De profeet Daniël (14)
Bijbelgedeelte: Daniël 4 vers 1-7 Inleidende opmerkingen over vers 1-3 Daniël 4 vers 1-3: “Koning Nebukadnezar aan alle volken, natiën en talen die op de hele aarde wonen: Moge uw vrede toenemen. Het behaagt mij de tekenen en wonderen die de allerhoogste God aan mij gedaan heeft, te kennen te geven. Hoe groot zijn Zijn tekenen en hoe machtig Zijn wonderen! Zijn Koninkrijk is een eeuwig Koninkrijk en Zijn heerschappij is van generatie op generatie.” Nebukadnezar schrijft zelf een brief,...
Brieven aan een nieuwe bekeerling (3)
Bijbelvers: 1 Johannes 1 vers 9 Jouw eerste ‘geval’ Beste gelovige vriend, Slechts enkele dagen of zelfs uren na je bekering zul je ontdekken, dat er vele valstrikken voor je voeten liggen. Laat me er een paar noemen, zodat je gewaarschuwd en met Gods hulp ook toegerust bent. Ten eerste is het een slechte tijd als de eerste val na je bekering plaatsvindt, vooral als je eerder gevangen zat in bepaalde slechte gewoonten of zonden. Deze ervaring blijft...
Eigenschappen van God (4)
De God van vergeving Bijbelplaatsen: Nehemia 9 vers 17; Psalm 103 vers 12; Jesaja 38 vers 17; Micha 7 vers 19; Hebreeën 10 vers 17; Psalm 32 vers 1 en 2; Kolosse 3 vers 13; Efeze 4 vers 32 Zó wonderbaarlijk is onze Heer “Want wie kan … met de HEERE gemeten worden?” (Ps. 89:7). Elke dag klinken er droevige trommels voor ons huis in Guyana. Hindoes uit ons dorp gaan naar de tempel met offers om hun goden te...
Een oproep tot vergeving
10 april 2023 Filémon 10-11: “Ik doe een beroep op u aangaande mijn kind dat ik in mijn gevangenschap heb verwekt, Onésimus, “die u vroeger van geen nut was, maar nu <én> voor u én mij zeer nuttig is.” Paulus schrijft hier aan Filemon, die een broeder in de Heer was. De gemeente in Kolosse kwam bij hem thuis samen (Filemon 2). Als je deze brief doorleest, krijg je een indruk van Paulus’ diepe liefde voor Filémon; hij had kunnen...
Gastvrijheid (19)
Romeinen 12 vers 12-13: “Verblijdt u in de hoop; weest geduldig in de verdrukking; volhardt in het gebed. Deelt mee voor de behoeften van de heiligen; legt u toe op de gastvrijheid.” De gewoonte van gastvrijheid (deel negentien) De gedachte achter het woord “legt u toe op de gastvrijheid” is het nastreven of beoefenen van gastvrijheid. De vraag rijst: “wanneer is gastvrijheid een slecht idee? Wanneer moet het niet worden nagestreefd?” Er kunnen verschillende situaties zijn die ons ervan weerhouden...
Gebroken maar gezegend (3)
Psalm 51 vers 12,19: “Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. … De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten.” De Heer is nabij hen die een gebroken hart hebben en verlost hen die een verbrijzelde geest hebben (Ps. 34:18). Een voorbeeld hiervan wordt gezien in het leven van koning David. Hij bevindt zich in deze gebroken toestand vanwege de zonde...
Jona wordt in de zee geworpen (4)
Jona 1 vers 11-15 11. “Zij zeiden dan tegen hem: Wat moeten wij met u doen, zodat de zee ons met rust laat? Want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger”. 12. Daarop zei hij tegen hen: Pak mij op en werp mij in de zee; dan zal de zee u met rust laten, want ik weet dat deze zware storm u omwille van mij overkomt. 13. De mannen roeiden echter om het schip terug te brengen naar het droge....
Tegenstellingen – Eens en nu (3)
“Maar als u dit niet zo doet, zie, dan hebt u tegen de HEERE gezondigd; weet dan dat uw zonde u zal vinden!” (Num. 32:23). “… Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken” (Jer. 31:34). De achtervolgende zonde en de vergeten zonde Veel wordt vandaag onder het tapijt geveegd. Enige tijd geleden liepen er in de VS onderzoeken naar de mogelijke duistere praktijken van de president (geschreven 2022). Is hij schuldig? En waar is...
Vergeving
Vergeven is een moeilijk woord; niet zozeer in de betekenis ervan, maar, o wat is het moeilijk om het in praktijk te brengen! Petrus dacht dat hij een vergevingsgezinde man was toen hij de Heer er naar vroeg: “Heer, hoe vaak zal mijn broeder tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal toe?” (Matth. 18:21). ‘Stelt u zich dat eens voor, iemand zeven keer vergeven! Dan zou hij zijn lesje wel geleerd moeten hebben! Het kan toch niet nodig...
De eerste decennia van het christendom (30)
Hoofdstuk 13 (vervolg) Vers 29-31 Nadat zij de Heer ter dood hadden gebracht en Hem in een graf hadden gelegd, kon het volk niets meer doen. Ze dachten dat ze klaar waren met de Zoon van God. Maar nu kwam God tussenbeide: “God echter heeft Hem uit [de] doden opgewekt.” Het grote feit van Christus’ opstanding moest voortaan onder de Joden worden aanschouwd. Maar dit was nu juist wat de heersers van de Joden niet wilden geloven. Zij hadden de...