4 maanden geleden

De Heer vraagt aan u en mij (2)

Bijbelvers: Exodus 4:2

Vraag 2: “Wat hebt u daar in uw hand?” (Ex. 4:2)

 

Mozes staat voor een grote taak: naar de machtige, kwaadaardige Farao gaan en hem vragen om het volk te laten gaan. Hoe moet dit in zijn werk gaan? Wat zou Mozes kunnen voorstellen dat de Farao zou overtuigen? Mozes is wanhopig. Gods aanpak hier is heel interessant: Hij stelt een vraag. Een heel eenvoudige feitelijke vraag: “Mozes, wat hebt u daar in uw hand?” Het even eenvoudige antwoord van Mozes was: “Een staf.” God, gewoon een simpele, gewone staf. Maar God laat Mozes zien wat Hij ermee kan doen: hem in een slang veranderen.

De boodschap aan Mozes is even duidelijk als indrukwekkend. Hij leert, dat God het weinige, wat in zijn eigen hand is, voor iets groots kan gebruiken. God gebruikt onze middelen – hoe klein en zwak ze ook zijn – en combineert ze met zijn almacht. Het gaat er dus niet om wat wij God ter beschikking stellen, maar dat wij iets beschikbaar stellen.

We vinden dit bemoedigende principe vaak terug in de Bijbel. Een paar voorbeelden:

  • Gideon en zijn zwakke leger hebben niets anders in handen dan trompetten, lege kruiken en fakkels (Richt. 7:16). Maar de Heer geeft overwinning.
  • David heeft niets anders in handen dan een eenvoudige slinger en vijf kleine stenen (1 Sam. 17:50). Maar de Heer verslaat de schijnbaar overweldigende vijand.
  • De weduwe van Zarfath heeft niets in haar hand behalve een beetje meel en wat olie (1 Kon. 17:12). Toch gebruikt de Heer deze armzalige bron als een permanente bron van voedsel.
  • De kleine jongen heeft niets in zijn hand behalve vijf kleine broden en twee vissen (Joh. 6:9). Toch gebruikt de Heer dit om een enorme menigte te voeden.

We moeten ons niet richten op wat we hebben, maar op de Heer. Hij kan en wil alles gebruiken in Zijn werk wat we graag en bereidwillig aan Hem ter beschikking stellen. Dit geldt zowel voor materiële gaven als voor bekwaamheden. Petrus schrijft: “Naarmate ieder een genadegave heeft ontvangen, dient elkaar daarmee als goede rentmeesters van [de] veelvoudige genade van God” (1 Petr. 4:10).

De Heer vraagt vandaag aan u en mij: Wat hebt u, dat u mij ter beschikking zou kunnen en willen stellen?

 

© www.bibelstudium.de; Alexander Schneider;

Online in het Duits sinds 06.06.2024

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW