De gewoonte van gastvrijheid (25)
Johannes 3 vers 16: “Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.” De gewoonte van gastvrijheid (deel vijfentwintig) Gastvrijheid in bijbelse zin is bereid zijn iedereen te dienen, zonder de verwachting iets terug te krijgen. Dit is Gods hart van gastvrijheid. In feite heeft Hij gastvrijheid uitgevonden, en staat Hij model voor ons. We zouden kunnen zeggen, dat onze God...
De gewoonte van gastvrijheid (24)
Leviticus 19 vers 33: “Wanneer een vreemdeling bij u in uw land verblijft, mag u hem niet uitbuiten. De vreemdeling die bij u verblijft, moet voor u zijn als een ingezetene onder u. U moet hem liefhebben als uzelf, want u bent zelf vreemdelingen geweest in het land Egypte. Ik ben de HEERE, uw God.” De gewoonte van gastvrijheid (deel vierentwintig) Een groep vreemdelingen die in onze huidige samenleving vaak over het hoofd wordt gezien, zijn zij die uit andere...
Gastvrijheid (21)
Lukas 7 vers 44-46: “En terwijl Hij zich omkeerde naar de vrouw, zei Hij tot Simon: Ziet u deze vrouw? Ik ben uw huis gekomen; water voor [Mijn] voeten hebt u Mij niet gegeven, maar zij heeft Mijn voeten met haar tranen nat gemaakt en met haar haren afgedroogd. Een kus hebt u Mij niet gegeven, maar zij heeft vanaf Ik binnengekomen ben niet opgehouden Mijn voeten innig te kussen. Met olie hebt u Mijn hoofd niet gezalfd, maar zij...
Waardevoller dan robijnen (3)
Liefde Spreuken 31 vers 12: “Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen van haar leven.” De eerste zorg van deze vrouw is haar man. Pas later volgen kinderen en huispersoneel. Dit is ook de door God bedoelde volgorde. De jonge vrouwen moet worden opgedragen eerst hun man lief te hebben en daarna hun kinderen (zie Titus 2:4). Zo zou (geestelijk toegepast) liefde voor onze Heer boven alles in ons leven moeten staan, inclusief liefde voor de “huishouding...
Gastvrijheid (14)
“Wie een geringe onderdrukt, smaadt diens Maker, maar wie zich over een arme ontfermt, eert Hem” (Spr. 14:31). De gewoonte van gastvrijheid (deel veertien) Iedere christen is een meesterwerk van God. Efeze 2 vers 10 herinnert ons eraan dat wij “zijn geschapen in Christus Jezus tot goede werken, die God tevoren heeft bereid, opdat wij daarin zouden wandelen.” Wij moeten de liefde van Christus weerspiegelen door het tonen van goede werken. Wij worden niet gered door werken, maar goede werken...
Gastvrijheid (9)
“<Want> ik heb mij zeer verblijd toen1 er broeders kwamen en van uw waarheid getuigden, zoals u in [de] waarheid wandelt. Ik heb geen grotere blijdschap dan deze, dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen. Geliefde, u handelt trouw in alles wat u jegens de broeders bewerkt, en dat jegens vreemdelingen, die van uw liefde getuigd hebben tegenover [de] gemeente; u zult er goed aan doen, als u hen voorthelpt op een wijze God waardig; want zij zijn...
Overdenking over 2 Thessalonika (2)
Aantekeningen bij de overdenking van de 2e brief aan de Thessalonikers Vervolg hoofdstuk 1 “… genade zij u en vrede van God <onze> Vader en van [de] Heer Jezus Christus” (vs. 2). De apostel wenst de Thessalonikers genade en vrede toe; genade voor hun weg ondanks hun vervolgingen (verg. 2 Thess. 2:16), en vrede voor het hart ondanks deze beproevingen en ongunstige omstandigheden (verg. 2 Thess. 3:16). En deze genade en vrede komen van God onze Vader, wat meer een...
Gastvrijheid (6)
“Een Samaritaan echter, die op reis was, kwam bij hem en toen hij [hem] zag, werd hij met ontferming bewogen. En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden, terwijl hij daar olie en wijn op goot, zette hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. En de volgende dag haalde hij twee denaren tevoorschijn, gaf ze aan de herbergier en zei: Verzorg hem, en wat u meer ten kost mocht leggen, zal ik u...
Gastvrijheid (5)
“… want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij opgenomen; naakt en u hebt Mij gekleed; Ik was ziek en u hebt Mij bezocht; Ik was in [de] gevangenis en u bent bij Mij gekomen. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden en zeggen: Heer, wanneer zagen wij U hongerig en hebben U gevoed, of dorstig en hebben U te...
Overdenking over 2 Thessalonika (1)
2 Thessalonika Aantekeningen bij de overdenking van de 2e brief aan de Thessalonikers De 2e brief aan de Thessalonikers is waarschijnlijk slechts enkele maanden na de eerste brief geschreven, eveneens in 52 na Christus, waarschijnlijk ook net als de eerste brief uit Korinthe, omdat Silvanus en Timotheüs nog bij de apostel Paulus waren (vs. 1). De Thessalonikers werden nog steeds vervolgd (vs. 4); en bovendien waren zij ook nog verleid door Joodse leraren die hun hadden voorgehouden dat de...