Genesis 41 vers 37-41:
“Deze woorden waren goed in de ogen van de farao en in de ogen van al zijn dienaren. Daarom zei de farao tegen zijn dienaren: Zouden wij ooit iemand kunnen vinden als deze man, in wie de Geest van God is? Daarop zei de farao tegen Jozef: Aangezien God u dit alles heeft bekendgemaakt, is er niemand zo verstandig en wijs als u. U zult zelf over mijn huis gaan en heel mijn volk zal uw bevel eerbiedigen; alleen wat de troon betreft, zal ik meer aanzien hebben dan u. Verder zei de farao tegen Jozef: Zie, ik stel u hierbij aan over heel het land Egypte”.
“De Vader heeft de Zoon lief en heeft alles in Zijn hand gegeven” (Joh. 3:35).
“En wat de uitnemende grootte van Zijn kracht is jegens ons die geloven, naar de werking van de macht van Zijn sterkte, die Hij heeft gewerkt in Christus door Hem uit [de] doden op te wekken en Hem aan Zijn rechterhand te zetten in de hemelse [gewesten], boven alle overheid, kracht en heerschappij en elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze, maar ook in de toekomstige eeuw. En Hij heeft alles aan Zijn voeten onderworpen en Hem als hoofd over alles gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is, de volheid van Hem die alles in allen vervult” (Ef. 1:19-23).
De crisis in Egypte kwam voor God niet als een verrassing. Sterker nog, Hij openbaarde het door Zijn dienaar Jozef lang voordat het zich voordeed. Hij rustte die knecht ook uit met wijsheid en onderscheidingsvermogen om in staat te zijn een goed oordeel te vellen voor, tijdens en na de gebeurtenis. Jozef liet pakhuizen bouwen en zorgde voor voldoende voorraad om allen in Egypte en die uit verre landen te voorzien. En hij trof speciale voorzieningen voor zijn broeders (Gen. 45:9-11).
Farao erkende dat Jozef een man van God was (Gen. 41:38). Hij erkende de wijsheid die in hem woonde (Gen. 41:39). Hij stelde hem aan over zijn huis, over al zijn volk en over het gehele land Egypte. (Wij mogen dit opvatten als een illustratie van de gemeente, de Joden en de heidenen). Dit is een beeld van de heerschappij van Christus en de eer die verbonden is met de positie die Hem is gegeven (Gen. 41:42-45).
In wezen had Jozef alle middelen en alle macht en autoriteit om de crisis te beheersen die zich op dat moment aandiende. Gelukkig vervulde hij die verantwoordelijkheid tot eer en heerlijkheid van God en tot voorziening en voldoening van al de mensen die het nodig hadden.
De bemoediging voor ons vandaag, terwijl wij voor een soortgelijke wereldcrisis staan, is te erkennen dat Eén groter dan Jozef hier is. De mens Christus Jezus, de mens van God, is vandaag de Redder van de wereld. “Want het behaagde de hele Volheid in Hem te wonen” (Kol. 1:19). “… dat God Hem zowel tot Heer als tot Christus heeft gemaakt” (Hand. 2:36). “De Vader heeft de Zoon lief en heeft alles in Zijn hand gegeven” (Joh. 3:35; Ef. 1:19-23). De eer die met deze positie verbonden is, is Hem toegekend (Fil. 2:9-11).
De Heer Jezus heeft ons niet alleen lief zoals Jozef zijn broeders liefhad, maar Hij zorgt ook voor ons en heeft het beste met ons voor. Hij is in staat om in onze behoeften te voorzien en ons te onderhouden zonder onze inbreng (Luk. 12:24). Er is niet alleen de mogelijkheid om dit te doen, maar ook de belofte (Fil. 4:19).
Heel Gods volk moet tot het besef komen dat de crisis die wij nu doormaken God niet heeft verrast en dat deze afsluiting niet bedoeld is als straf, maar voor onze bescherming en de vervulling van Zijn doel (Ex. 12; Jes. 26:20). In dit verband heeft Hij reeds een strategie en een oplossing bedacht om deze crisis te beheersen en Degene die Hij als Heer en Leidsman heeft geïnstalleerd is Zijn Mens, de Heer Jezus Christus. Hij heeft de leiding en de controle over alles en zal wijsheid en discretie gebruiken om Zijn heiligen te steunen en te ondersteunen. Vat moed dat Eén groter dan Jozef hier is.
Henderson Patrick ; © The Christian Explorer
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW