O, mijn God! (2)
Richteren 18 begint met: “In die dagen was er geen koning in Israël”. In het vorige hoofdstuk staat al dat “ieder deed wat recht was in zijn ogen”. Dat nu heeft alles te maken met verval. Dan wordt ook de tweede Timotheüsbrief – waar we nu wat nader op in zullen gaan – voor ons actueel. Ook vandaag is gezag ver te zoeken, ook onder de gelovigen. Het samenkomen als gemeente bijvoorbeeld doe je, zoals je dat zelf goeddunkt. Menselijke...
2 Thessalonika 2 (4)
Ook deze bijbelstudie is als hulp en ondersteuning voor onze lezers bedoeld, om het Woord van God regelmatig en voortdurend te bestuderen. Uw vragen die uit deze bijbelstudie voortkomen, willen we graag proberen te beantwoorden. Evenzo is het fijn om uw opmerkingen te vernemen. Deze keer gaat het onder andere over de eigenlijke aanleiding van deze brief, over de volgorde van gebeurtenissen vóór de komst van de Heer Jezus, over verkeerde leer en over afval en verval … Hoofdstuk 2:1-3...
Zendings- en evangelisatie-conferentie (IX)
Deze toespraken werden in de jaren ’80 van de vorige eeuw gehouden tijdens een zendings- en evangelisatie-conferentie. Degenen die ook verlangen om de heerlijke boodschap van “de Heer Jezus Christus en die gekruisigd” uit te dragen, beveel ik dit van harte aan. Velen die deze conferentie bijwoonden, zijn aangespoord en bemoedigd om zich ook in dit opzicht aan de Heer toe te wijden. Hopelijk heb je de eerste acht artikelen in de vorige nummers ook gelezen. Zo niet, dan raad...
Zendings- en evangelisatie-conferentie (VI)
Deze toespraken werden in de jaren ’80 van de vorige eeuw gehouden tijdens een zendings- en evangelisatie-conferentie. Degenen die ook verlangen om de heerlijke boodschap van “de Heer Jezus Christus en die gekruisigd” uit te dragen, beveel ik dit van harte aan. Velen die deze conferentie bijwoonden, zijn aangespoord en bemoedigd om zich ook in dit opzicht aan de Heer toe te wijden. Hopelijk heb je de eerste vijf artikelen in de vorige nummers ook gelezen. Zo niet, dan raad...
O, mijn God! (3)
We hebben al gezien dat we, wanneer we heilig willen zijn, wij de zonde verafschuwen moeten en ons er ook van willen “afzonderen”, maar tevens dat we ons ook alleen willen “toe-zonderen” naar Hem toe die ons geroepen heeft uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Dit toe-zonderen doen we ook niet alleen. We zijn zelfs ‘jagers’ die op zoek zijn naar “hen die de Heer aanroepen uit een rein hart” … en begeerten van de jeugd: wat is dat?...