De tweede zendingsreis van de apostel Paulus (3)
September 2008. In enkele artikelen begeleiden wij de apostel Paulus op zijn tweede zendingsreis. Ditmaal treffen wij hem in de stad Filippi aan, waar er heftige tegenstand is. Er gebeuren wonderbare dingen. Een waarzegster komt tot de Heer Jezus. De vijand moet voor het evangelie wijken. Hoe is dat vandaag? Ook vandaag moet de vijand opzij voor de Heer Jezus! Dit jaar (2008) nog gebeurde dit in een bepaald Afrikaans land, dat een waarzegster aan de macht en invloed van satan ontrukt werd. Zij was diep verstrikt geraakt in het occultisme. Zij en haar man waren de leidende werktuigen van satan in hun regio: hij als medecijnman en zij als waarzegster. Zij heeft uiteindelijk al haar afgoden verbrand. Maar haar man was hier niet blij mee. Hij oefende een ware terreur op zijn vrouw uit, omdat hun gezamenlijke ‘zaak’ geruïneerd is. Hij wilde haar ervan weerhouden de samenkomsten van de gelovigen te bezoeken en stuurde al haar kleren naar familie elders. Maar zusters in het geloof zorgden voor de nodige vervanging, waarop hij al haar kleren en ook haar huisraad verbrandde. Toch hield zij nog één kledingstuk over en in dit enige kledingstuk bezocht zij de samenkomsten. Ook werd zij lichamelijk bedreigd. Haar man dreigde ook de broeder die het evangelie aan haar gebracht had, om het leven te brengen, omdat hij hem verantwoordelijk hield voor de verandering van zijn vrouw. Verschillende keren ging hij gewapend met een mes op pad. Niemand weet wat er onderweg gebeurd is, maar eenmaal bij deze broeder X aangekomen werd hij vriendelijk door deze begroet en hartelijk ontvangen, maar ging onverrichter zake weer weg. Toen werd de man ernstig ziek. Broeder X zocht hem op in het ziekenhuis. De medicijnman was heel erg verbaasd: Hoe is het mogelijk dat iemand aan zijn doodsvijand iets goeds doet? Zelfs de arts in het ziekenhuis was verbaasd en vroeg broeder X: ‘Wie is die man die u ons hebt gebracht, het is een vreselijk persoon’! Kort geleden – blijkbaar was hij inmiddels toch weer (een beetje) hersteld – heeft de medicijnman geprobeerd zijn vrouw te vergiftigen. De Heer bewerkte dat zij het eten niet tot zich nam. Bovendien bouwde hij in de nacht een levensgevaarlijke val, waar hij echter zelf ingestapt is. Hij werd hierdoor zo zwaar gewond, dat hij in het ziekenhuis moest worden behandeld (zie Spreuken 26:27). Dat alles leidde ertoe dat hij nu is opgehouden zijn vrouw te vervolgen en laat hij onze zuster nu met rust. Hopelijk komt hij zelf ook tot de Heer Jezus … bidt u mee hiervoor? Dit laat zien dat ook vandaag de Heer nog machtig werkt. Overigens niet alleen in Afrika, maar ook in de gehele wereld. Wel schijnt het mij toe dat het zogenaamde Christelijke westen voor het evangelie bijna onbereikbaar is geworden. Ook in onze landen viert het occultisme hoogtij. Toch moet ons dat niet weerhouden om het evangelie te prediken of door te geven …
Filippi en de gevangenis
Lezen: Handelingen 16:16-40.
Vanuit Troas bereikt het zendingsteam via enkele tussenstations Europa. Maar hoe moeten zij nu in een voor hen onbekende stad in een nieuw werelddeel met het werk beginnen? Hoe moeten zij contacten aanknopen?
De gebedsplaats aan de rivier
Allereerst maken zij zich een voorstelling van de plaats. Daarbij ervaren zij, dat vóór de stad aan de rivier een trefpunt van gebed is. Dat is een goed aanknopingspunt, en ze benutten op de volgende sabbat de gelegenheid om daarheen te gaan. Ze komen in gesprek met enkele vrouwen en kunnen de boodschap van Jezus Christus verkondigen.
Het is heel anders dan anders. Geen prediking in de synagoge, maar een gesprek met vrouwen aan de rivier. Zo heeft de Heer verschillende wegen om te werken. Er is in Filippi een voorbereid hart: Lydia geeft acht op wat Paulus te zeggen heeft, en de Heer opent haar hart. Zij gelooft en wordt gedoopt. En zij opent haar huis, zodat de zendelingen onderdak hebben. Dat is een heerlijk antwoord op de inspanningen van de zendelingen.
Ook wij mogen naar mogelijkheden zoeken om de goede boodschap van de Heer Jezus te verkondigen. Het is onze verantwoording van Hem te vertellen. Dan zal God dat doen, wat wij niet kunnen – de harten van de mensen openen.
Vreugde en nood dicht bij elkaar
Hoe zullen zich Paulus en zijn begeleiders over de bekering van Lydia verblijd hebben. Hun reis heeft hen daarheen geleid, waar God een voorbereid veld had, en hun inzet werd beloond. Maar spoedig daarna duiken er moeilijkheden op. Steeds dan, wanneer God werkt, wordt ook de vijand van God actief. Satan treedt op en probeert het werk van God te hinderen.
Deze vijand is absoluut een machtige vijand. Wij moeten zijn macht niet onderschatten. Hij heeft een duizendjarige ervaring in de omgang met mensen. Hij observeert en taxeert het gedrag van de mensen en zal op die manier, die hem naar de omstandigheden van het ogenblik passend toeschijnt, het werk van God proberen te schaden. Maar hij is niet alwetend. Hij kan onze gedachten en motieven niet zien. Dat kan alleen God. En satan is een overwonnen vijand. Aan het kruis op Golgotha heeft de Heer Jezus hem overwonnen. Daarom kunnen wij met de hulp van de Heer Jezus satan weerstaan.
In Filippi gebruikte satan een vrouw met een waarzeggersgeest. Deze vrouw was bezeten door een Pytho-geest, een geest, die met het waarzeggersorakel in Delphi, het toenmalige centrum van de Griekse waarzeggerij, verbonden was. Deze boze geest herkende Paulus en zijn begeleiders als knechten van God, de Allerhoogste. Daar ook de demonen, de dienaars van satan, van het bestaan van God weten, verwondert het ons niet dat deze waarzeggersgeest van God de Allerhoogste spreekt.
De demonen geloven ook en sidderen (Jakobus 2:19), omdat zij weten dat Gods macht groter is dan de macht van de duivel. Dat wordt ook in Filippi duidelijk. Paulus gebiedt de geest in de naam van Jezus Christus van de vrouw uit te varen en de weerstand is voorlopig voorbij.
Ook vandaag zijn er mensen die contact met de onderwereld opnemen. Satanisme en occultisme zijn meer dan ooit in opmars. Hoewel wij ook weten dat satan principieel een overwonnen vijand is, zo geldt toch voorzichtig te zijn. Nog werkt satan. Nog heeft hij macht. En hij zal er alles aan doen om het werk van God en van de discipelen te schaden. Nooit moeten wij met zulke dingen lichtvaardig omgaan, maar wij moeten met een grote boog erom heen gaan! Maar wij hoeven ook niet bang te zijn. Laten wij verder gaan aan Gods hand en Zijn opdracht opvolgen. Hij zal Zich daarachter stellen en ons bewaren.
Geldliefde
Satan geeft niet snel op – noch in Troas noch vandaag in onze tijd. Al kiest hij een andere taktiek. Hij gebruikt de liefde tot het geld om mensen tot tegenstand van de dienaren van God te bewegen. Hier waren het de meesters van het meisje met de waarzeggersgeest, die met haar zaken deden en nu hun hoop op winst zagen verdwijnen.
De eerste gelovige in Europa, Lydia, handelde in purper. Zij heeft een zaak, maar deze zaak heeft haar er niet van afgehouden God te aanbidden, noch in de Heer Jezus te geloven. Noch de zaak op zich noch het geld op zich zijn het probleem. Maar de liefde tot het geld leidt ons van God vandaan. Zij is een wortel van alle kwaad (1 Timotheüs 6:10). En hoeveel voorbeelden zijn er daarvoor, dat de liefde tot het geld het probleem van het volk en het werk van God geworden is.
In Filippi zien de mensen, dat zij met de vrouw die een waarzeggersgeest gehad heeft, geen winst meer konden maken, nadat Paulus de geest uitgedreven had. Het leven dat voor hen toch zo aangenaam geweest was, het regelmatig verloop van de dag, het verzekerde inkomen – alles was weg. De boodschap van de Heer Jezus had verwarring in hun leven gebracht. Zijn werken en Zijn kracht hebben de situatie veranderd. Maar in plaats van tot de Heer Jezus te komen, om echte orde en zekerheid te verkrijgen, nemen zij de nieuwe situatie tot aanleiding om Paulus en Silas naar de marktplaats te slepen en hen aan te klagen. Zonder onderzoek van de zaak werden Paulus en Silas geslagen en in de gevangenis geworpen. Is nu alles voorbij?
Een ja tegen de wegen van God
Van de volgende uren lezen we in de bijbel niets. Maar dan wordt het middernacht. Paulus en Silas bidden en zingen Gods lof. Zij hebben een ja op Gods wegen gevonden en kunnen zelfs lofzingen. Dat is het moment dat God ingrijpt. Tot daartoe had Hij gewacht. Maar nu wacht Hij geen ogenblik langer. Plotseling ontstond een aardbeving en de bevrijding is daar. De gevangenbewaarder die met zijn eigen leven voor de zekerheid van de gevangenen borg stond, wil zichzelf uit pure vertwijfeling ombrengen. Maar Paulus roept hem toe, dat geen van de gevangenen op de vlucht was gegaan. Dat overweldigt de man en hij stelt de vraag: “Wat moet ik doen om behouden te worden?” (vers 30).
God wil het gehele huis redden
Het antwoord van Paulus en Silas is net zo eenvoudig als ze kort is: “Geloof in de Heer Jezus en gij zult behouden worden” (vers 31). Dat is tot op de dag van vandaag de duidelijke boodschap van het evangelie. Het geloof in de Heer Jezus redt voor de hemel. Een andere weg tot de behoudenis is er niet! De Zoon van God kwam als mens op deze aarde, volbracht het werk op het kruis en keerde als de Opgestane terug naar de hemel. Zo heeft Hij de weg tot God vrij gemaakt. Dat in geloof aan te nemen, is de weg tot het heil. Hebt u, heb jij deze weg al ingeslagen?
De gevangenbewaarder neemt de uitnodiging aan. Of hij toentertijd de goede boodschap gehoord zou hebben, als Paulus en Silas niet in de gevangenis gekomen waren? Zo zijn de wegen van God altijd goed – ook wanneer we ze pas later verstaan!
Op deze manier zette zich de zegetocht van het evangelie in Europa voort. Maar in Zijn plannen van het heil dacht God niet alleen aan de gevangenbewaarder, maar aan zijn gehele huis. Tot op vandaag wil God graag hele huizen redden. Weliswaar kunnen ouders hun kinderen niet bekeren, maar zij kunnen en moeten hen met energie en ernst de Heer Jezus voorstellen. Denk eraan – God wil hele huizen redden.
In het huis van de gevangenbewaarder in Filippi kwam God tot Zijn doel. Allen moesten gered worden, allen hoorden de woorden van Paulus en Silas en allen werden gedoopt. Zo kon een gelukkig gezelschap een gemeenschappelijke maaltijd aannemen en God danken.
Deze gebeurtenis in het huis van de gevangenbewaarder maakt sommige punten duidelijk, die principieel waar zijn:
- Het geloof komt voort uit de verkondiging
Dit principe wordt in Romeinen 10:14,15 verklaard. De volgorde is: God roept en zendt Zijn dienaars. De dienaars geven de boodschap van God door middel van de prediking door. Zo bereikt de boodschap de toehoorders en zij hebben de mogelijkheid te geloven en God aan te roepen. Hoe zou de gevangenbewaarder toen hebben kunnen geloven, als hij niet door Gods boden het evangelie van de Heer Jezus vernomen zou hebben?
- Geloof en doop horen bij elkaar
Al in Markus 16:16 maakt de Heer Jezus dit principe duidelijk: “Wie geloofd heeft en gedoopt is, zal behouden worden; wie echter niet gelooft, zal veroordeeld worden”. Het geloof redt voor de hemel, de doop samen met het geloof voor deze aarde. “Wie echter niet gelooft, zal veroordeeld worden” (vers 16b). Hier is van de doop geen sprake, omdat zij met het oog op de (eeuwige) verdoemenis geen rol speelt.
Maar de doop redt voor de aarde. De gedoopte stelt zich aan de kant van de Heer Jezus, de Redder, en daarmee aan de kant van hen, die gered zijn. De gevangenbewaarder heeft begrepen, dat het geloof en de doop bij elkaar horen – hijzelf en zijn gehele huis worden gedoopt, nadat hij in God geloofde.
- Door het geloof komen wij in een geheel nieuwe gemeenschap
Het geloof verbindt ons niet alleen met God, van wie wij vijanden waren voor onze bekering. Het geloof verbindt ons aan elkaar. Allen die geloofd hebben, zijn aan elkaar verbonden door hetzelfde geloof in dezelfde Heer. Omdat wij zo met elkaar verbonden zijn, moeten wij onze weg niet alleen gaan! Wij zullen een natuurlijk verlangen hebben naar gemeenschap met andere gelovigen! Deze gemeenschap vindt in het huis van de gevangenbewaarder in een gemeenschappelijke maaltijd van Paulus en Silas met de familie van de gevangenbewaarder een mooie gelegenheid!
Afscheid van Filippi
Voor Paulus en Silas was het een moeilijke weg de gevangenis in te gaan. Maar na de nacht in het huis van de gevangenbewaarder zullen zij begrepen hebben, dat het een goede weg was, waarop God tot Zijn doel gekomen is. Niet alleen de bekering van de gevangenbewaarder. Ook de hoofdlieden in Filippi erkennen dat zij de zendelingen zonder rechtvaardige grond gevangen gezet hadden.
Zo worden Paulus en Silas vrijgelaten. Nadat zij een korte ontmoeting met Lydia en de broeders hadden, verlaten zij de stad om naar Thessalonika verder te reizen. Ongeveer tien jaar later schrijft Paulus een brief aan de vergadering [gemeente] te Filippi. Uit deze brief onderkennen wij, dat de vergadering daar gegroeid is en echt leven voor God toonde. Deze eerste ontmoeting met Paulus heeft hen die hele tijd gevormd.
Christian Rosenthal
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW