Lukas 24 vers 27
“En te beginnen met Mozes en al de profeten en legde Hij hun uit wat in al de Schriften over Hem stond”. Onze Heer Jezus is het grote thema van de Bijbel van kaft tot kaft. Hijzelf zei het zo ook na Zijn opstanding. Sprekende met twee van Zijn discipelen op de weg naar Damascus, ging Hij terug naar het begin van de Bijbel en “legde Hij hun uit wat in al de Schriften over Hem stond”. Hoe reageerden Zijn...
Hebreeën 10 vers 24 en 25
“… en laten wij op elkaar acht geven tot aanvuring van liefde en goede werken; en laten wij onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen gewoon zijn”. Onder de Hebreeuwse gelovigen was er het gevaar dat zij versaagden in hun geloofswandel. Als gevolg van de bittere vervolging waaraan zij blootgesteld waren, was de tendens om tot het Judaïsme terug te keren gerezen, zodat zij aan druk van buitenaf zouden kunnen ontsnappen, of van de wereld van de Joden. Daarom stelt...
1 Samuël 19 vers 5
Lezen: 1 Samuël 19 vers 1-7. “Hij heeft zijn leven immers in de waagschaal gesteld en de Filistijn verslagen. De HEERE heeft voor heel Israël een grote verlossing teweeggebracht. U hebt het gezien en bent er blij mee geweest. Waarom zou u dan tegen onschuldig bloed zondigen, door David zonder reden te doden?” (1 Sam. 19:5). De haat van Saul tegen David werd alleen maar groter toen hij zag hoe God aan David voorspoed gaf en dat David zich in...
Job 26 vers 13-14
“Door Zijn Geest kreeg de hemel schoonheid; … Zie, dit zijn nog maar de uiteinden van Zijn wegen; wat hebben wij slechts een fluisterend woord van Hem gehoord! …”. Job’s vrienden dachten arrogant dat zij bijzonder inzicht hadden in de wegen van God met Job, in het bijzonder als het ging om Job’s moeilijke situatie. Job reageert op zijn voormalige vrienden door de macht van God in de schepping te verheerlijken. Niemand, inclusief zijn vrienden, kon Gods macht om “de...
1 Korinthe 15 vers 3 en 4
“Want ik heb u in de eerste plaats overgegeven wat ik ook ontvangen heb: dat Christus voor onze zonden gestorven is, naar de Schriften; en dat Hij is begraven, en dat Hij op de derde dag is opgewekt, naar de Schriften”. De feiten die in het evangelie van onze behoudenis aangekondigd zijn, zijn: Christus stierf voor onze zonden; Hij is begraven; Hij is op de derde dag opgewekt; Hij is door vele getuigen gezien na Zijn opstanding; Hij is nu...
Jozua 24 vers 2-3
“Toen zei Jozua tegen heel het volk: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Aan de overzijde van de rivier hebben uw vaderen van oude tijden af gewoond, namelijk Terah, de vader van Abraham, en de vader van Nahor; en zij hebben andere goden gediend. Toen nam Ik uw vader Abraham van de overzijde van de rivier en liet hem door heel het land Kanaän gaan. Ik maakte zijn nageslacht talrijk en gaf hem Izak”. Gods krachtige oproep, onlosmakelijk...
Jesaja 51 vers 7b
“… wees niet bevreesd voor de smaad van stervelingen, wees niet ontsteld door hun beschimpingen”. Zij houden God niet voor ogen Sprekend over vijanden die zijn leven zochten, gaf koning David tweemaal deze verklaring: “Zij houden God niet voor ogen” (Ps. 54:5; 86:14). Hij bedoelde: Zij trokken zich niets van de geboden van God aan en leefden daarom niet in overeenstemming daarmee. In onze dagen zijn er veel mensen die elke gedachte aan God afwijzen en Hem uit hun gedachten...
Psalm 45 vers 1a; Lukas 10 vers 39
“Mijn hart brengt een goed woord voort; …” (Ps. 45:2a); “Maria … die ook aan de voeten van de Heer zat en naar Zijn woord luisterde” (Luk. 10:39). “Mijn hart brengt een goed woord voort”. De betekenis van ‘voortbrengen’ hier is koken of opborrelen. {bij koken in dit verband hier kunnen we ook denken aan branden, overvloeien – vertaler} Ik ben bang dat wij vaak niet in deze toestand zijn. Het is iets geweldigs wanneer wij een hart hebben dat...
Exodus 35 vers 30-31,34
Bezáleël was een bouwmeester in Israël, zoals Paulus een bouwmeester was in de gemeente. Aan de Korinthiërs schreef Paulus: “Naar de genade <van God> die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester [het] fundament gelegd en een ander bouwt erop” (1 Kor. 6:3). Bezáleël (zoals Paulus na hem), werd geroepen en toegerust door God met het oog op de bouw van de tabernakel. Niets werd aan zijn verbeelding en vindingrijkheid overgelaten. In hoofdstuk 35 gaat het over het...
Numeri 15 vers 37-38
“De HEERE sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten en zeg tegen hen dat zij voor zichzelf, al hun generaties door, kwastjes moeten maken aan de hoeken van hun kleren. Aan de kwastjes aan de hoek moeten zij een blauwpurperen draad bevestigen”. De kinderen van Israël werden opgedragen om een blauwe draad aan de kwastjes te maken aan de hoeken van hun kleren, zodat ze aan de geboden van de Heer herinnerd konden worden en niet hun eigen hart en...