Omgang met God

77 artikelen over dit onderwerp gevonden
8 jaar geleden

De grote geloofsdaad van Abraham (11)

Schriftplaatsen: Gen. 22:11-12 De engel van de Heer grijpt in “Maar de Engel van de HEERE riep tot hem vanuit de hemel en zei: Abraham, Abraham! Hij zei: Zie, hier ben ik. Toen zei Hij: Strek uw hand niet uit naar de jongen en doe hem niets …” (Gen. 22:11,12). Tot dan toe had God zwijgend toegezien. Maar toen Abraham het mes al in zijn hand hield om zijn zoon te slachten, riep Hij hem twee maal vanuit de hemel...

Lees verder
8 jaar geleden

Gods woonplaats (4)

Jezus Christus Schriftplaatsen: Johannes 1 vers 14; Johannes 2 vers 19 7. Tussen Maleachi en Mattheüs liggen enkele eeuwen van stilte, als plotseling de heerlijkheid naar Immanuel’s land terugkeert. God Zelf is gekomen! “Plotseling zal naar Zijn tempel komen die Heere Die u aan het zoeken bent” (Mal. 3:1). En hoe komt Hij? We zien hoe de hemel geopend is en Zijn dienaren met vreugde bij de komst hun Schepper op aarde dienen. Echter, als we naar de aarde kijken...

Lees verder
8 jaar geleden

Gods woonplaats (3)

Tempel Schriftgedeelte: Handelingen 7 vers 47-50 3. Het volgende beeld van het wonen van God bij de mensen (de tent der samenkomst) zal ons later nog bezighouden. Het is niet een tijdelijk bezoek aan een individu, maar een blijven bij Zijn volk tijdens de woestijnreis en daarna. 4. Toen de tent der samenkomst in het land gebracht was, werd het opgesteld in Silo. Na de rampzalige geschiedenis van Israël, zoals beschreven in het boek Richteren – de ene afvalligheid na...

Lees verder
8 jaar geleden

Gods woonplaats (2)

Abrahams tent Schriftgedeelte: Genesis 18 vers 1-8 2. We gaan verder met een andere verwijzing in het boek Genesis naar het wonen van God, of beter gezegd het bezoek van God bij de mensen. Is er een mooier beeld in dit boek dan het bezoek van die drie vreemdelingen bij Abraham (Gen. 18:1-8), toen hij in de hitte van de dag aan de ingang van zijn tent zat? De gelovige aartsvader ziet de vreemdelingen aankomen en biedt hen enthousiast de...

Lees verder
8 jaar geleden

De huisraad van Tobia

Nehemia 13 vers 4-9: 4. Hiervóór had Eljasib, de priester die aangesteld was over de kamers van het huis van onze God, en die verwant was aan Tobia, 5. een grote kamer voor hem gemaakt; daar brachten zij vroeger steeds het graanoffer, de wierook, de voorwerpen, de tienden van het graan, van de nieuwe wijn en de olie – overeenkomstig het gebod voor de Levieten, de zangers en de poortwachters – en het hefoffer voor de priesters. 6. Toen dit...

Lees verder
8 jaar geleden

Gods woonplaats (1)

Eden Schriftplaats: Genesis 3 vers 8 “En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat Ik in hun midden kan wonen” (Ex. 25:8). Toen God Zijn scheppingswerk begon, was Zijn gedachte in het midden van Zijn schepselen te zijn. Dit wordt ons op een prachtige wijze in Spreuken 8 voorgesteld. Daar spreekt Iemand met de naam Wijsheid – Die daar was, vóór de schepping er was, vóór de aarde met zijn bergen en bronnen gevormd werd. Hij was van eeuwigheid...

Lees verder
8 jaar geleden

De grote geloofsdaad van Abraham (10)

Schriftplaatsen: Genesis 22 vers 9-10 Levend op het altaar “… bond zijn zoon Izak en legde hem op het altaar, boven op het hout” (Gen. 22:9). Bij de bloedige offers in het Oude Testament zien we, dat het offerdier eerst geslacht en dan pas op het altaar gelegd werd. Maar bij Izak was het anders: hij werd levend op het altaar gelegd – een verdere opmerkelijke heenwijzing van wat er gebeurde op het kruis met onze Heiland: onze Heiland verdroeg in...

Lees verder
8 jaar geleden

De grote geloofsdaad van Abraham (09)

Schriftplaatsen: Genesis 22 vers 9 De door God gekozen plaats “En zij kwamen op de plaats die God hem genoemd had” (Gen. 22:9). De plaats die God gekozen had, lag op een van de bergen in het land Moria (Gen. 22:2). Er wordt aangenomen dat op deze berg later de tempel van Salomo werd gebouwd, nadat David op Gods bevel daar een altaar gebouwd had, “op de plaats die David bepaald had” (2 Sam. 24:18; 1 Kron. 21:18; 2 Kron....

Lees verder
8 jaar geleden

De grote geloofsdaad van Abraham (08)

Schriftplaatsen: Genesis 22 vers 7-8 Een stille wandeling “Toen sprak Izak tot zijn vader Abraham en zei: Mijn vader! Hij zei: Zie, hier ben ik, mijn zoon. Hij zei: Zie, hier is het vuur en het hout, maar waar is het lam voor het brandoffer?” (Gen. 22:7). Het lijkt een stille wandeling van vader en zoon naar Moria te zijn geweest. Er zijn ons niet veel woorden overgeleverd tussen deze beiden. Maar plotseling onderbreekt Izak de stilte met een vraag....

Lees verder
8 jaar geleden

De grote geloofsdaad van Abraham (07)

Schriftplaats: Genesis 22 vers 6 Het hout voor het brandoffer “Daarop nam Abraham het hout voor het brandoffer en legde dat op zijn zoon Izak” (Gen. 22:6) Voor de resterende afstand legde Abraham het hout voor het brandoffer op zijn zoon Izak. We lezen er niets van dat Izak zich daarover beklaagd of verwonderd heeft. Zeker was hij gewoon om zijn vader te helpen. Gehoorzaam droeg hij het hout voor het brandoffer op zijn schouders naar de plaats die God...

Lees verder