“Weest niet bang” (2) – Hij is er!
Mattheüs 14 vers 27: “Terstond echter sprak <Jezus> tot hen en zei: Hebt goede moed, Ik ben het, weest niet bang.” Twaalf volwassen mannen die het ruwe zee van Galiléa op hun duimpje kennen. Hier zijn ze in een panische doodsangst. De storm wordt steeds harder, de voeten in de boot staan al onder water, de kracht neemt langzaam af. Er is geen spoor van de Heer te zien – alleen een angstaanjagend spook loopt over het meer op hen...
De profeet Daniël (13)
Bijbelgedeelte: Daniël 3 vers 28-30 28. Nebukadnezar nam het woord en zei: Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego, Die Zijn engel heeft gezonden en Zijn dienaren heeft verlost, die op Hem hebben vertrouwd, het bevel van de koning hebben weerstaan en hun lichaam hebben overgegeven, omdat zij geen enkele god wilden vereren of aanbidden dan hún God. 29. Daarom wordt door mij een bevel uitgevaardigd dat elk volk, elke natie of taal die lasterlijke dingen zegt over...
De profeet Daniël (12)
Bijbelgedeelte: Daniël 3 vers 24-27 24. sloeg koning Nebukadnezar de schrik om het hart. Haastig stond hij op, nam het woord en zei tegen zijn raadslieden: Hebben wij niet drie mannen gebonden midden in het vuur geworpen? Zij antwoordden en zeiden tegen de koning: Jazeker, o koning! 25. Hij antwoordde en zei: Zie, ik zie vier mannen midden in het vuur vrij rondlopen! Zij hebben geen letsel en de aanblik van de vierde lijkt op die van een zoon van...
Eigenschappen van God (3)
De God Die … omziet Bijbelplaatsen: Psalm 89 vers 7; Genesis 16 vers 13; Johannes 1 vers 18; 1 Timotheüs 6 vers 16; Johannes 14 vers 9; Exodus 3 vers 7; Psalm 56 vers 9 ZÓ WONDERBAARLIJK IS ONZE HEER “Want wie kan … met de HEERE gemeten worden? …“ (Ps. 89:7) Nadat de Heer Hagar een belofte had gedaan, noemde ze hem El Roi in het Hebreeuws. Deze naam kan op twee manieren vertaald worden: “de God die Zich...
De profeet Daniël (10)
Bijbelgedeelte: Daniël 3 vers 13-18 Daniël 3 vers 13-15: 13. Toen beval Nebukadnezar in woede en grimmigheid dat men Sadrach, Mesach en Abed-Nego moest halen. Vervolgens werden deze mannen bij de koning gebracht. 14. Nebukadnezar antwoordde en zei tegen hen: Is het waar, Sadrach, Mesach en Abed-Nego, dat u mijn goden niet vereert en het gouden beeld dat ik heb opgericht, niet aanbidt? 15. Nu dan, als u bereid bent op het moment dat u het geluid van de hoorn,...
Beproeving en opvoeding
Johannes 9 vers 1-3; Johannes 11 vers 1-6; Johannes 13 vers 6-8; Romeinen 8 vers 18-30; Hebreeën 10 vers 32-39 Meerdere passages in de Bijbel laten zien hoe God omstandigheden in het persoonlijke leven, in het gezin of in de plaatselijke gemeente zo leidt, dat ze ten goede komen voor de Zijnen. Als Hij het goed vindt om een beproeving te sturen, heeft Hij een doel: Hij wil ons vormen voor Zichzelf. Een onderzoek roept veel ‘waarom-vragen’ op in ons...
Bijbel contrastrijk (03)
Weerstaan / niet weerstaan Bijbelvers: Mattheüs 7 vers 1-2: “Oordeelt niet, opdat u niet wordt geoordeeld.” Bijbelverzen moeten zoveel mogelijk in de context van de tekst worden onderzocht. Toch stuit men steeds weer op “contrasten” tussen afzonderlijke bijbelgedeelten die op het eerste gezicht verrassend zijn. Deze contrasten vragen om bezinning – en deze kleine serie wil daaraan bijdragen. Weerstaan! De duivel is de grote tegenstander van christenen en wil ons geloof vernietigen. Moeten we daarom voor hem vluchten? Integendeel: we...
De prijs van het geloof
Hebreeën 11 vers 24: “Door het geloof heeft Mozes, toen hij groot geworden was, geweigerd een zoon van de dochter van de farao genoemd te worden. Hij koos ervoor liever met het volk van God slecht behandeld te worden dan voor een ogenblik het genot van de zonde te hebben. Hij beschouwde de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij had het loon voor ogen.” Veel mensen beschouwen Mozes als een bijbelse “pilaar” van...
De profeet Daniël (03)
Daniël 2 vers 14-26 “Toen wendde Daniël zich met raad en verstandige woorden tot Arioch, het hoofd van de lijfwacht van de koning, die was uitgetrokken om de wijzen van Babel ter dood te brengen. Hij nam het woord en zei tegen Arioch, de bevelhebber van de koning: Waarom is dit bevel van de koning zo overhaast uitgegaan? Toen liet Arioch Daniël de zaak weten. Toen trad Daniël binnen en verzocht de koning of hij hem een bepaalde tijd wilde...
De eerste decennia van het christendom (47)
Handelingen 26 vers 24-32; 27 vers 1-44 Vers 24-29 Festus, die in duisternis verkeerde, begreep de taal van Paulus niet en dacht, dat hij een waanzinnige was. Hij gaf toe, dat hij veel kennis had, maar dacht dat dit hem buiten zinnen bracht. “Maar de natuurlijke mens neemt niet aan wat van de Geest <van God> is, want het is hem dwaasheid” (1 Kor. 2:14). Paulus sprak wijze en ware woorden. Als de gelovige door de Geest woorden kan spreken...






