3 jaar geleden

Afhankelijkheid in het leven van Jezus (103)

Liefde voor het Woord of geestelijke hongersnood?

 

“Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft … Ieder moet ervan verzamelen naar wat hij eten kan …” (Ex. 16:15,16).

De Heer Jezus had een groot vreugde in het Woord van God. Voor Hem was het niet alleen een dagelijkse verplichting om te lezen, maar versterkend voedsel voor Zijn ziel. Hij zou met de psalmist kunnen zeggen: “Hoe lief heb ik Uw wet! Hij is heel de dag mijn overdenking … Ik ben verblijd over Uw belofte, als iemand die een grote buit vindt” (Ps. 119:97,162).

Christus is onder de wet geboren; en Hij kwam om de wet te vervullen (verg. Gal. 4:4; Matth. 5:17). Zoals de ark van het verbond de twee stenen tafelen van de wet bevatte, zo was ook de wet van God in het hart van Jezus. Daarom was het ook de wens en het verlangen van Zijn hart om de geboden van God te vervullen en Zijn wil te doen zonder ophouden (verg. Ps. 40:9). Zoals geschreven staat: “Ik verblijd mij in Uw geboden, die ik liefheb” (Ps. 119:47).

Jeremia kon zeggen: “Zodra Uw woorden gevonden werden, at ik ze op. Uw woord was mij tot vreugde en tot blijdschap in mijn hart …” (Jer. 15:16). De profeet maakte zich de woorden van God eigen en verheugde zich er van harte in. Hij zinspeelt daarmee op een waarheid die van fundamenteel belang is voor ons geestelijk leven: zoals het lichaam natuurlijk voedsel nodig heeft, moet ook de “innerlijke mens” geestelijk voedsel krijgen.

De Israëlieten moesten dagelijks manna verzamelen en eten om te overleven in de woestijn. Voor ons vandaag betekent dit dat wij ons dagelijks moeten bezighouden met de Heer Jezus – het Brood des Levens – als Mens hier op aarde, zoals wij Hem bijvoorbeeld zien in de evangeliën.

Als we iets eten, wordt het een deel van onszelf. Zo is het ook wanneer u zich met het Woord van God bezighoudt – het wordt als het ware een deel van u. Uw geestelijke toestand hangt grotendeels af van hoe intensief u de Schriften bestudeert en nadenkt over het leven van Jezus.

Iemand die ondervoed is, mist kracht en energie. Dit geldt ook voor het geestelijke terrein. Als u de studie van Gods Woord verwaarloost, wordt u geestelijk zwak en mist u de geestelijke energie om iets voor de Heer te doen.

Het kan zelfs gebeuren dat men zich niet eens realiseert dat men lijdt aan geestelijke hongersnood. Laodicea zegt: “Ik ben rijk en verrijkt en heb aan niets gebrek …”. De Heer daarentegen kijkt dieper en antwoordt: “… en u weet niet dat u de ellendige, jammerlijke, arme, blinde en naakte bent …” (Openb. 3:17). U kunt zich dus inbeelden, dat u voor God leeft, terwijl u eigenlijk geestelijk verhongert.

Heeft het Woord van God nog steeds dezelfde frisheid en aantrekkingskracht voor u als in de eerste tijd na uw bekering? Wanneer was de laatste keer dat u echt ontroerd was door het lezen van de Bijbel? Welke prioriteit geeft u aan de dagelijkse studie van het Woord van God?

 

Jan Philip Svetlik; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 05.09.2018.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW