Het geloof van Amram en Jochebed
Bijbelplaatsen: Hebreeën 11:23; Exodus 2; Handelingen 7 De tijd dat Amram en Jochebed1 Mozes kregen, kon niet ongunstiger zijn. Eens kwam Jakob met zijn familie naar Egypte en woonde in het land Gosen. In die tijd stonden ze in de gunst bij Farao. Maar nu was het blad omgedraaid. Jozef was gestorven, en het volk was toegenomen en talrijk geworden en de nieuwe Farao, die Jozef niet kende, zag in hun een gevaar voor zijn volk (Ex. 1:6-10). Met list...
Afhankelijkheid in het leven van Jezus (09)
In gebed – afhankelijkheid en vertrouwen “Bewaar mij, o God, want ik heb tot U de toevlucht genomen” (Ps. 16:1). God is genoeg voor Zichzelf. Hij is aan niemand rekenschap schuldig en heeft niemand nodig om gelukkig te zijn (1 Tim. 1:11). Mensen daarentegen zijn afhankelijke schepselen, of ze het weten willen of niet. Hoe leeft een mens die zich bewust is dat hij elke dag de hulp van God nodig heeft? Hij vraagt God om hem te helpen en...
Twee opstandingen … rechterstoel van Christus
“Verwondert u hierover niet, want er komt een uur dat allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen en zullen uitgaan: zij die het goede hebben gedaan1 tot [de] opstanding van [het] leven, en zij die het kwade hebben bedreven tot [de] opstanding van [het] oordeel” (Joh. 5 vers 28-29). Twee opstandingen De Heer Jezus Zelf zei dit. In tegenstelling tot veel ideeën van mensen in de wereld vandaag. Hij leerde dat er twee opstandingen zouden zijn – de...
De Heer slaapt in het schip …
Markus 4 vers 38: “En Hij lag in het achterschip op het kussen te slapen”. Hoe vaak hebben deze woorden ons al geraakt. Hoe indrukwekkend tonen ze ons, dat onze Heer werkelijk Mens was. Vermoeid na een dag van onvermoeibare dienst, legt de ware dienaar van God in het achterschip Zich neer. Dankbaar neemt Hij, Die geen plaats had waar Hij Zijn hoofd kon neerleggen (Luk. 9:58), het hoofdkussen om te slapen. Was het onderdeel van de standaarduitrusting van een...
Kunnen gelovigen verloren gaan? (2)
Bijbelplaatsen: Mattheüs 5:13; Mattheüs 24:13; Johannes 15:1-8; 1 Korinthe 9:27; Galaten 5:4; Hebreeën 6:6; Hebreeën 10:26-31; 2 Petrus 2:20-22; Openbaring 2:7 In het eerste deel over de eeuwige zekerheid van de gelovige zijn we ingegaan op het positieve getuigenis van de Schrift over de zekerheid van de behoudenis. In het tweede deel zullen we kijken naar een aantal bezwaren, die tegen de leer dat gelovigen niet verloren kunnen gaan, aangevoerd worden. Algemene tegenwerpingen De opvatting dat gelovigen veroordeeld kunnen worden,...
Kunnen gelovigen verloren gaan? (1)
Schriftgedeelten: Romeinen 8:35-39; Johannes 10:27-29; Hebreeën 10:11-18. De vraag of een gelovige verloren kan gaan, heeft waarschijnlijk elke christen wel eens beziggehouden. In dit artikel willen we enkele bijbelgedeelten over dit onderwerp hun licht laten schijnen, om onze voeten (weer opnieuw) op de vaste grond van Gods Woord te zetten. Een woord vooraf Ik wil direct bij het begin zeggen, dat ik geloof in de eeuwige zekerheid van de ware Christen. Echter, ik geloof niet in de eeuwige zekerheid...
De grote geloofsdaad van Abraham (14 – slot)
Schriftplaatsen: Genesis 22:19 Abraham keert terug “Daarna keerde Abraham terug naar zijn knechten. Zij stonden op en gingen samen naar Berseba. En Abraham bleef in Berseba wonen” (Gen. 22:19). In dit vers wordt Izak niet meer genoemd. Het lijkt erop dat de Heilige Geest de indruk wil wekken, dat Izak op de berg gebleven is. Daarbij mogen we eraan denken, dat de Heer Jezus na het volbrachte werk in de hemel opgevaren en sindsdien niet meer naar de aarde teruggekeerd...
De grote geloofsdaad van Abraham (13)
Schriftplaatsen: Genesis 22:15-18 De Engel van de HEERE roept voor de tweede maal “Daarna riep de Engel van de HEERE tot Abraham voor de tweede keer vanuit de hemel. Hij zei: Ik zweer bij Mijzelf, spreekt de HEERE: Omdat u dit gedaan hebt en Mij uw zoon, uw enige, niet onthouden hebt, zal Ik u zeker rijk zegenen en uw nageslacht zeer talrijk maken …” (Gen. 22:15-17). De Heer riep Abraham een tweede keer. Bij de eerste keer had Hij...
De grote geloofsdaad van Abraham (12)
Schriftplaatsen: Genesis 22:13-14 Een ram in het struikgewas “Toen sloeg Abraham zijn ogen op en keek om, en zie, achter hem zat een ram met zijn hoorns verstrikt in het struikgewas” (Gen. 22:13). God is nooit zonder uitweg. Juist de menselijke verlegenheden zijn Zijn gelegenheden. Ook op het moment dat een plaatsvervangend offer voor Izak nodig was, had Hij een weg om Zich te verheerlijken: een ram dat met zijn hoorns verstrikt zat in het struikgewas, stond er klaar voor....
De grote geloofsdaad van Abraham (11)
Schriftplaatsen: Gen. 22:11-12 De engel van de Heer grijpt in “Maar de Engel van de HEERE riep tot hem vanuit de hemel en zei: Abraham, Abraham! Hij zei: Zie, hier ben ik. Toen zei Hij: Strek uw hand niet uit naar de jongen en doe hem niets …” (Gen. 22:11,12). Tot dan toe had God zwijgend toegezien. Maar toen Abraham het mes al in zijn hand hield om zijn zoon te slachten, riep Hij hem twee maal vanuit de hemel...





