“Weest niet bang!” (6) – Gods open oor

Bijbelgedeelten: Klaagliederen 3 vers 57; Psalm 6 vers 9b,10; 65 vers 3a; Jesaja 38 vers 5; Exodus 3 vers 7

Leestijd: 4 minuten

“U hebt mijn stem gehoord … U bent nabij geweest op de dag dat ik U aanriep; U hebt gezegd: Wees niet bevreesd!” (Klaagl. 3:56,57).

De Klaagliederen doen hun naam eer aan: het is waarschijnlijk Jeremia die schrijft over de vele angsten van zijn ziel en zijn wanhoop. Hij klaagt bijvoorbeeld: “Zie, HEERE, hoe het mij bang te moede is!” (Klaagl. 1:20a). Hij schrijft over zuchten, een ziek hart, tranen en het ontbreken van een trooster. Werkelijk deprimerend.

Maar dan, ineens, schijnt de zon door die dikke, donkere wolken: De Heer hoort zijn stem! Wat een bemoediging om te weten, dat je niet alleen bent in deze moeilijke tijden! Het feit dat God gebeden verhoort, is een reden om niet bang te zijn!

Ja, God hoort onze gebeden! Hij verhoort ze misschien niet altijd direct, maar Hij hoort ze wel. Hindoes zeggen, dat ze er nooit zeker van zijn of hun ‘god’ wel naar hun gebed in de tempel luistert. Maar wij weten: onze Heer neemt er notitie van. Men zou het kunnen vergelijken met een advocaat die ons verzoek ontvangt, onze zaak bekijkt en zegt: “Ik zal mij ermee bezighouden!” Wanneer en hoe dit gebeurt, is een andere vraag, maar het gebeurt wel!

<<Wanneer de vloedgolf van angst opkomt, moet de dam van je ziel versterkt worden door gebed>> (Onbekend).

Een inspirerend voorbeeld hiervan is Daniël, die grote geestelijke nood ervoer en dit aan de Heer voorlegde – maar aanvankelijk geen antwoord ontving. Pas drie weken later kwam er een engel die de boodschap van de Heer overbracht. Hij legde Daniël uit: “Wees niet bevreesd, Daniël, want vanaf de eerste dag … zijn uw woorden gehoord, en omwille van uw woorden ben ik gekomen. De vorst van het koninkrijk Perzië stond eenentwintig dagen tegenover mij, maar zie, Michaël, een van de voornaamste vorsten, kwam om mij te helpen …” (Dan. 10:12-13). God hoorde dus Daniëls woorden en zond een engel, die echter door een demon nog drie weken werd tegengehouden.

Het punt dat we hier uit kunnen opmaken is dit: vanaf de dag, dat we over een verzoek bidden, hoort en bekommert onze Heer Zich om onze verzoeken.1

Deze gedachte kan ons helpen om niet bang te zijn. We mogen weten, dat onze zorgen gehoord worden. We praten niet tegen een muur en onze gebeden bereiken niet zomaar het plafond! Spurgeon schrijft: <<Al uw gebeden worden in de hemel bewaard. Zelfs als ze niet meteen worden verhoord, worden ze niet vergeten.>> Misschien zal God antwoorden met een onwelkom “Later!” maar Hij zal onmiddellijk kennis nemen van onze geestelijke nood!

De volgende Bijbelverzen, die duidelijk aantonen, dat de Heer onze gebeden verhoort, gelden ook voor u:

• “… de HEERE heeft mijn luide geween gehoord. De HEERE heeft mijn smeken gehoord, de HEERE zal mijn gebed aannemen” (Ps. 6:9).
• “U hoort het gebed; …” (Ps. 65:3a).
• “Zo zegt de HEERE …: Ik heb uw gebed gehoord, Ik heb uw tranen gezien …” (Jes. 38:5).
• “De HEERE zei: Ik heb duidelijk de onderdrukking van Mijn volk, dat in Egypte is, gezien en heb hun geschreeuw om hulp vanwege hun slavendrijvers gehoord. Voorzeker, Ik ken hun leed” (Ex. 3:7).

Helaas vinden we het vaak erg moeilijk om onze zorgen werkelijk op de Heer te werpen, zoals Petrus ons oproept (1 Petr. 5:7). Vaak nemen we ze weer mee terug. Het volgende verhaal, ooit verteld door een man van geloof, illustreert hoe onverstandig dit is.

<<Er was een man die alleen in zijn kar reed en een andere man inhaalde die een zware last op zijn rug droeg. Hij vroeg de laatste of hij een lift wilde. De drager accepteerde het vriendelijke aanbod en klom op de kar – maar hield wel zijn last op zijn rug.

‘Waarom,’ vroeg de koetsier, ‘haalt u de baal niet van uw wagen en zet u hem daar voor u neer?’ – ‘O, beste heer,’ antwoordde hij, ‘het is zo aardig van u om mij mee te nemen, daarom wil ik uw wagen en paarden niet overbelasten. Ik denk, dat ik de baal zelf wel kan dragen als ik maar in uw wagen mag meerijden.’ – ‘Maar ik smeek u, beste heer, begrijpt u dan niet, dat mijn wagen uw last sowieso moet dragen, of u die nu op uw rug hebt of niet? Zou het niet veel beter zijn als u uw schouders er even van ontlastte, zodat u zich eindelijk eens echt opgelucht voelt!’>>

Daar zit veel waarheid in, nietwaar? Hudson Taylor moedigt ons aan: <<Het heeft geen zin om angstig en onrustig te zijn in gevaar; dat stelt u tot niets in staat. U moet uw last op de Heer afwentelen.>>

Zo moeten wij het ook doen: wetende dat de Heer ons gebed hoort en voor onze behoeften zorgt, kunnen we het aan Hem overlaten. Waarom zouden we onszelf nog meer belasten als onze Heer ons al heeft aangeboden onze zorgen te verlichten? En wat als de verhoring van ons gebed ons te lang duurt? Dan hebben we juist nog meer vertrouwen nodig, dat de Heer nog steeds het beste met ons voorheeft!

De Heer Jezus roept u vandaag toe: “Weest niet bang! Wat u ook in gebed aan Mij hebt toevertrouwd, Ik heb uw verzoek gehoord. Ik heb het in acht genomen en Ik zal het niet vergeten. Ik zal ervoor zorgen!”

© www.bibelstudium.de; Alexander Schneider

Online in het Duits sinds 31.12.2023

Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW