10 jaar geleden

Vliegramp van de vlucht MH 17. Wat heeft het mij te zeggen?

Verschrikkelijk … onvoorstelbaar … afschuwelijk … onbegrijpelijk … dit zijn woorden die je door de gedachten kunnen schieten. Gevoelens van machteloosheid, van eenzaamheid … enorm verdriet en pijn in je hart …. De wereld staat volledig op z’n kop, alles om je heen zinkt weg … help! … Dit zijn maar enkele stamelende woorden en gedachten naar aanleiding van de verschrikkelijk vliegramp boven Oekraïne van de vlucht MH 17 van 17 juli 2014 …

Frisse Wateren wenst alle nabestaanden veel kracht, troost en genade van God toe.

Rondom deze verschrikkelijke gebeurtenis zweven allerlei geheimzinnigheden rond waar men – zeker in het begin – zoals we gezien hebben, geen enkele vat op had. Graag kom ik daarom nu direct ’to the point’, zonder geheimzinnigheid.

Komt in deze ramp ook niet heel duidelijk en scherp het ware woord uit de Bijbel naar voren: “En evenzeer het de mensen beschikt is éénmaal te sterven en daarna het oordeel …” (Hebr. 9:27)?

Hoe plotseling kan er een einde komen aan het leven van u en mij. Van het allergrootste belang is het daarom dat u en ik weten waar u de eeuwigheid zult doorbrengen. Dat hangt af van de vraag of u en ik ook onze handen gelegd hebben op dat éénmalige offer. Over dat éénmalige offer wordt ook in het volgende vers gesproken. Namelijk zo: “… zo zal ook Christus, éénmaal geofferd om de zonden van velen te dragen, de tweede keer zonder zonde verschijnen tot behoudenis aan hen die Hem verwachten” (vs. 28).

Ja, Zijn offer was dat Hij Zijn leven inzette. Hij werd geofferd. Hij, Christus, verscheen juist daartoe om de zonden van velen te dragen. Niet van alle mensen, maar van velen. Dat zijn ook niet willekeurige mensen die ’toevallig’ tot die velen behoren zouden maar dat zijn de gelovigen. Dat zijn zij die Jezus Christus als Heer en Heiland aangenomen hebben, die met hun zonden naar Hem gegaan zijn en deze erkend en beleden hebben. In vers 24 staat ook ‘voor ons’. “Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons”. Dat bevestigt ook dat het gaat om gelovigen. Er staat ook niet in algemene zin dat Christus de zonden gedragen heeft. Nee, “om de zonden van velen te dragen”. Dat zijn de zonden van de gelovigen. Bovendien staat er ook in vers 27: “éénmaal te sterven en daarna het oordeel”. Over allen die Christus niet geloven maar Hem verwerpen komt ‘onherroepelijk’ het oordeel van God, het eeuwige vuur (zie Openb. 20:11-15). Daaraan ontkomt niemand. Hoe ernstig!!!

Zijn verschijning in het verleden

Behoort u ook tot hen die in Christus geloven, Die éénmaal verschenen is op het kruis van Golgotha om uw en mijn zonden weg te doen – ik bedoel van hen die geloven – en zo ons van het oordeel van God bevrijd heeft? Wat een heerlijke verschijning. Daar raak je nooit over uitgedacht. Wat een wonder van genade en liefde van God dat Christus verscheen!

Zijn verschijning in het heden

Hij is daar nu in de hemel zelf om voor ons tussenbeide te treden. Hij is daar nu ten behoeve van u en mij; als u Hem ook toebehoort, Hem gelooft tenminste.

Dan kan er van alles gebeuren. Verschrikkelijk dingen. Ziekte, rampen, ongelukken, problemen, zorgen, pijn …. Hij is daar voor ons en zal ons niet begeven noch verlaten. Hij is ook de “barmhartige Hogepriester” die met Zijn volk kan meelijden. Daarom roept God ons ook op om te naderen tot de troon van de genade om barmhartigheid en hulp te verkrijgen alsmede de genade vinden om geholpen te worden.

De Bijbel zegt het zo:

“Nu wij dan een grote Hogepriester hebben, Die de hemelen is doorgegaan, namelijk Jezus, de Zoon van God, laten wij aan deze belijdenis vasthouden. Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde. Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip”
(Hebr. 4:14-16).

Zijn verschijning in de toekomst

Wanneer Christus nog eens verschijnt op aarde – dus voor de tweede keer – dan heeft dat niets meer van doen met de zonde. Dat heeft Hij bij Zijn eerste komst op aarde reeds bewerkt, daarmee afgedaan voor eeuwig voor Zijn volk. Nee, de tweede keer komt Hij om Zijn volk te redden uit een wereld van zonde en uit de macht en invloedssfeer van de satan, de overste van deze wereld. Dan voert hij Zijn volk uit in de rust die nimmer meer verstoord zal kunnen worden. Wat een zegen!!!

Daarom mag een kind van God vandaag ook naar deze rust uitzien en zich daardoor laten bemoedigen temidden van de onrust van deze wereld, temidden van de vijandelijke machten die hem en haar omringen.

Hij zal komen om de Zijnen te behouden. Deze behoudenis gaat niet om hun ziel, maar om hun lichaam. Want wij ondervinden nog dagelijks de gevolgen van de zonde en Hij wil ons daar brengen, waar Hijzelf is, de Bron en Heer van het leven. Daar zullen we ook met een nieuw lichaam zijn, dat niets meer van doen heeft met de zonde en haar gevolgen. Een lichaam gelijkvormig aan het lichaam van Zijn heerlijkheid. Dat maakt alles anders en heerlijk. Filippi 3 vers 21 zegt: “Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen”.

Onze reis naar de hemel

Wij reizen evenals ook degenen die in dat ‘verongelukte’ – mogelijk ‘neergeschoten’ vliegtuig. Zij hadden een aards doel voor ogen en bereikten deze helaas niet. Hoe diep en diep treurig. En zeker ook voor hen die achterbleven, hun geliefden en nabestaanden. Wat een verdriet en pijn.

Maar ook wij als gelovigen zijn op reis. Deze wereld is voor ons alleen maar een oord waar wij doorheen moeten. Het is geen einddoel. Wij zijn op weg naar de hemelse rust, op weg naar de Heer Jezus Christus, die ons voorgegaan is. Wij mogen Hem volgen, geliefde “brusters*”.

Dat maakt onze reis op aarde geheel anders, geheel hoopvol. Dan kunnen we met ons verdriet en pijn, met onze verscheurdheid van binnen, met onze vragen bij Hem komen en dit Hem vertellen, dit Hem voorleggen, dit aan Hem overgeven. Dit is geen vroom gekweel maar dit is voor de gelovige ziel een niet ingebeelde, maar reële werkelijkheid. Dit maakt ondanks het intense verdriet dat geen mens kan navoelen, het toch ‘draaglijk’, het toch mogelijk om met de Heer Jezus Christus verder te trekken richting de ‘hemelse rust’. Wat een geweldige hoop.

De Bijbel zegt:

“Deze hoop hebben wij als een anker voor de ziel, dat vast en onwrikbaar is en reikt tot in het binnenste heiligdom, achter het voorhangsel. Daar is de Voorloper voor ons binnengegaan, namelijk Jezus, Die naar de ordening van Melchizedek Hogepriester geworden is tot in eeuwigheid”
(Hebr. 6:19-20).

Dit kan het geloof allemaal bewerken, het geloof in God de Vader en in de Heer Jezus Christus, Zijn Zoon. “Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet” (Hebr. 11:1).

Laten we elkaar hieraan voortdurend herinneren. De weg naar deze heerlijkheid is niet te regelen met een navigatiesysteem, bijvoorbeeld met een TomTom of een NavMan, maar daarvoor heeft God ons Zijn Woord gegeven en wil ons graag door Zijn Heilige Geest daarin en daardoor leiden hier op aarde. En in de hemel mogen we onze grote Voorloper, Jezus Christus weten, Die zich voor ons inzet en ons vast wil houden, ons wil troosten en bemoedigen als we aarde rampen meemaken.

Mogen u en ik – wanneer we verschrikkelijk rampen meemaken – ons hierdoor laten vertroosten en bemoedigen. Uit ervaring mag ik zeggen dat dit echt “werkt”! U staat er dan niet alleen voor.

En … laat uw tranen vooral gaan, giet ze als het ware uit voor Gods aangezicht. Hij ziet u en zal u niet ongetroost en alleen laten modderen noch u laten verdrinken in uw verdriet. Want God is een God van alle vertroosting, zegt wederom de Bijbel.

“Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de barmhartigheden en de God van alle vertroosting, Die ons troost in al onze verdrukking, zodat wij hen kunnen troosten die in allerlei verdrukking zijn, met de vertroosting waarmee wij zelf door God getroost worden”
(2 Kor. 1:3-4).

Ook dat kan ik bevestigen uit ervaring. Maar op mijn ervaring kunt u niet koersen. U mag het zelf ervaren door naar Hem toe te gaan …

* Dit is de eretitel voor mannen en vrouwen die kinderen van God zijn, die ‘broeder’ of ‘zuster’ zijn.

 

© Frisse Wateren – rm

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW