“Door Zijn Geest kreeg de hemel schoonheid; … Zie, dit zijn nog maar de uiteinden van Zijn wegen; wat hebben wij slechts een fluisterend woord van Hem gehoord! …”.
Job’s vrienden dachten arrogant dat zij bijzonder inzicht hadden in de wegen van God met Job, in het bijzonder als het ging om Job’s moeilijke situatie. Job reageert op zijn voormalige vrienden door de macht van God in de schepping te verheerlijken. Niemand, inclusief zijn vrienden, kon Gods macht om “de aarde aan het niets op te hangen” (Job 26:7) ontkennen. Maar toen gaf Job onverwacht een geweldige wending aan zijn betoog: ook na het erkennen van Gods machtige kracht in de natuurlijke wereld, moet de mens toegeven dat dit nog maar “de uiteinden van Zijn wegen zijn”. Job gaat nader op dit punt in met de opmerkelijke uitspraak: “Wij hebben slechts een fluisterend woord van Hem gehoord!”.
Het is werkelijk verbazingwekkend Job’s geestelijke scherpzinnigheid te zien zelfs temidden van zulk een vreselijk lijden! Bijvoorbeeld, Job vertelde zijn vrienden dat God door Zijn macht “de zee stilde” (vs. 12) [1]. Nu zegt hij dat het slechts een “fluisterend woord” was van iets veel groters. In de evangeliën staat een gebeurtenis waarbij Christus de stormachtige zee kalmeert, zeggende: “Zwijg, wees stil” (Mark. 4:39). Zijn angstige discipelen vroegen zich af: “Wie is toch Deze?”. Maar als Zijn ontstelde discipelen de woorden van Job onderzocht hadden, zouden zij nog veel meer verbaasd zijn geweest, want zij zouden zich hebben gerealiseerd dat, hetgeen ze hadden meegemaakt, slechts een ‘fluistering’ van Zijn macht was.
Door het Woord van God en de zalving van de Heilige Geest hebben we veel inzicht in de macht van God en Zijn wegen gekregen. Toch worden we helaas gehinderd door de beperkingen van het vlees. Echter, er komt een dag wanneer we meer dan enkel “een fluistering” van Zijn grootheid zullen ontvangen. De Schrift is hiermee in overeenstemming “want wij kijken nu door een spiegel, wazig, maar dan van aangezicht tot aangezicht” (1 Kor. 13:12). Wanneer de “dag van Christus” komt en we zijn voorbereid in Zijn aanwezigheid, zijn het niet langer “uiteinden” of “fluisteringen”, maar we zullen zeggen: “nog niet de helft was mij verteld” (1 Kon. 10:7).
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW