3 jaar geleden

Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (8)

“De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verbrijzelden van geest”
(Ps. 34:19)

 

Tijdens Davids “grot-crisis” hebben we hem voor Gods aangezicht gezien in Psalm 142; en – als het ware – op zijn knieën in Psalm 57. We kijken opnieuw in Psalm 34 en zien, dat David zijn vertrouwen in de Heer had gevonden. In Psalm 142 verklaarde hij, dat hem de mogelijkheid tot ontvluchten die hij in de grot had gezocht, ontbrak. Psalm 34 is een Psalm die onthult, dat Davids redding gevonden wordt in de HEERE!

We hoorden Davids oproep tot aanbidding: “Maak de HEERE met mij groot, laten wij tezamen Zijn Naam roemen.” Dit is Davids plaats van lofprijzing tot de Heer. Vervolgens zagen we, waar Davids blik op gericht was in de verzen 5-11. Daar horen we van zijn oproep tot eerbied: “Proef en zie dat de HEERE goed is; welgelukzalig de man die tot Hem de toevlucht neemt! Vrees de HEERE, Zijn heiligen, want wie Hem vrezen, hebben geen gebrek.“

Gedurende deze moeilijke tijd in het leven van David leerde hij te vertrouwen op de goedheid van zijn God! Hij vermeldt dit vier keer in de Psalm (vs. 9,11,13,15). Het herinnert ons aan de waarheid die Paulus meedeelt in Romeinen 8 vers 28: “Maar wij weten dat hun die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, hun die naar [Zijn] voornemen zijn geroepen.” Wij begrijpen dit misschien niet of waarderen dit zelfs niet wanneer wij midden in onze grot-crisis zitten, maar de waarheid is er en wanneer wij op de Heer vertrouwen in deze moeilijke tijd, is Hij “nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verbrijzelden van geest.” Dit is de heerlijke belofte die we hebben als we door de donkere, koude en sombere tijden gaan, wanneer we het gevoel hebben dat we verbrijzeld worden door de zware last. Psalm 51 vers 19 herinnert ons eraan: “De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten.” De psalmist herinnert ons verder aan de goedheid van onze God: “Hij geneest de gebrokenen van hart, Hij verbindt hen in hun leed” (Ps. 147:3).

Wat een bemoediging voor iedereen die geconfronteerd wordt met een grot-achtige ervaring. David herinnert ons eraan lof op onze lippen te leggen (Ps. 34:2-4), ons hart voor de Heer uit te storten (Ps. 34:5-7), te genieten van de bescherming en voorziening van de Heer (Ps. 34:8-11). Dan zullen we in staat zijn om persoonlijk getuigenis te geven van wat de Heer voor ons heeft gedaan (Ps. 34:12-15) en te genieten van Zijn kostbare beloften (Ps. 34:16-23). Dit is voor allen die door moeilijkheden gaan en hun vertrouwen op de Heer stellen!

 

Tim Hadley Sr.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW