4 maanden geleden

Het huis van God 3 (drie voorwaarden)

Bijbelgedeelte: Handelingen 1 vers 3+5+9

In het eerste hoofdstuk van Handelingen komen we drie grote feiten tegen. Ten eerste vinden we, dat de verlossing is volbracht. In Handelingen 1 vers 3 lezen we: “aan wie Hij Zich ook, nadat Hij had geleden, levend heeft vertoond met vele duidelijke bewijzen.” Zijn lijden was voorbij – de verlossing was volbracht. Dat was het eerste grote feit. Daarna volgden er nog twee: De Heer Jezus Christus is opgenomen in de hemel en de Heilige Geest is op aarde gekomen. Zonder de vervulling van deze drie geweldige feiten had de gemeente niet kunnen bestaan. De verlossing moest worden volbracht om alles weg te nemen wat God had kunnen verhinderen om Zijn gemeente te bezitten. Daarna moest de Heer Jezus Christus Zijn plaats innemen in heerlijkheid en moest de Heilige Geest neerdalen op aarde.

Beste vrienden, ik wil even stilstaan bij de laatste twee machtige feiten, omdat alle fundamentele waarheden van het christendom ervan afhangen. Vandaag is er een Mens, een echte Mens in heerlijkheid, en er is een Goddelijk Persoon op de aarde. Wanneer ik zeg, dat er een Persoon in heerlijkheid is, moet je niet denken, dat ik vergeet dat de Heer Jezus Christus in heerlijkheid “God is die gezegend is tot in eeuwigheid” (zie 2 Kor. 11:31). Natuurlijk is Hij dat, maar het is de wijze waarop de Schrift ons vertelt, dat Hij als mens is teruggekeerd naar de heerlijkheid. Stéfanus keek omhoog en zag de Mensenzoon aan de rechterhand van God. Aan de andere kant is er ook een Goddelijk Persoon op aarde, en merk op, dat deze Persoon die uit de heerlijkheid kwam, Christus is komen vertegenwoordigen in u en in mij. De Heer Jezus heeft ook Zijn plaats als Heer in de heerlijkheid ingenomen, en de Heilige Geest is neergedaald om de Heer in onze harten bekend te maken; en de Persoon die is neergedaald is net zo groot als de Persoon die is opgestegen – en is daarom volmaakt geschikt en volmaakt bekwaam om de Zijnen tot Zich te nemen en tot u en mij te prediken.

Welnu, de Heilige Geest daalde neer, zoals we lezen in Handelingen 2, op de 120 discipelen die bijeen waren. Voordat dit gebeurde – u herinnert zich Johannes 11 vers 52 – waren de kinderen van God verstrooid, maar nu, op het moment dat de Heilige Geest kwam, werden ze tot één verzameld, en dat niet alleen, maar de Heilige Geest ging in hen wonen – ze werden verzegeld met de Geest – en Hij was bij hen, en daardoor ontstond het huis van God in een nieuw karakter. Het volk van God vormde de woonplaats van God op aarde.

 

Hamilton Smith © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 12.01.2012.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW