De tweede zendingsreis van de apostel Paulus (I)
In enkele artikelen begeleiden wij de apostel Paulus op zijn tweede zendingsreis. In het eerste artikel treffen wij hem in de stad Lystra aan, dat één van de eerste stations van de reis was.
Lystra en een jonge medestrijder
Handelingen 16:1-5
1 Hij nu kwam <én> in Derbe en in Lystra. En zie, daar was een discipel, genaamd Timotheüs, zoon van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Griekse vader, 2 die een [goed] getuigenis had van de broeders in Lystra en Iconium. 3 Paulus wilde dat deze met hem mee zou vertrekken en hij nam hem en besneed hem ter wille van de Joden, die in die plaatsen waren; want zij wisten allen dat zijn vader een Griek was. 4 Toen zij nu de steden doorreisden, gaven zij hun de verordeningen over die door de apostelen en de oudsten in Jeruzalem waren vastgesteld om die te onderhouden. 5 De gemeenten dan werden bevestigd in het geloof en namen dagelijks in aantal toe.
Nadat er bij de planning van de tweede zendingsreis van de apostel Paulus een onenigheid tussen Paulus en zijn vroegere begeleider ontstaan was, vertrok Paulus samen met Silas. Door de broeders in Antiochië werden ze aan de genade van God aanbevolen.
Verblijdende groei
Doelstelling van de tweede zendingsreis1 was, de discipelen in elke stad op te zoeken , waar zij gepredikt hadden en te zien hoe het hun ging (15:36). Met deze bedoeling bereiken Paulus en Silas de stad Lystra. Daar treffen ze een jonge broeder, genaamd Timotheüs, aan. Met blijdschap stellen ze vast dat deze jonge man het besluit zowel genomen had als ook in de praktijk gebracht heeft, de Heer Jezus te volgen. Hij was als discipel van de Heer bekend.
Paulus beschrijft deze jonge man in 1 Timotheüs 1 vers 2 als zijn echt kind in geloof. Nemen we dat samen met Handelingen 14 vers 6, dan kunnen we ervan uitgaan, dat Timotheüs bij het eerste bezoek van Paulus in Lystra de blijde boodschap van het evangelie uit zijn mond gehoord en geloofd heeft. Nu waren er ongeveer twee tot drie jaar voorbij gegaan, en Timotheüs is als discipel beproefd gebleken. De gelovigen die hem kenden, konden van hem een goed getuigenis geven.
Deze prachtige ontwikkeling bij de jonge Timotheüs stelt ieder van ons voor de vraag, hoe het in ons eigen leven met onze geestelijke groei ervoor staat. Misschien hebt jij goede vooruitgang geboekt in je opleiding of je beroep. Misschien is spaarsaldo aanzienlijk toegenomen, omdat je ijverig gewerkt hebt. Maar hoe staat het met je geestelijke ontwikkeling? Hoe ziet het eruit met je discipelschap? Wat kunnen de gelovigen die je kennen, berichten over je leven in het volgen van de Heer Jezus – na twee tot drie jaren – of zijn het er al meer?
Discipelschap vereist enerzijds een beslisssing van het hart. Anderzijds is er ook een zichtbaar teken dat deze beslissing van het hart documenteert – de doop. Wie zich laat dopen, die maakt daarmee duidelijk dat hij of zij van nu af aan graag een leven in navolging van de Heer Jezus leiden wil. Heb jij de beslissing in je hart genomen, voor de Heer Jezus te leven? Dan aarzel niet langer deze beslissing door de doop openlijk te betuigen en dit dag aan dag in de praktijk om te zetten!
Bereid om een offer te brengen
De jonge Timotheüs die ervaring opgedaan heeft in zijn eigen omgeving, wil Paulus graag meenemen als begeleider op de verdere reis. Hij was er van overtuigd dat hij een goede hulp zou zijn. Daarmee kreeg Timotheüs een nieuw werkterrein. Wens jij ook een nieuw werkterrein of misschien meer verantwoordelijke taken? Wacht op de Heer! Hij wijst ieder een passend werkterrein aan. En bedenk: Alleen wie in het kleine trouw is, zal ook in het grote trouw kunnen zijn.
Voordat de reis verder kan gaan, besnijdt Paulus Timotheüs. De jonge man is bereid, deze smartvolle handeling aan zich te laten voltrekken. En dat, ofschoon er geen dwingende noodzakelijkheid bestond! De besnijdenis2 was het teken van het verbond tussen God en Zijn aardse volk Israël. Maar omdat Timotheüs een Griek als vader had, was hij niet besneden. Nu was hij tot geloof in de Heer Jezus gekomen. In de tijd van het Christendom heeft de besnijdenis alleen nog een geestelijke betekenis. Korte tijd hiervoor (vergelijk Handelingen 15) was in Jeruzalem daarover gesproken en de wil van de Heer Jezus was duidelijk bekend geworden: Zij die uit de volken waren moeten niet besneden worden (ook voor de Joden was dat voorbij). Waarom besnijdt Paulus dan toch zijn nieuwe begeleider Timotheüs?
Paulus wilde de Joden die hij het evangelie verkondigde, geen enkele mogelijkheid tot aanstoot geven. Hoewel hijzelf met betrekking tot de kwestie van de besnijdenis volkomen duidelijk zag om de volkeren geen last op te leggen, wilde hij toch alle mogelijke hindernissen voor de Joden om het evangelie aan te nemen, uit de weg ruimen. Daarom heeft hij Timotheüs besneden. Weer is Timotheüs een waar voorbeeld. Hij was bereid zich persoonlijk in te zetten om het evangelie te bevorderen en anderen een hulpt te zijn. Zelfs dan, wanneer het om een zaak ging, die niet “voorgeschreven” was. Ook wij moeten ons niet oriënteren op iets wat net nog veroorloofd is, maar vragen naar wat het beste is (Filippi 1:10). Misschien is er in een bepaalde situatie een weg, door het afzien van eigen rechten op mensen, een gelovige te winnen. Wanneer we dat doen, hebben wij het beste gekozen.
Bevestiging door besluiten
Zo trekt Paulus met zijn begeleiders verder. Zij verkondigen de beslissingen die in Jeruzalem door de apostelen en oudsten vastgelegd waren. Dat betekent niet dat er in de vergadering (gemeente, kerk) van God een centraal orgaan is, dat besluiten neemt, waar men zich dan aan moet houden3. Wie opmerkzaam hoofdstuk 15 leest, zal vaststellen dat het een worstelen naar duidelijkheid over de gedachten van God met betrekking tot bepaalde vragen was. Tenslotte schenkt de Geest van God duidelijkheid en bewerkt eenstemmigheid onder de broeders. Ook van daag nog maakt de Heer Jezus door Zijn woord en Geest duidelijk, wat Zijn wil is. Dat is de bindende autoriteit die in de gemeente van God bestaat.
Op deze achtergrond zal het Paulus en Silas niet zwaargevallen zijn, de besluiten door te geven. Zij wisten immers van het gezag van de Heeer Jezus, waarmee de vergadering te Jeruzalem in eenstemmigheid de punten vastgelegd had. Naast deze autoriteit die tot op vandaag bestaat, kon Paulus met apostolische gezag spreken. Dit gezag bestaat is er vandaag niet meer.
De gemeenten die Paulus op zijn tweede zendingsreis bezocht, namen de mededeling over de genomen besluiten bereidwillig aan. Graag wilden ze daar rekening mee houden, wat hen meegedeeld werd. Zo werden de gemeenten in het geloof bevestigd en namen in aantal toe (vergelijk 16:5). Het is altijd het doel van God dat de gelovigen als eenheid voorgaan. Overeenkomstig dit doel deelde Paulus de besluiten mee en overeenkomstig dit doel namen de gemeenten de besluiten aan. Zo bleef de eenheid bewwaard en God kon Zijn werk verder doen. Hij schonk bevestiging en groei zowel bij de individuelen als ook in al de gemeenten. Ook bij u, bij jou en in ter plaatse?
Christian Rosenthal, © Folge mir nach
1. De eerste zendingsreis van Paulus vindt men in Handelingen 13 en 14.
2. Noot vertaler: Zie artikel <“Nederland “(ver)Wilder(t)” – Lang leve de Vrijheid> in nummer 66 van Frisse Wateren.
3. Noot vertaler: De huidige structuur van organisatie in vele kerken is dus zeer laakbaar. Daar zullen we nu hier niet uitgebreid op ingaan. maar in Handelingen 15 kunnen we ook lezen, dat in Jeruzalem behalve de apostelen en de oudsten, ook de gemeente aanwezig was bij de ontvangst van Paulus en Barnabas en de delegatie uit Antiochië (vers 4). En dat niet alleen. Bij de vergadering was ook de gemeente aanwezig, zo leert ons vers 12. Verder zien we vanaf vers 22 duidelijk de eenstemmigheid niet alleen onder de oudsten en de apostelen, maar ook de gehele gemeente was er bij betrokken. Samen zonden zij een delegatie uit Jeruzalem die met Paulus en Barbanas mee zouden gaan (vers 22).
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW