-34). Toen koning George III eens de koninklijke stallen bezocht, trok een van de staljongens zijn aandacht. Iets aan de jongen beviel de koning en hij behandelde hem heel vriendelijk. Maar bij zijn volgende bezoek merkte de koning dat de staljongen er niet meer was. Hij vroeg de stalmeester...

Lees verder