17 jaar geleden

1 Thessalonika 5 (15)

Ook deze bijbelcursus is als hulp en ondersteuning voor onze lezers bedoeld, om het Woord van God regelmatig en voortdurend te bestuderen. Uw vragen die uit deze bijbelstudie voortkomen, willen we graag proberen te beantwoorden. Evenzo is het fijn om uw opmerkingen te vernemen. Deze keer gaat het over ‘ongeregelden’, ‘kleinmoedigen’ en ‘zwakken’. Mogelijk herkent u zich in één van deze categoriën. Dan is de Heer Jezus er die ‘het geknakte riet’ niet zal verbreken, ook vandaag niet. Er wordt gewezen op het gebed en de voorbede, twee heel belangrijke elementen in het christelijk geloof. Wie van ons kan zonder gebed? Wie kan zonder Zijn genade? Niemand!!!

Hoofdstuk 5:14-28

Vers 14: “En wij vermanen u, broeders, wijst de ongeregelden terecht, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, weest lankmoedig jegens allen”.

Wijst de ongeregelden1 terecht: Hier volgt een voorbeeld voor terechtwijzing. Er zijn broeders en zusters, die ongeregeld zijn. Misschien hebben ze grote moeite zich bij een gemeenschap te voegen. Of denkt de apostel aan personen, waarover hij al in hoofdstuk 4 gesproken heeft? Wie helpt hen liefdevol vroegtijdig terecht? Deze opdracht geldt zeker niet alleen voor de arbeiders uit vers 12 en 13.

Vertroost de kleinmoedigen: Misschien is het nog moeilijker kleinmoedigen te troosten, als ongeregelden terecht te wijzen. Kleinmoedigen zijn fijnbesnaard. Vaak zijn het zeer fijngevoelige mensen. Zij zijn in gevaar door de omstandigheden van het leven ontmoedigd te worden. Wie ontfermt zich over hen op een meevoelende wijze? De Heer Jezus heeft het geknakte riet niet verbroken en een walmende vlaspit niet uitgeblust (Mattheüs 12:20).

Ondersteunt de zwakken: Bij de “zwakken” ligt de nadruk op lichamelijke gebreken of ziekten. Zij mogen dan vandaag sterk in het geloof lijken, maar morgen zijn ze ontmoedigd. De zwakken hebben onze dagelijkse voorbede nodig. Zij hebben onze belangstelling nodig.

Weest lankmoedig jegens allen: Lankmoedigheid of geduld in de omgang met elkaar, ja tegenover alle mensen, is een voortreffelijke christelijke deugd. Lankmoedigheid reageert op een belediging met grote gelatenheid en de wens om zegen voor de anderen.

Vers 15: “Ziet toe dat niet iemand een ander kwaad met kwaad vergeldt, maar jaagt altijd naar het goede voor elkaar én voor allen”.

Hier spreekt de apostel een zeer verbreid kwaad aan. In de wereld is het: “Leer om leer!”. Handelen wij niet vaak naar dit principe? Wij moeten het zelf niet doen, en er acht op geven dat anderen het evenzo niet doen. Kwaad met kwaad vergelden heeft met gerechtigheid niets te maken! Maar hoe vaak komen wij niet eerder tot rust tot wij de andere ook de waarheid hebben gezegd.

Wat is het geneesmiddel? Ten allen tijde zowel tegenover gelovigen als ongelovigen daarnaar streven, goed te doen. Dat is werkelijke gerechtigheid, die God bij Zijn kinderen graag wil zien.

Vers 16-18: 16. “Verblijdt u altijd. 17. Bidt onophoudelijk. 18. Dankt in alles, want dit is de wil van God in Christus Jezus jegens u”.

Verblijdt u altijd: In vers 13 luidt de opdracht om vrede onder elkaar te houden. In vers 15 hebben we de maatstaf van God voor gerechtigheid. Hier worden we opgeroepen ons altijd te verblijden. Ook weer de drie kenmerken van het koninkrijk van God (Romeinen 14:17).

Bidt onophoudelijk: Daarin was de apostel een lichtend voorbeeld (hoofdstuk 1:2; 3:10). De Heer Zelf was steeds in gebed (Psalm 109:4). Onophoudelijk bidden betekent niet alleen met gevouwen handen bidden, maar de voortdurende verbinding, het voortdurende bespreken van alle dingen met de Heer onderhouden. Bidden is het ademen van de innerlijke mens. Kent u deze gebedshouding?

Dankt in alles: De dankzegging is een bewijs daarvoor, dat wij in de goede houding van het gebed voor de Heer staan. In al onze gebeden mogen wij al direct ervoor danken, dat de Heer ons graag dat geeft, wat goed voor ons is.

De wil van God: God wil dat wij dankbaar zijn en Hem dat ookin het gebed zeggen. We mogen en moeten Hem alles vertellen, wat ons zorgen geeft of ons bezwaart, maar wij moeten eveneens nooit vergeten Hem te danken. Vaak vragen wij ons af wat de wil van God in deze of gene concrete situatie is. Het is niet altijd eenvoudig duidelijkheid te krijgen. Of ligt het daaraan, dat wij de velerlei aanwijzingen naar Gods wil – zoals ook in dit gedeelte – te weinig aandacht geven?

Vers 19-20: 19. “Blust de Geest niet uit. 20. Veracht de profetieën niet …”.

Blust de Geest niet uit: De Geest wordt hier met een brandend vuur vergeleken. We kunnen in de samenkomsten of in het samenleven als gelovigen de Geest in ons midden door menselijke organisatie of door tegenstand tegen Zijn werken uitblussen (of onderdrukken, uitdoven).

Veracht de profetieën niet: Dit hier is een voorbeeld hoe men de Geest uitblussen kan. Volgens 1 Korinthe 14:3 dient de voorspelling2 tot opbouw, vermaning en vertroosting. Het afwijzen van zo’n dienst in de samenkomsten van de gelovigen bedroeft de Heilige Geest. Bovendien verliezen wij de zegen die de Heer ons door Zijn Woord schenken wil.

Vers 21-22: 21. “… maar beproeft alles, behoudt het goede. 22. Onthoudt u van elke vorm van kwaad”.

Maar beproeft alles: In het verband gaat het hier om dat, wat door de profetieën gezegd wordt, want er bestaat het gevaar, dat datgene, wat als profetie uitgegeven wordt, niet door de Geest van God gewerkt is. Wij worden opgeroepen alles te beproeven, en wel moeten wij vaststellen of het gezegde met het Woord van God overeenstemt. In dit opzicht stelt het Woord van God het prachtige getuigenis voor van de gelovigen van Berea: “Dezen nu waren edeler dan die in Thessalonika: zij ontvingen het woord met alle bereidwilligheid, terwijl zij dagelijks de Schriften onderzochten of deze dingen zo waren” (Handelingen 17:11). Dat konden de Thessalonikers van de Bereeërs leren.

Het is niet ongevaarlijk dit vers algemeen toe te passen: Het is namelijk helemaal niet onze opdracht alles te beproeven in die zin, dat wij dingen onderzoeken waarvan wij weten, dat zij verkeerd zijn. Daarbij is al menigeen van een eenvoudig geloof en volgen van de Heer Jezus afgevallen. Daarom de duidelijke aanwijzing: Onthoudt u van elke vorm van kwaad. Gods wil is onze heiligheid (hoofdstuk 4:3).

Vers 23-24: 23. “Moge de God van de vrede Zelf u geheel en al heiligen en moge geheel uw geest en ziel en lichaam onberispelijk worden bewaard bij de komst 24. van onze Heer Jezus Christus. Hij die u roept, is getrouw. Hij zal het ook doen”.

Na al de korte vermaningen volgt nu een kort gebed. De apostel beveelt de gelovigen bij God aan.

De God van de vrede: God is de bron van alle vrede voor ons in een wereld van onvrede en van zonde. Paulus bidt daarom, dat God Zelf ons geheel en al heiligen moge. Alle inspanningen van de Geest van God hebben het doel de gelovigen voor God af te zonderen en de Heer Jezus in hun leven te verheerlijken. Het is goed wanneer wij van deze inspanningen van God weten, want aan de andere kant hebben wij gezien, dat ook wij zelf vol inzicht naar dit doel toe moeten werken. Heiliging ligt ook op het terrein van onze verantwoording. Wij moeten ons immers van alle kwaad onthouden.

Geest en ziel en lichaam: Onze gehele innerlijke en uiterlijke mens moet voor het kwade bewaard worden. De mens is een wonderbare eenheid van geest, ziel en lichaam. Hoe snel kunnen wij onze geest of onze ziel aan schadelijke invloeden blootstellen. Hoe velen hebben onverantwoordelijk hun lichaam beschadigd.

Wij gaan naar een doel heen: De komst van onze Heer Jezus Christus. Wanneer Hij komt en ons verandert, worden wij bevrijd van de zondige natuur, die nog in ons is, en wij zullen Hem gelijk zijn. Tot aan dat ogenblik toe wil God ons bewaren. God heeft ons geroepen tot Zijn koninkrijk en daarmee ook tot heiligheid.

Vers 25-26: 25. “Broeders, bidt ook voor ons. 26. Groet al de broeders met een heilige kus”.

Broeders, bidt ook voor ons: Paulus beveelt zichzelf en zijn medearbeiders in de voorbede van de Thessalonikers aan. Het gebed voor elkaar verbindt deze dienaar met de jonge gelovigen. Dat is een aansporing voor ons, voor de dienaars van de Heer te bidden. Zij hebben onze voorbede dringend nodig. Zij hebben bewaring nodig in hun eigen geloofsleven en in hun dienst. Voorbede verbindt de harten op de innigste wijze aan de troon van de genade.

Met een heilige kus: De nadruk ligt hier op “heilig”. Of men nu de hand geeft of elkaar met een kus begroet, het mag niet in huichelarij gebeuren. De begroetingen moeten altijd oprecht zijn. Laten wij elkaar toch eerlijk in de ogen kijken en uitdrukking geven aan onze verbondenheid!

Vers 27: “Ik bezweer u bij de Heer, dat de brief aan alle [heilige] broeders wordt voorgelezen”.

Aan alle broeders en zusters in Thessalonika moest deze brief voorgelezen worden. De inhoud is ook voor ieder van ons belangrijk. Het is een korte brief. Men heeft nauwelijks 15 minuten nodig om hem in rust door te lezen. Wij zouden deze brief vaker moeten lezen. Of heeft iemand zelfs hem al van buiten geleerd?

Vers 28: “De genade van onze Heer Jezus Christus zij met u”.

Paulus besluit deze brief door de ontvangers de genade van de Heer Jezus toe te wensen. En deze genade hebben ook wij dagelijks nodig. Zo als de brief met de genade begon (1:1), zo eindigt hij met de genade.


 

Vragen en aansporingen om te verwerken

  • Wie heeft in het Nieuwe Testament oudsten aangesteld?
  • Wat is het verschil tussen kleinmoedigen en zwakken?
  • Waar worden in het Nieuwe Testament overal zwakken genoemd?
  • Waar heeft in de Bijbel iemand kwaad met kwaad vergolden?
  • Waar staat: De vreugde van de Heere is uw sterkte?
  • Kan een gelovige de Heilige Geest weer verliezen?
NOTEN:
1. Ongeregelden zijn zij, die zich niet aan de inzettingen van de apostelen willen houden (vergelijk 2 Thess. 3:6-7). Daaronder kunnen we toch niet de kleinmoedigen rekenen, immers zij willen wel, maar denken dat ze het niet kunnen. Zij hebben troost en aanvuring nodig. De ongeregelden daarentegen hebben terechtwijzing nodig [vertaler FW].
2. Of: Profetie; in het Grieks staat voor “voorspelling” of “profetie” altijd het woord ‘propheteia’.

Werner Mücher, © Folge mir nach

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW