5 jaar geleden

Zeven bemoedigende woorden voor het nieuwe jaar

Psalm 73

 

Aan het begin van een nieuw jaar willen we ons de woorden van Asaf herinneren. Deze gelovige werd elke dag geplaagd en was zich elke ochtend van zijn tuchtiging bewust. Wat hij in zijn God vond, kan ook ons aanmoedigen op het pad van het geloof.

  1. Terwijl we onderweg zijn, vallen er steeds meer gaten in de gelederen van degenen van wie we houden, die het pad met ons hebben bewandeld en de goede strijd met ons hebben gestreden. “Ik zal echter voortdurend bij U zijn” (vs. 23a), zei Asaf. De Heer stelt ons nooit teleur. Hij zal altijd bij ons zijn. Waardevolle begeleiding!
  2. Hoe langer we op het pad van het geloof zijn, hoe meer we onze zwakte voelen. We hebben al vaak ervaren, dat het maar weinig scheelde, of onze voeten zouden zijn uitgegleden, onze schreden uitgeschoten. Wie kan ons voor een val bewaren? Asaf wist: “U hebt mijn rechterhand gegrepen” (vs. 23b). Sterke steun!
  3. Wat zal er in het nieuwe jaar op ons afkomen? Zullen er moeilijkheden en noden zijn? Asaf vertrouwde op zijn God: “U zult mij leiden door Uw raad” (vs. 24a). Hier gaat het niet over de eeuwige raadsbesluiten van God, maar hoe wijs en liefdevol Hij ons op het pad van geloof leidt. Wat een vrede!
  4. Elk voorbij gegane jaar brengt ons dichter bij het einde van onze reis. Welk doel gaan wij tegemoet? Voor veel mensen is dit een open, beangstigende vraag. Maar de gelovige Asaf wist: “… daarna zult U mij in heerlijkheid opnemen” (vs. 24b). Israël zal het doel bereikt hebben, nadat de heerlijkheid van God geopenbaard zal zijn. Wij christenen gaan de hemelse heerlijkheid tegemoet. Wij zien de tijd zonder treuren voorbijgaan, omdat het ons dichter bij ons huis in de hemel brengt. Heerlijk doel!
  5. Wie zal ons ontmoeten uit de heerlijkheid? Wie zal ons daar gelukkig maken? Asaf geeft ons het antwoord: “Wie heb ik behalve U in de hemel? Naast U vind ik nergens vreugde in op de aarde” (vs. 25). De Heer, Die ons nu ondanks alle problemen volledige vreugde kan schenken, zal ook voor eeuwig ons geluk zijn. Wat voor een Persoon verwachten wij toch!
  6. In de ‘wachttijd’ kunnen we lijden in ons lichaam en in onze ziel. Waar zoeken we onze toevlucht? Waar rusten we een beetje uit? Asaf zei: “Bezwijkt mijn lichaam en mijn hart, dan is God de rots van mijn hart en voor eeuwig mijn deel” (vs. 26). Wat een toevlucht!
  7. Het materiële is vluchtig en kan snel verloren gaan. Waarop stellen wij ons vertrouwen? Wie zal voor ons zorgen? “Maar wat mij betreft, het is voor mij goed dicht bij God te zijn. Ik neem mijn toevlucht tot de Heere HEERE, om al Uw werken te vertellen” (vs. 28), zei Asaf. Wat is er beter dan Gods nabijheid te zoeken? Heeft Hij ooit ons vertrouwen teleurgesteld? Hoe meer wij op God vertrouwen, hoe vaker wij iets over Zijn wonderbare hulp kunnen vertellen. Wat goed om zo’n grote God toe te behoren!

Alfred Guignard; © www.haltefest.ch

Jaargang: 2019 – Heft: 1 – Bladzijde: 3

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW