Bijbelvers: Handelingen 2 vers 42
Een vierde feit vinden we in vers 42: “Zij nu bleven volharden in de leer van de apostelen.” Het huis van God is geen plaats waar we in onwetendheid worden achtergelaten om onze eigen weg te vinden en alles zo goed mogelijk te doen. Nee, het is de plaats van Goddelijk onderricht. Voor ons vandaag is het onderwijs van de apostelen vastgelegd in de brieven. In Handelingen 2 was het beperkt tot wat toen bekend was, vandaag hebben we de volledige openbaring van de gedachten van God in de Schrift, en het onderwijs van de apostel Paulus, dat sinds Pinksteren naar voren is gekomen, is het allerbelangrijkst. Het feit dat het onderwijs van de apostelen zo lichtvaardig terzijde wordt geschoven, is slechts een volgende stap op de weg van het afwijken van het model. Broeders en zusters, laten we terugkeren naar het Woord en onze gedachten laten vormen door het onderwijs van de apostelen.
Het vijfde feit is dat ze “in gemeenschap” bleven. Gemeenschap, zoals we weten uit 1 Korinthe 1 vers 9, is “… de gemeenschap van zijn Zoon Jezus Christus onze Heer” – geen gemeenschap met Zijn Zoon, maar gemeenschap van Zijn Zoon. Gemeenschap is een heel eenvoudige gedachte, het betekent, dat we een gemeenschappelijk deel hebben, en dat vereist een band die ons samenbindt. We delen samen deel aan de heerschappij en bestuur van de Heer Jezus Christus, we behoren tot één Heer, Hij is de band van onze gemeenschap, en, beste broeders en zusters, het is onze verantwoordelijkheid om trouw te zijn aan deze gemeenschap.
Het zesde feit is dat ze volhardden “in de breking van het brood.” In het breken van het brood verbinden we ons uitdrukkelijk aan de gemeenschap van de dood van Christus. “Het brood dat wij breken, is dat niet [de] gemeenschap van het lichaam van Christus?” (1 Kor. 10:16). Het is iets wat we zelf doen. Bij de doop doet iemand anders iets met ons. We kunnen onszelf niet dopen. Maar als we deelnemen aan het avondmaal, doen we dat zelf. We verbinden ons uitdrukkelijk aan de gemeenschap van de dood van Christus, en dat, lieve broeders en zusters, is een hoge eis. Het betekent, dat we nu verantwoordelijk zijn om niets toe te staan dat in strijd is met de dood van Christus, dat we niet door moeten gaan met dingen waarvoor Christus moest sterven. O, hoe ver zijn we in dit opzicht van het model afgeweken.
Het zevende feit is, dat ze “in de gebeden” volhardden. Dit is het laatste grote kenmerk van het huis van God. Het wordt gekenmerkt door het feit, dat het een plaats van gebed is. Net zoals in het oude testament het huis van God een plaats van gebed moest zijn voor alle volken, vinden we ook in het onderwijs van de brieven aan Timotheüs, dat het gebed van groot belang is. “Ik wil dan dat de mannen in elke plaats bidden met opheffing van heilige handen” (1 Tim. 2:8). Het is de plaats waar we voorbede kunnen doen voor mensen bij God te midden van een verloren wereld om ons heen. En de plaats van gebed is ook de plaats waar we onze afhankelijkheid van God tot uitdrukking brengen.
Hamilton Smith © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 20.01.2012
Geplaatst in: Christendom, Gemeente
© Frisse Wateren, FW