13 jaar geleden

Vergeving (3)

Deel 3

Het spijt mij

“Mijn verontschuldiging” schijnt het woord het zijn, dat het moeilijkst over de lippen komt”. Ieder weet uit ervaring, hoe moeilijk het vanuit menselijk oogpunt is, om vergeving te vragen. In een kleine serie zal het thema van wederzijdse vergeving behandeld worden, dat voor het samenleven als gelovigen zo “van levensbelang” is. In deze bijdrage gaat het om de weg tot vergeving: communicatie. Het gaat niet zonder met elkaar te spreken.

Het gaat niet zonder met elkaar te spreken.

Wanneer zonde in het spel is, kan zij alleen door een gesprek weer weggedaan worden, waarin een belijdenis afgelegd wordt. Daartoe draagt de Heer beide kanten op naar elkaar toe te gaan, opdat de zonde tegenover God en de betroffene opgeruimd kan worden.

Wanneer ik van mening ben, dat iemand tegen mij gezondigd heeft, wordt ik opgeroepen: “Ga heen, bestraf hem tussen u en hem alleen; als hij u hoort, hebt gij uw broeder gewonnen” (Matth. 18:15). Het doel van het bestraffen1 is in de eerste plaats, dat de ander zijn relatie met God weer in het reine brengt.Dezelfde oproep geldt ook voor de andere, die gezondigd heeft: Wanneer uw broeder iets tegen u heeft (om het even, of ik de schuldige ben; wanneer ik gezondigd heb, geldt toch al Jakobus 5:16: “Belijdt dan elkaar de zonden”), “ga eerst heen, verzoen u met uw broeder” (Matth. 5:23,24). Het doel is de verzoening van de betroffen broeders (of zusters) ten opzichte van elkaar.

De wil van God is uitdrukkelijke en echte verzoening. Gods weg daarheen is een belijdenis. Om het daartoe te laten komen, moet men met elkaar spreken. God roept beide kanten daartoe op. Er is geen andere weg. Zonder communicatie zal er geen vrede komen. Deze weg moeten wij niet voor gevallen uitzonderen, waar zonde begaan werd; misverstanden, verdachtmakingen, geruchten enzovoorts moeten, wanneer zij van belang zijn, altijd in een direct gesprek opgelost worden.

→ God heeft een enige weg tot verzoening vastgelegd: Het oprechte gesprek. Daartoe worden beide kanten opgeroepen.

De volgende keer: Hoeveel berouw hebben we nodig? Hoeveel belijdenis moet de ander leveren, opdat ik hem vergeven kan (of moet?)?

NOOT VERTALER:
1. Zie Johannes 3:20 waar het woord ‘bestraffen’ ook voor komt. Het betekent ‘het ware karakter van iets aan het licht brengen’, ‘aan de kaak stellen’ (zo dikwijls vertaald) om daardoor iemand te ‘overtuigen’ (zo vertaald in Joh. 8:46; 16:8; 1 Kor. 14:24); vervolgens ook te ‘weerleggen’ (Tit. 1:9; 2 Tim. 4:2) of te ‘bestraffen’ (zo vertaald in Hebr. 12:5; Jd :15; Op. 3:19).

Thorsten Attendorn

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW