20 jaar geleden
Maarten Luther (15)
“Wij houden het geloof van Christus’ lichamelijke tegenwoordigheid in het avondmaal voor noodzakelijk ter behoudenis, en kunnen in gemoede u niet beschouwen als behorende tot de gemeenschap van de kerk”. “In dat geval”, antwoordde Bucer, “ware het dwaasheid u te vragen ons als broeders te erkennen. Wij geloven, dat uw leer tekort doet aan de heerlijkheid van Jezus Christus, die nu zit aan de rechterhand van God. Maar in aanmerking nemende dat u in alle dingen uw afhankelijkheid van de...
Maarten Luther (13)
De leer van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het avondmaal was, sinds het vierde Lateraanse concilie in het jaar 1215, door de Roomse kerk vastgesteld. Gedurende driehonderd jaar hadden de mis en de transsubstantiatie Rome’s voornaamste bolwerken en tegelijk haar grootste godslastering uitgemaakt. Het denkbeeld van de lichamelijke tegenwoordigheid van Christus in het avondmaal verspreidde een stralenkrans van heiligheid en gewichtigheid erover, hield de verbeeldingskracht van het volk levendig, en gaf aan de zaak een voorname plaats in de...