Bijbeltekst uitgelicht
Jesaja 41 vers 10
Wees niet bevreesd, want Ik ben met u, wees niet verschrikt, want Ik ben uw God. Ik sterk u, ook help Ik u, ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt. Angst vertekent onze visie en vergroot molshopen tot bergen. Dit struikelblok van Satan kan ons zelfs tot dwaasheid leiden, zoals ongehoorzaamheid aan de Heer. Daarom vermaant de Heer ons herhaaldelijk: “Wees niet bang en wees niet ontsteld." De uitdrukking "wees niet bang" en de positieve tegenhanger ervan, “wees moedig,” komen steeds weer terug in de Schrift. God wil niet dat Zijn volk met trillende knieën en trillende handen leeft. Hij heeft ons “niet gegeven een geest van bangheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid” (2 Tim. 1:7). Vier keer in het eerste hoofdstuk van Jozua zegt God tegen Jozua: “Wees sterk en moedig.” De boodschap sloeg aan en Jozua trok het land binnen en veroverde zelfs de onneembare vesting Jericho. Het is Gods bedoeling dat gelovigen leven vanuit geloof, niet vanuit bangheid. Dit betekent niet, dat we nooit bang zullen zijn, maar wel dat we niet lafhartig hoeven te leven. Iemand zei ooit: <Angst klopte aan de deur. Geloof antwoordde, en er was niemand.> Dat is wat de Heer van ons verlangt: dat we onze strijd overwinnen door op de levende God te vertrouwen en door volledig van Hem afhankelijk te zijn. U en ik zijn voortdurend in conflict met de machten van de duisternis, en er is geen ruimte voor verlegenheid of bangheid. Waar u vandaag ook mee te maken hebt – of het nu een moeizaam huwelijk, kanker, eenzaamheid of eigenzinnige kinderen zijn – verwerp uw angsten en omarm het geloof. God heeft de controle. Hij zal u sterken en u vasthouden aan Zijn rechtvaardige rechterhand. Anker voor vandaag: Twijfel niet, want Zijn woord is stabiel. Vrees niet, want Zijn arm is sterk. - Thomas Kelly © Anchors For Life
Wie schreef de brief aan de Hebreeën?
De Brief aan de Hebreeën neemt onder de brieven van Paulus een zeer bijzondere en geheel eigenaardige plaats in. Hoewel deze brief de naam van de schrijver niet vermeldt, zo blijkt toch, naar onze mening, zowel uit de inhoud, uit de eigenaardige manier van schrijven en uit de groeten en aan het slot, als uit de plaats, die hij in de rij van de brieven inneemt, dat de Christelijke Kerk terecht deze brief aan Paulus heeft toegeschreven. De volgorde toch,...