Offer

6 artikelen over dit onderwerp gevonden
3 jaar geleden

De opwekking onder koning Hizkia (3 -slot)

2 Kronieken 29   De aanbidding Na de reiniging van het huis van de Heer en het brengen van de offers, die de grondslag voor de reiniging vormden, was er niets dat het volk ervan weerhield God te aanbidden (vs. 25-36). Aanbidding onder het volk van Israël Het Oude Testament met zijn aanwijzingen is voor de mensen van die tijd geschreven (Rom. 3:19). Zo heeft de aanbidding in Israël het hier beschreven materiële karakter (instrumenten, dierlijke offers). De dienst was...

Lees verder
3 jaar geleden

Twee zijden van de verzoening

Richtverzen: Leviticus 16; 1 Johannes 2 vers 2 1 Johannes 2 vers 2: “… en Hij is het zoenoffer voor onze zonden; en niet alleen voor onze [zonden], maar ook voor de hele wereld.” Inhoud Verzoening en plaatsvervanging Citaten van andere “broeders” J.N. Darby C. Wolston W.T.P. Wolston W. Kelly C.H. Mackintosh C.E. Stuart Tot slot I. Verzoening en plaatsvervanging   Er is veel onduidelijkheid over de wijze waarop het evangelie wordt verkondigd en begrepen, en dat komt voor een...

Lees verder
3 jaar geleden

Opwekking onder koning Hizkia (2)

2 Kronieken 29   Het reiniging van het huis des HEEREN   Na de toespraak van de koning begonnen de Levieten te handelen. Er is een tijd om te spreken en een tijd om te handelen in de belangen van de Heer. Het zou fataal zijn om altijd alleen maar te spreken en nooit te handelen. Het zou echter ook verkeerd zijn om te beginnen met handelen, voordat duidelijk is wat men doen moet. Die drie families van de Levieten...

Lees verder
5 jaar geleden

Zie, Mijn Knecht (12)

“Men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij de rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft en geen bedrog in Zijn mond geweest is” (Jes. 53:9). Zie, Mijn Knecht Dit deel van het gedicht van Jesaja – en grootste profetie – heeft vier regels. De tweede regel staat in contrast met de eerste, terwijl de vierde regel de derde uitwerkt. Aan de ene kant leren we wat de goddeloze mens heeft gepland,...

Lees verder
5 jaar geleden

Zie, Mijn Knecht (9)

“Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons ieder naar zijn eigen weg. Maar de HEERE heeft de ongerechtigheid van ons allen op Hem doen neerkomen” (Jes. 53:6). Zie, Mijn Knecht Dit ontroerende vers begint met “Wij … allen”, en bijna aan het einde staat “ons allen”. In de Hebreeuwse bijbel is de eerste uitdrukking van dit vers exact hetzelfde als het laatste. Deze bekentenis impliceert de verantwoordelijkheid van de schapen, ook al kunnen dieren niet aansprakelijk worden gesteld. Maar...

Lees verder
13 jaar geleden

Een levende offerande

Ik vermaan u dan, broeders, door de ontfermingen van God, dat u uw lichamen stelt tot een levende offerande, heilig, voor God welbehaaglijk, [dat is] uw redelijke dienst” (Romeinen 12:1). Lees verder Exodus 3:15-18; 8:25-28; 10:8-11; 10:24-26. Wij zingen en spreken dikwijls over de dienst voor de Heer. Bij vele gelegenheden geven we ons bij vernieuwing over aan de Heer en willen ons als “een levende offerande” aan Hem ter beschikking stellen. Maar heel dikwijls sluipen de levende offeranden al van...

Lees verder