De overwinning van de Gekruisigde
“… over alles wat Jezus is begonnen zowel te doen als te leren, tot op de dag dat Hij werd opgenomen, nadat Hij door [de] Heilige Geest Zijn opdrachten had gegeven aan de apostelen die Hij had uitverkoren” (Hand. 1:1,2).
Gekruisigd, gestorven, begraven. Onvoorstelbaar als je bedenkt, dat deze dingen de Heer der heerlijkheid en Schepper van het leven zijn overkomen! Maar Zijn verhaal eindigt niet bij het graf. Hij is levend gemaakt door de Geest, opgewekt door God, opgenomen in heerlijkheid en gekroond aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogte met eer en heerlijkheid! Hij die “verklaard [1] is als Gods Zoon in kracht naar [de] Geest van [de] heiligheid, door dodenopstanding” (Rom. 1:4). Hij leeft voor God en door de kracht van God (verg. Rom. 6:10; 2 Kor. 13:4).
Vanaf Zijn doop tot Zijn opstanding was Hij “gerechtvaardigd in de Geest” (1 Tim. 3:16). De Geest drukte Zijn zegel op alles wat de Heer Jezus tijdens Zijn leven deed en bevestigde tenslotte, door Hem op te wekken uit de dood, dat Hij inderdaad de Zoon van God was. Maar ook na de opstanding van Jezus bleef de Geest in Hem werken. De levende Overwinnaar van Golgotha gaf bevelen aan de apostelen door de Heilige Geest! Doet Hij dit niet nog steeds in figuurlijke zin met de gelovigen van vandaag (verg. Hand. 13:1-4)?
Christus heeft door Zijn dood en opstanding de Heilige Geest niet verloren. De Volheid van de Godheid woonde in Hem hier op aarde (verg. Kol. 1:19) – en dit zal ook zo zijn in de hemel tot in alle eeuwigheid (verg. Kol. 2:9)!
De Zoon van God heeft ons de belofte gegeven, dat de Heilige Geest tot in eeuwigheid bij ons zal zijn – geheel onafhankelijk van de vraag of wij door de opname van de gemeente of door dood en opstanding in de heerlijkheid binnengaan (verg. Joh 14:16).
Wij hebben ook de Geest ontvangen als een onderpand. Hij is de garantie ervoor, dat wij de heerlijkheid zullen bereiken en daadwerkelijk bezit zullen nemen van onze hemelse erfenis die voor ons in de hemelen wordt bewaard (verg. Ef. 1:14; 1 Petr. 1:4). Bovendien geeft de inwonende Geest ons een voorsmaakje van wat ons in de hemel te wachten staat.
Het volgende korte verhaal geeft een ‘flauwe’ illustratie van deze wonderbaarlijke waarheid: Een vader wil met een schip een ver land bezoeken en belooft zijn jongen hem mee te nemen op de reis. Voor de reis geeft hij zijn zoon een verrekijker. Voor de jongen is de verrekijker een garantie dat de vader hem echt meeneemt op de reis. Maar dat niet alleen: tegen het einde van de reis neemt de zoon zijn verrekijker in de hand en richt de blik naar de langverwachte bestemming. Terwijl de andere passagiers op het schip nog niets kunnen zien, kan hij het vasteland al zien. De verrekijker geeft hem tijdens de reis al een duidelijker beeld van de plaats waar ze naar toe reizen. Dat is precies wat de Heilige Geest doet: Hij stelt ons nu reeds in staat om met de ogen van ons hart de hemelse dingen te zien die God heeft bereid voor hen die Hem liefhebben.
Wanneer was de laatste keer dat u God bewust dankte voor de gave van de Heilige Geest? Hoe vaak denkt u na over wat u in de hemel te wachten staat?
Jan Philip Svetlik; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 08.06.2018.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW