1 maand geleden

Mannen die bij David kwamen (8) – Uit Manasse en Issaschar

Bijbelgedeelten: 1. Kronieken 12 vers 19, 21, 22 en 32

“Sommigen van Manasse liepen over naar David, toen hij met de Filistijnen ten strijde kwam tegen Saul …” (1 Kron. 12:19).

“En dezen hielpen David mee tegen die andere benden; want zij waren allen strijdbare helden, en zij waren bevelhebbers in het leger. Want er kwamen die tijd van dag tot dag mensen naar David toe om hem te helpen, tot het een groot leger werd, als een leger van God” (1 Kron. 12:21).

Uit Manasse

De mannen van Manasse kwamen vrij laat naar David. Ze kwamen als het ware in de laatste momenten van zijn verwerping, omdat Saul slechts een paar uur later zou vallen in de strijd met de Filistijnen (1 Sam. 31). Kunnen we misschien daarbij denken aan gelovigen die pas op latere leeftijd besluiten om de Heer te volgen? Maar net zoals het toen niet te laat was om tot David te komen, zo is het nu ook nooit te laat om tot de ware David te komen en Hem vastberaden en trouw te volgen.

De mannen van Manasse werden in het bijzonder gekenmerkt door het feit, dat ze David hielpen. Dit wordt twee keer van hen gezegd (1 Kron. 12:21,22). Ze hielpen hem in verschillende situaties. In de meeste gevallen gaat onze dienst ook niet verder dan het helpen op verschillende gebieden. Toch is onze hulp van grote waarde in de ogen van de Heer. Hij zal ons rijkelijk belonen voor elke kleine hulp. Is het niet een groot voorrecht, dat ieder van ons mag “meewerken” in het werk van de Heer? Helpt u ook waar u kunt?

Van Issaschar

“En van de nakomelingen van Issaschar, die inzicht hadden in de tijden om te weten wat Israël moest doen: hun hoofden waren er tweehonderd, met al hun broeders onder hun bevel” (1 Kron. 12:32).

De mannen van Issaschar kwamen naar David toen hij in Hebron was. Hij had al zeven jaar als koning over de stam van Juda geregeerd. Ze kwamen hem uitroepen tot koning over heel Israël en stelden hun vaardigheden tot zijn dienst.

Deze mannen werden gekenmerkt door hun inzicht in de tijden. Ze waren in staat om de tijden te beoordelen en wisten wat Israël moest doen (1 Kron. 12:32). Hebben wij ook dit geestelijke inzicht? Kunnen wij de tijden waarin we leven juist beoordelen (Luk. 12:56)? Niet alle Israëlieten hadden dit inzicht. Het was een bijzondere vaardigheid. Toch was de rest van het volk niet jaloers op dit vermogen, maar accepteerde het als een door God gegeven vermogen, dat het hele volk ten goede kwam. Zijn wij dankbaar voor de gave die God mijn broeder of zuster heeft gegeven?

 

© www.bibelstudium.de; Daniel Melui

Online in het Duits sinds 31.05.2024

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW