Bijbeltekst uitgelicht
Filippi 4 vers 2 en 3
“Euódia vermaan ik en Syntyche vermaan ik eensgezind te zijn in [de] Heer. Ja, ik vraag ook u, trouwe metgezel, wees hun behulpzaam die met mij hebben gestreden in het evangelie, samen met Clemens en mijn overige medearbeiders, van wie de namen in [het] boek van [het] leven staan.”
20 mei 2025
In de vroege kerk was gemeenschap niet alleen een concept - het was een manier van leven. Het betekende samen de last van de zending dragen, schouder aan schouder staan, niet alleen in vreugde, maar ook in beproeving, opoffering en volharding. Paulus heeft het hier over twee vrouwen die “zij aan zij werkten” met hem. Hij bedoelt niet alleen, dat ze aanwezig waren; hij bedoelt dat ze betrokken, toegewijd en essentieel waren voor de bediening van het evangelie. Paulus spreekt deze vrouwen aan met zowel tederheid als aandrang. Er zat spanning in hun relatie en Paulus pleit niet voor uniformiteit, maar voor eenheid in de Heer. Eenheid in dienst betekent niet, dat we allemaal hetzelfde zijn - het betekent dat we ons allemaal overgeven aan dezelfde Heer, geleid worden door dezelfde Geest en toegewijd zijn aan hetzelfde doel. Christelijke dienst is geen solo-optreden, het is een symfonie. Elk lid brengt een ander instrument mee, een uniek geluid en een duidelijke rol. Maar om God te verheerlijken moet de symfonie in harmonie gespeeld worden. Gemeenschap in dienst betekent evenveel luisteren als spreken, evenveel steunen als leiden, en evenveel vergeven als zich inzetten. Te vaak wordt dienstbaarheid een bron van competitie in plaats van samenwerking. De oproep van Paulus aan Euódia en Syntyche is niet alleen een oproep tot verzoening - het is een oproep tot geestelijke volwassenheid, om het grotere plaatje te zien: het evangelie staat op het spel. Als de eenheid wegvalt, lijdt ons getuigenis daaronder. Maar als gelovigen in nederigheid samenwerken en elkaar uitnemender achten dan zichzelf (Fil. 2:3), dan ziet de wereld Christus door ons heen. Vraag ter overdenking: Werken we met elkaar of alleen maar om elkaar heen? Hechten we evenveel waarde aan de bijdrage van anderen als aan die van onszelf? Bouwen we bruggen in onze dienstbaarheid, of bouwen we onbedoeld barrières? © Anchors For Life