“Wanneer u zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, door rivieren, zij zullen u niet overspoelen. Wanneer u door het vuur zult gaan, zult u niet verbranden, geen vlam zal u aansteken” (Jes. 43:2).
Wij kunnen de beloften van God in deze passage aan Zijn volk Israël ook op onszelf toepassen. Zij bemoedigen ons en geven ons vertrouwen in onze Heer en onze God en Vader.
Nadat God ons heeft toegeroepen, dat we niet bang hoeven te zijn omdat Hij ons verlost heeft, dat wil zeggen omdat we door Hem bevrijd zijn van het oordeel en nu aan Hem toebehoren, laat Hij ons zien hoe Hij in de dagelijkse omstandigheden voor ons werkzaam is en met ons is.
Er worden twee verschillende situaties beschreven waarin dit ons aanschouwelijk wordt voorgesteld.
1. Wateren / rivieren: Het volk Israël was door de Rode Zee en de Jordaan getrokken. God had het water afgedamd en zij gingen erdoorheen alsof zij op het droge waren. De wolkkolom en de engel van de Heer stonden achter hen als bescherming tegen de vijand. Het was een geloofsproef voor het volk. Zouden de wateren stilstaan, zou de vijand hen niet kunnen naderen, zouden zij de andere oever bereiken?
Zo komen ook wij in verschillende situaties, waarin de Heer ons geloof op de proef stelt. Wij hebben bijvoorbeeld een beroepsbeslissing genomen na gebed en vertrouwen op Hem, maar de dingen lijken niet goed te gaan. Een ernstige ziekte treft ons of een van onze dierbaren en we vragen ons af wat er nu gaat gebeuren. En er zijn nog veel meer vragen. Ons vertrouwen op Hem wordt op de proef gesteld.
Nu doet onze Heer ons twee beloften. Hij is bij ons. Hij zal ons er niet alleen doorheen laten gaan. Toen Paulus op weg was naar Rome, stond de Heer hem bij (Hand. 23:11). Hij heeft beloofd bij ons te zijn alle dagen en ons niet te begeven noch ons te verlaten. De Psalmist zegt: “Ik heb de rechtvaardige nooit verlaten gezien” (Ps. 37:25). En de rivieren zullen ons niet overstromen. Hij zal ons niet ten onder laten gaan. Hij staat niet toe, dat wij boven ons vermogen verzocht worden, Hij zorgt ook voor de uitgang, zodat wij die kunnen doorstaan. Hij is daar Zelf en heeft de maat in gedachten die wij kunnen dragen.
2. Vuur / vlam: De drie vrienden van Daniël zaten in de vurige oven vanwege hun trouw. Zij weigerden te buigen voor het standbeeld van de koning van Babylon. Wat van hen verlangd werd was in strijd met de uitdrukkelijke geboden van God. Zou God hen bewaren? Zij vertrouwden hem standvastig (zie Daniël 3). Hij behoedde hen niet voor de oven, maar Hij behoedde hen in de oven en was bij hen. En dat was het grootste wonder!
Als wij trouw zijn aan de Heer in situaties waarin het er op aankomt God meer te gehoorzamen dan mensen, zal Hij dat ook vandaag bevestigen. Hij redt ons niet altijd van de gevolgen, maar wij kunnen de gevolgen dan aan Hem overlaten. En we hebben Zijn goedkeuring en Zijn steun. Misschien gebruikt Hij dit ook om ons geloof zichtbaar te maken. Petrus spreekt over geloof dat beproefd wordt door vuur. Het zal zichtbaar zijn voor de verheerlijking van de Heer bij Zijn verschijning (1 Petr. 1:7).
God zet de gedachte voort door Zich eerst voor te stellen als de Heer, onze God, – Degene die boven allen staat en dus alle macht heeft. En dan toont hij Zichzelf als onze Redder of Heiland. Hij is niet alleen de Heiland van onze zielen. Wij kennen Hem ook als onze Heiland voor wat betreft ons leven als mens op deze aarde. Wanneer Paulus aan Timotheüs schrijft en de Heer voorstelt als de Onderhouder van alle mensen (1 Tim. 4:10), kan men dat ook vertalen met het woord Heiland.
Ja, onze Heer en Heiland zorgt voor al onze aangelegenheden en is met ons.
Zo mogen wij voor onszelf het woord van David tot Abjathar nemen: “Blijf bij mij, … Bij mij zult u echter veilig zijn” (1 Sam. 22:23).
Dirk Mütze, © www.bibelstudium.de
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW