10 jaar geleden

Familie van God en lichaam van Christus

“Want wij, de velen, zijn één brood, één lichaam; want wij allen nemen deel aan het ene brood” (1 Kor. 10:17).

Wanneer men spreekt over gemeenschap in tijden van verval, komt men regelmatig over het volgende te spreken:

Zodra wij een geliefd kind van God in de trein ontmoeten, verblijden we ons. We hebben hetzelfde leven en een gemeenschappelijk voorwerp van het geloof. We merken dan: De familie van God is nog steeds intact. Dat is ons in de tijd van verval en vele groepen en groeperingen overgebleven! En slechts alleen dat.

Maar: is dan het lichaam van Christus niet meer intact? Waarom zou ik deze relatie, overdreven gezegd, vergeten, zodra ik in een trein stap? Ook in de tijd van verval geldt: de verbinding van de leden met het Hoofd en met elkaar is intact. Natuurlijk, niet in de praktijk – maar dat geldt toch voor de familie van God op dezelfde wijze. Wij verwerkelijken vaak beide waarheden niet (en anderen helaas ook).

De Schrift spreekt noch in verband met de familie van God, noch met het lichaam van Christus van verval (ze doet het echter bij het huis van God). Daarom kan men, wanneer men een Christen ontmoet, zowel aan de intacte familie als ook aan het intacte lichaam denken.

Bij het breken van het brood wordt de eenheid van het Lichaam van Christus, die vandaag de dag nog steeds bestaat, voorgesteld (1 Kor. 10:16,17). We kunnen dat daadwerkelijk niet met al diegenen doen met wie we gemeenschap in de trein, in het vliegtuig of waar dan ook maar, hebben. Een obstakel is daarbij juist de versnippering van christenen in duizenden verschillende groepen. Zo hebben wij gemeenschap met vele christenen op een veelvoudige wijze, maar niet zonder verdere gemeenschap in het breken van het brood – de hoogste uitdrukking van de christelijke gemeenschap.

Niet alleen wanneer we brood breken, denken we aan het ene lichaam. Neen, deze waarheid moet ons leven doordringen. Een christen, met wie ik (nog) geen gemeenschap in het breken van het brood heb, moet van mijn kant heel goed voelen dat we leden van elkander zijn. Maar ook, dat we tot een familie behoren.

Gerrid Setzer, © Bibelstudium.de

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW