4 jaar geleden

Goodbye: God zij met u – Grüß Gott: God begroete u

Goodby1 is een afscheidsgroet die nogal eens wordt gebruikt. evenals Grüß Gott2. Beide groeten hebben ook ons vandaag nog iets te zeggen …

God met ons …

 

“De God nu van de vrede zij met u allen” (Rom. 15:33).
Overigens, broeders, verblijdt u, wordt volmaakt3, laat u aansporen, wees eensgezind, leef in vrede. En de God van de liefde en de vrede zal met u zijn” (2 Kor. 13:11).
“Wat u geleerd, ontvangen, gehoord en gezien hebt in mij, doet dat; en de God van de vrede zal met u zijn” (Fil. 4:9).
“Moge nu de Heer van de vrede zelf u altijd op elke manier de vrede geven. De Heer zij met u allen” (2 Thess. 3:16).

God met ons! Dit is wat wij allen als kinderen van God zo nodig hebben en zeker óók zullen wensen, als onze relatie met God ‘in orde’ is. Dan ervaren ook we de vrede van God. De vrede met God hebben we al ontvangen, toen wij tot geloof kwamen in onze Heer en Heiland, Die vrede gemaakt heeft door het bloed van Zijn kruis (zie Rom. 5:1; Kol. 1:20). Hebben wij die vrede met God al? Dan staat de weg ook open tot de vrede van God. “Vrede laat ik u, Mijn vrede geef ik u” (Joh. 14:27). 

Echter om die vrede van God te kunnen ervaren, hebben wij wel een verantwoordelijkheid om in de weg van de vrede te wandelen. Dat houdt onder andere in, dat wij datgene, wat ons door het Woord geleerd wordt, ook bereidwillig ontvangen en vervolgens ook in de praktijk brengen, wat ons geleerd is. Als we dat doen, zal de God van de vrede met ons zijn. Vrede én Gods nabijheid zijn dus zeer nauw aan elkaar verbonden. Dan kennen we ook de vrede in de Heer Jezus, ondanks verdrukking; dan hebben we zelfs goede moed, omdat Hij de wereld overwonnen heeft (zie Joh. 16:33).

Gebed

Ook het gebed speelt een cruciale rol in het ervaren van de vrede van God. Onze weg gaat niet altijd over rozen, zoals we allen wel weten. Er zijn soms – of misschien wel dikwijls – veel zorgen in ons leven. Zorgen, die ons de vrede van God ontnemen kunnen, omdat we ze niet van ons af werpen (verg. 1 Petr. 5:7). Laten we het gebed daarom niet verzuimen; het is juist o zo noodzakelijk, geliefde brusters4. Want dan kunnen we, ondanks al onze moeiten en zorgen, ons tóch verblijden in de Heer. Misschien denkt u nu: ‘Dat is gemakkelijk gezegd, u hebt misschien nog niet zoveel meegemaakt als ik!’ Wel, dat is inderdaad niet zo gemakkelijk, leert de praktijk. Maar … het is niet onmogelijk, want God geeft vrede in onze harten als we met gebed en smeking met dankzegging onze verlangens Hem bekend maken. Mogen we dan geen zorgen hebben? Jazeker wel! Daar ontkomen we zelfs niet aan. Maar wanneer die zorgen uitmonden in ‘bezorgdheid’ missen we de betekenis van Filippi 4 vers 6-7. Dan hebben de zorgen ons in de macht en zal de blijdschap – die we vinden in de verzen 4 en 5 – ons volledig ontbreken.

“Hoe kan ik nu spreken over blijdschap, terwijl ik bijna stik van de zorgen?”, denk je nu misschien. Dat kan omdat de Heer nabij is! (vs. 5) Daarbij mogen we denken aan Zijn komst, die zeer nabij is, maar óók aan het feit, dat Hij ook nu bij ons is. Heeft de Heer Jezus niet gezegd: “Zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de eeuw” (Matth. 28:20). Alle dagen! Dus ook in dagen van zorgen en strijd, van verdriet en rouw, wanneer geliefden ons ontvallen zijn doordat zij bij de Heer hun intrek namen. Wanneer we ons dit meer bewust worden, zullen we Zijn nabijheid ook als vertroostend en bemoedigend ervaren. Laten we niet vergeten dat God een God is van alle vertroosting (2 Kor. 1:3-4). Dit kan – en wil – alleen de Heer bewerken. Staan we daarvoor wel altijd open? Of willen we onze zorgen en noden, ons verdriet blijven ‘koesteren’ en ‘vasthouden’, omdat wij alleen onze oplossingen zien, en niet die van de Heer?

Lezen uit het Woord van God

Mogelijk kunnen ons de volgende passages uit het Woord van God daarin – en daarover – licht geven:

“Want wanneer Hij bedroefd heeft, zal Hij Zich ontfermen naar de grootheid van Zijn goedertierenheid. Want niet van harte verdrukt Hij en bedroeft Hij mensenkinderen” (Klaagl. 3:32,33).

“… en u hebt de vermaning vergeten dit tot u als tot zonen spreekt: ‘Mijn zoon, acht [de] tuchtiging van [de] Heer niet gering en bezwijk niet als u door Hem bestraft wordt5; want wie [de] Heer liefheeft, tuchtigt Hi, en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt. U verdraagt het tot tuchtiging; God behandelt  u als zonen; want welke zoon is er die een vader niet tuchtigt? Maar als u zonder tuchtiging bent waaraan allen deel hebben, dan bent u bastaarden en geen zonen. Bovendien, wij hadden de vaders van ons vlees om [ons] te tuchtigen en wij hadden ontzag voor hen; zullen wij <dan> niet veel meer aan de Vader van de geesten onderworpen zijn en leven? Zij tuchtigden [ons] wel voor weinige dagen, naar het hun goed dacht, maar Hij tot ons nut, opdat wij aan Zijn heiligheid deel zouden krijgen. Nu schijnt alle tuchtiging wel op het ogenblik zelf geen reden voor vreugde maar voor droefheid te zijn, maar daarna geeft zij aan hen die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht van gerechtigheid” (Hebr. 12:5-11).

“Moppert ook niet, zoals sommigen van hen mopperden en door de verderver omkwamen. <Al> deze dingen nu zijn hun overkomen als voorbeelden en zijn beschreven tot waarschuwing voor ons, op wie de einden van de eeuwen zijn gekomen. Daarom, laat hij die meent te staan, uitkijken dat hij niet valt. U heeft geen verzoeking getroffen dan menselijke; en God is getrouw, die niet zal toelaten dat u verzocht wordt boven wat u kunt [verdragen]; mar met de verzoeking zal Hij ook de uitkomst geven, zodat u ze kunt verdragen” (1 Kor. 10:10-13).

“Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet zoals de wereld geeft, geef Ik u. Laat uw hart niet ontroerd en niet bang worden” (Joh. 14:27; zie ook Joh. 16:33).

Ook de apostel Paulus moest iets leren, wat wij ook moeten leren, namelijk het volgende: “… want ik heb geleerd tevreden te zijn met de omstandigheden waarin ik ben” (Fil. 4:11b).

Hebben wij dit ook al geleerd?

Vrede onder elkaar

Tot slot nog iets over vrede onder elkaar. Dat zullen we immers zeker ook wensen onder elkaar als brusters4. Romeinen 14 vers 19 zegt daarover: “Laten wij dus jagen naar wat de vrede en de onderlinge opbouwing [dient]”. Jagen is voor sommigen een hobby als het gaat om een fazant, een konijn of zelfs een ree. Om dit te kunnen doen hebben zij zich allerlei middelen aangeschaft om dat doel te bereiken. Zij steken er veel energie in als ze gaan jagen. Hoe zit dat bij ons? Steken wij daar ook energie in en wenden we ook de ons gegeven middelen daartoe aan? Waar zijn wij naar op jacht? Bidden we voor de vrede en opbouw van brusters en gaan we er ook voor? Het doel is “opbouw” van elkaar en bevordering van de “vrede”. Als we dit doen in de kracht en met de hulp van de Heilige Geest, zal de Heer zeker met ons zijn. Dit wenste de apostel Paulus ook de gelovigen in Rome toe: “De God nu van de vrede zij met u allen”. (Rom. 15:33; zie o.a. ook 2 Kor. 13:11; 1 Thess. 5:14). De vrucht van de Geest is onder andere ook “vrede”. Maar ook liefde, blijdschap, …, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing (Gal. 5:22). Dit zijn allemaal – om zo te zeggen – de ‘ingrediënten’ die nodig zijn voor een gemeenschap onder elkaar. Wij waren ook opgeroepen om vrede te houden onder elkaar. Dat kunnen wij ook, omdat wij de Heilige Geest ontvangen hebben. Het is niet iets wat onmogelijk is, ook al lijkt het soms zo. Wanneer wij de Heilige Geest laten werken in onze harten en ons door Hem  laten leiden, zal dit niet zonder vrucht blijven. Gods Geest smeedt harten aan elkaar, die voorheen gescheiden waren van elkaar. Daarbij neemt het Woord van God een essentiële plaats in. Laten we dat niet vergeten. Daarom is het goed en noodzakelijk om het Woord van God te openen met een bereidwillig hart om te luisteren naar Zijn stem.

Ook als een broeder het Woord doorgeeft, laten we luisteren naar het Woord en niet op de persoon letten die het door mag, ja moet, geven. Dit voorkomt verblinding en zal licht en vreugde bewerken onder elkaar. “Het opengaan van Uw Woord geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht” (Ps. 119:130). Dan wordt ook waar wat we in dezelfde psalm kunnen lezen, namelijk “Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad” (vs. 105).

Wanneer we het bovenstaande in de praktijk brengen, zullen we ervaren dat God met ons is! Het zal de eensgezindheid onder elkaar zeker bevorderen en het aanvaarden van elkaar zal dan ook gezien worden. Dit geeft een weg van vrede, persoonlijk en gemeenschappelijk, en in deze weg zullen we de nabijheid van de Heer ervaren. Dit alles zal dan tot eer van Hem zijn, Die ons liefheeft!

Goodbye!

 

NOTEN:
1. Goodbye is een Engelstalige groet die gebruikt wordt bij een afscheid. De groet is ook overgenomen in andere talen. Het woord is een samentrekking van de zin ‘God be with you’ (Nederlands: God zij met u), waarbij ook groeten als good day en good evening van invloed zijn geweest. Vanaf het laat  Middelengels werd goodbye onder meer geschreven als God be wy ye en later Godbwye. De groet wordt vaak verkort tot bye, of wat informeler tot: bye-bye. {Wikipedia}
2. Grüß Gott is een typisch Beierse, Zuid-Duitse, Zuid-Tiroolse en Oostenrijkse begroeting, maar ook wel in gebruik bij Donau-Zwaben. Het is een verkorting van Grüße dich Gott, wat “God begroete u” betekent. {Wikipedia}
3. Of ‘weest vast aaneengesloten’.
4. Brusters: verzamelnaam van broeders en zusters. {FW}
5. Het Griekse woord paideia verwijst naar de straf die kinderen soms opgelegd krijgen als deel van hun opvoeding. {opmerking HSV}

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW