Is dat het? Van buiten mooi, van binnen rot? We weten allemaal te vertellen waar ons dit is overkomen. Niet alleen in eigen leven, toch? En zeker niet in het leven van de gemeente! Ligt dit allemaal echt zo ver weg?
“Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen … U maakt voor mij de tafel gereed voor de ogen van mijn tegenstanders; … Ja, goedheid en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven” (Ps. 23:4-6).
Gezien vanaf de straat zag het kerkgebouw er zeer majestueus uit. Het was prachtig versierd met ornamenten en wel drie keer groter en glorieuzer dan alle andere gebouwen daar. Het was werkelijk heel indrukwekkend.
Maar vanaf de achterzijde openbaarde zich een ander aanzicht – de werkelijkheid. Het huis bestond uit ongeverfde cementblokken met kleine en smalle metalen en houten constructies die achter de gevel verborgen waren.
Velen zeggen dat dit precies de toestand van het Christendom is. Louter schijn. Het is triest om toe te geven, dat veel religie gewoon een show is. Kaïn was religieus. Maar zijn religie was gebaseerd op zijn werken, die voor God niet aanvaardbaar waren.
Maar voor anderen ziet het er anders uit. Wij geloven in de Heer Jezus Christus, Die voor ons gestorven is, om ons te redden. We zijn kinderen van God geworden en willen Hem dienen en Hem aanbidden.
Maar kan het zijn dat dit kerkgebouw een illustratie van ons leven met betrekking tot onze dagelijkse praktijk is? Als alles goed is in ons leven, als alles goed gaat, gaan we vol vertrouwen verder. Dan getuigen we van de goedheid van God, van Zijn zorg, van Zijn redding voor ons. En we vertellen anderen dat ze God moeten vertrouwen in alle dingen.
Maar als ons iets heel ergs overkomt – misschien wel het verlies van een kind, of grote problemen in het gezin, zoals een kind dat op een dwaalspoor wandelt of echtelijke problemen heeft? Of als we in ernstige financiële problemen komen? Of als we werkloos worden? Of erg ziek worden? Hebben we dan ook nog geloof?
Is onze overtuiging werkelijkheid, of een louter een schijnvertoning?
Toen Job een echte ramp beleefde, vroeg zijn vrouw hem: “Houd je nog steeds vast aan je vroomheid? Zeg God vaarwel en sterf” (Job 2:9).
Wat antwoordde hij: “Je spreekt zoals één van de dwaze vrouwen spreekt. Zouden wij het goede wel van God ontvangen en zouden we het kwade niet ontvangen?” (Job 2:10).
– Heer – help ons puur te zijn!
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW