Wat hebben computernetwerken te maken met de eenheid van het lichaam? Niets! En toch zijn er verrassende overeenkomsten die sommige punten gemakkelijker te begrijpen maken.
Voordat u met een computer kunt werken, moet u zich aanmelden met een gebruikersaccount1. Hiermee heeft u de mogelijkheid om toegang te krijgen tot persoonlijke bestanden zoals afbeeldingen, e-mails, brieven, documenten, enzovoorts. Als u thuis meerdere computers in een netwerk met elkaar hebt verbonden, kunt u zich niet automatisch aanmelden bij elke computer met zijn gebruiker en wachtwoord. Dit is alleen mogelijk als u uw gebruikerstoegang op elke computer hebt ingesteld.
Voor bedrijven met honderden gebruikers en computers zou het omslachtig zijn om elke computer voor elke gebruiker die eraan wil werken, in te stellen. Daarom is er een techniek die het makkelijk maakt, dat elke werknemer zich met zijn gebruikersaccount en wachtwoord op elke bedrijfscomputer kan aanmelden. Verder kan men centraal regels bepalen, die voor elke gebruiker gelden. Het geeft bijvoorbeeld aan dat het wachtwoord van elke gebruiker minimaal acht tekens lang moet zijn en elke vier maanden moet worden gewijzigd. Of de computers worden automatisch zo ingesteld, dat ze hun updates2 van een bepaalde server van het bedrijf, en niet van het internet – downloaden.
De werknemer kan deze specificaties niet wijzigen en kan deze ook niet omzeilen door in te loggen op een andere bedrijfscomputer.
Centrale richtlijnen voor gelovigen?
Als het gaat om de tafel van de Heer, zijn er ook bepaalde regels, waaraan ieder zich moet houden als hij daaraan plaats wil nemen. De Heer heeft deze principes vastgesteld en die zijn niet alleen van toepassing op de lokale gemeenten (vergaderingen, kerken) in Nederland3, maar op heel Nederland én wereldwijd. Net zoals een medewerker die zich niet houdt aan de richtlijnen van het beleid van het bedrijf, zich niet eenvoudig op een andere computer kan aanmelden, kunnen we ook niet zomaar naar een ander getuigenis van de gemeente van God gaan, omdat het ons in het ene getuigenis niet zint of te benauwd wordt.
In Maleachi 1 vers 6-12 wordt het altaar waarop de offers werden gebracht de “tafel van de Heer” genoemd. Vandaag brengen we op de geestelijke tafel van de Heer “geestelijke offeranden, die voor God aangenaam zijn door Jezus Christus” (1 Petr. 2:5b). Niet voor niets roept Paulus de Thessalonicenzen op: “Onthoudt u van elke vorm van kwaad” (1 Thess. 5:22). Aäron en zijn zonen moesten zich wassen en reinigen volgens Gods voorschriften, anders zouden zij sterven: … moeten zij hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven” (Ex. 30:21a).
Welk vuil hangt soms nog aan onze handen en voeten als we op de uitnodiging van onze Heer ingaan? Het is pure genade, dat het ons niet gaat, zoals Aäron en zijn zonen het gegaan zou zijn!
“U kunt niet [de] drinkbeker van [de] Heer drinken en [de] drinkbeker van [de] demonen; u kunt niet deelnemen aan [de] tafel van [de] Heer en aan [de] tafel van [de] demonen” (1 Kor. 10:21). Dit is een basisprincipe die de apostel Paulus aan de Korinthiërs voorhoudt.
Roger Paul; © www.bibelpraxis.de
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW