19 jaar geleden

Over geloof en gevoel, mystiek, meditatie, trance … (III)

Wat zegt de bijbel over geloof, gevoel, ervaring en mystiek, trance … We vervolgen de impressie “Over geloof en gevoel, mystiek, meditatie, trance …” met punt 8, dat een helder beeld geeft hoe het er vandaag in de evangelische wereld voorstaat en wat er zich voordoet op dit terrein. Wat zijn zweefliederen en tranceliederen en welke functie en welke invloed hebben zij? De laatste tijd dringt het mystieke denken en beleven steeds meer de evangelische beweging binnen, waar blijkbaar een grote openheid voor bestaat.

Inleiding

Inhoudsopgave

  1. Gericht op geloof en gehoorzaamheid, niet op gevoel en ervaring
  2. Ervaringen zijn het gevolg van geloof en gehoorzaamheid
  3. Een christen moet niet op zijn gevoel leven
  4. Een christen beleeft van alles
  5. Ik merk zo weinig van God
  6. De valse weg van de mystiek
  7. De voornaamste technieken die door mystici worden toegepast
  8. De Reformatie bracht een grote opruiming
  9. Hoogliedmystiek
  10. Aanrakingstheologie als achtergrond van vele praiseliederen uit de opwekkingsbundel
  11. De grote invasie van de mystiek in de evangelische beweging

Bijlage A. Kenmerken van de mystiek – een overzicht
Bijlage B. De Charismatische beweging
Bijlage C. Een getuigenis

8. De reformatie bracht een grote opruiming

Het fundamentele principe van de reformatie is het Sola Scripturabeginsel. Sola Scriptura betekent “alleen de bijbel”. Dat betekent dat alles wat geen basis in de bijbel heeft radicaal werd afgewezen. Men keerde terug tot de eenvoud van het Nieuwe Testament. De bijbel stond weer centraal. De kerken werden gereinigd van beelden, schilderingen. Alle “entertainment” werd er uitgegooid. Alles wat speciaal gericht was op de zinnen zoals beelden, toneelspel, gewaden, gecompliceerde zang, rituelen, werd afgeschaft. Men keerde terug tot de rationele uitleg van de bijbel, tot eenvoudige rationele gebeden naar bijbels voorbeeld, eenvoudige samenzang in de volkstaal, simpele uitvoering van doop en avondmaal.

Naast het feit dat al die andere “poespas” geen bijbelse basis heeft is er nog een tweede reden waarom christelijke samenkomsten moeten gekenmerkt worden door eenvoud. Paulus zegt in 1 Kor. 2:1-5 het volgende: “Ook ben ik, toen ik tot u kwam, broeders, niet met schittering van woorden of wijsheid u het getuigenis van God komen brengen. Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd. Ook kwam ik in zwakheid, met veel vreze en beven tot u: mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op de kracht van God”. Let op het: niet met schittering van woorden. Als het getuigenis van God al niet met schittering van woorden gebracht mag worden zou het dan wel met schittering van rituelen, met schittering van liederen en muziek, etc., mogen worden gebracht? Als we individueel, en als gemeente, proberen mensen te trekken met schittering van liederen, toneelspel, en andere vormen van entertainment, dan zijn we verkeerd bezig. Elke zalving (dat is het spreken met betoon van geest en kracht) verdwijnt als we proberen om het getuigenis van God op schitterende wijze te brengen.

Als we het “Sola Scriptura-beginsel” toepassen op de mystiek en de hierboven genoemde mystieke methoden, dan moeten al die dingen radicaal afgewezen worden. We moeten niet boven de Schrift uitgaan. “niet te gaan boven hetgeen geschreven staat” (1 Kor. 4:6). Neem b.v. het bidden tot de Heilige Geest dat de laatste tijd vanuit de charismatische beweging werd gepropageerd. Als je onderzoekt wat de bijbel hierover heeft te zeggen dan ontdek je dat er voor dat gebruik geen bijbelse basis is. Er staan in het Nieuwe Testament vele gebeden. Als je die gebeden bekijkt dan is duidelijk dat er in al die gebeden niet één voorbeeld is van een gebed dat is gericht tot de Heilige Geest. Er staat ook veel instructie over het gebed in het Nieuwe Testament. Die instructie bevat geen enkele aanwijzing die het bidden tot de Heilige Geest ondersteunt. Dus samenvattend: er is geen enkel voorbeeld, er is geen enkele aanwijzing. Dan is het uitgaande van het Sola Scripturabeginsel duidelijk. Waarom zouden wij het dan wel doen? Het goed is om ons eens af te vragen wat voor geest er achter dit soort afwijkingen van de Schrift zit. Waarom voert men met zulk een felheid dit soort onbijbelse gebruiken in? Als het ontbreken van ook maar één bijbels voorbeeld en het ontbreken van ook maar de geringste aanwijzing in de instructie over het gebed voor die mensen niet voldoende is dan zegt dat heel veel over hun houding tegenover de Schrift. Men is blijkbaar niet tevreden met het simpele navolgen van het voorbeeld van de christenen zoals dat in het Nieuwe Testament wordt beschreven. Men is ontevreden over de instructie aangaande het gebed die de Here Jezus en de apostelen zelf hebben gegeven. Men weet het beter.

Als we ons radicaal houden aan het Sola-Scripturabeginsel dan zal ons dat onder meer beschermen tegen het zuurdesem van de mystieke leringen, ervaringen en gebruiken.

9. Hoogliedmystiek

Het Nieuwe Testament roept voortdurend op tot geloof en gehoorzaamheid, niet tot het zoeken van ervaringen, niet tot het beleven van de liefdesextase met God. Er is in het Nieuwe Testament geen grond te vinden voor het doel waar de mystiek naar streeft, het schouwen van God, de extase. Er is ook geen grond te vinden voor het analyseren van de eigen gevoelservaringen, het naar binnen kijken in het eigen gevoelsleven. Dat heeft de mystici gedwongen om elders in de bijbel te kijken of ze daar wel steun voor hun mystieke opvattingen konden vinden. Uiteindelijk zijn ze uitgekomen bij het Hooglied. Het Hooglied geeft een beschrijving van de liefde tussen een man en vrouw. Een onderdeel daarvan is “verliefdheid” en seksuele aantrekkingskracht. Verliefdheid gaat gepaard met hevige gevoelens, ups en downs. Die hevige gevoelens vinden we in het Hooglied beschreven. De mystici zijn het Hooglied echter gaan vergeestelijken. In plaats dat het letterlijk wordt genomen als een beschrijving van een liefdesrelatie tussen een man en vrouw ziet men het als een allegorie voor de liefde tussen de ziel van een gelovige en God, een beschrijving van de liefde tussen de gelovigen en Jezus. Het gevolg is dat men de liefde tussen de gelovige en God is gaan beschrijven in de erotische beelden van een menselijke liefdesrelatie. Hieruit is de zogenaamd Hoogliedmystiek, van verlangen, bezwijmen, gemis, etc, ontstaan.

De emoties van verliefde mensen, zoals die in het Hooglied zijn beschreven, worden gebruikt als illustratie van de liefde tussen God en de mens, als illustratie van de liefdesrelatie tussen de christen en Christus. Dit sluit inderdaad goed aan bij de beleving van de mystici. Die kijken immers naar binnen, naar allerlei ervaringen en belevingen. De gevoelsbewegingen worden geanalyseerd. Deze emoties vindt men, via allegoriseren, terug in het Hooglied.

De Hoogliedmystiek is een voorbeeld van schriftinleg in plaats van schriftuitleg. Er is geen enkele ondersteuning in de bijbel te vinden voor deze allegorisering van het Hooglied. Zoals eerder betoogd, spreekt deze uitleg van het Hooglied de hele toon, de gerichtheid van het Nieuwe Testament tegen. Enkele aspecten van de huwelijksrelatie worden wel op de relatie tussen de gelovige en God, op symbolische wijze, toegepast. De vereniging in de huwelijksgemeenschap is een beeld voor de eenheid tussen Jezus en de gemeente (Gen. 2:24 ; Efeze 5:30-32 ; 1 Kor 6:17). Dan is er nog het beeld van de gemeente als bruid (verloofde) die uitziet naar de vereniging, de komende bruiloft, met de bruidegom. Dit is een beeld van de gemeente die uitziet naar de wederkomst van Christus (Openb. 22:17 en 2 Kor. 11:2).

Nergens wordt de emotie van verliefdheid in verband gebracht met onze relatie met Christus. Daar is verliefdheid ook veel te onstabiel voor. Liefde is wat anders dan verliefdheid. Als christenen hebben wij Christus lief omdat hij ons eerst heeft liefgehad (1 Joh. 4:19). De dominante emotie is dankbaarheid. Het is ook natuurlijk en logisch om enthousiast te zijn over Jezus omdat Hij zo’n geweldige persoon is. De liefde tot Christus uit zich in gehoorzaamheid. De Here Jezus zei: “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die mij lief heeft” (Joh. 14:21). De Here Jezus zei niet: “Wie bezwijmt van liefde voor Mij, die is het die Mij liefheeft”.

Uit het Hooglied kunnen we leren dat seksualiteit, verliefdheid en seksuele aantrekkingskracht goede dingen zijn, mits natuurlijk binnen de door God ingestelde huwelijksrelatie. Ze zijn door God geschapen en daarom op zich genomen goed en onderdeel van het menszijn. Dit gaat in tegen en weerlegt een belangrijke stroom in het Griekse denken, waarin alles wat bij de materie hoort als negatief wordt gezien. Men staat negatief tegenover het lichaam. Het lichaam wordt gezien als de kerker der ziel, het lichaam weerhoudt, in deze visie, de ziel ervan op te stijgen tot God. Daarom staat men ook negatief tegenover seksualiteit Dat werd gezien als een hinderpaal voor echt geestelijk leven. Tegen deze mentaliteit wordt onder meer in 1 Tim. 4:1-5 ernstig gewaarschuwd. Daar wordt gesproken over “sommigen die het huwelijk verbieden”. Paulus noemt dat een lering van boze geesten. Tot voor kort, en wellicht nog steeds, had deze wijze van denken ook grote invloed op het denken van vele christenen. Het Hooglied had deze “lering van demonen” kunnen corrigeren, maar dat is niet gebeurd omdat men het Hooglied onschadelijk had gemaakt door het te vergeestelijken.

In de eeuwen voor de komst van Christus begon dit negatieve Griekse denken over materie en seksualiteit de ontwikkelde Joden in de Hellenistische wereld te beïnvloeden. Men wist daarom geen raad meer met het Hooglied, omdat daar vrijmoedig, maar fijngevoelig, de seksuele vreugde binnen het huwelijk wordt beschreven. Men vond de oplossing in het “vergeestelijken” van het Hooglied. Het gaat dan niet meer om een beschrijving van de liefde tussen man en vrouw, het gaat om de hogere liefde tussen een gelovige en God. Hier liggen de werkelijke wortels van de zogenaamde Hoogliedmystiek.

10. Aanrakingstheologie als achtergrond van vele praiseliederen uit de Opwekkingsbundel

Christelijke liederen zijn nooit neutraal. Achter de woorden en zelfs achter de muziek zit een bepaalde leer, een bepaalde visie. Zo is het ook met de liederen uit de Opwekkingsbundel. In veel liederen zit een soort “aanrakingstheologie”. De liederen gaan over een aanraking van God, er wordt gebeden om een aanraking van God, die aanraking wordt als heel belangrijk voorgesteld, soms zelfs als de sleutel voor een overwinnend christenleven. De liederen gaan eigenlijk nog een stap verder dan het bidden om een aanraking. De liederen zijn er muzikaal op ontworpen, gecomponeerd, om door het zingen van het lied zelf de gewenste aanraking (beleving) van God te krijgen.

De in evangelische kring meest gebruikte methode (techniek) om tot de gewenste ervaring te komen is juist via aanbidding, via het zingen van zogenaamde aanbiddingsliederen. De hele dienst is er dan op gericht, er op toegelegd, om via het opbouwen van de aanbidding te komen tot de ervaring van God, tot het schouwen, tot liefdesextase. Als wij aanbidden, komt, zo stelt men het voor, God dichterbij, het trekt God aan, het doet God tot ons naderen.

Een voorbeeld.
Lied 488 uit de Opwekkingsbundel.

Heer, ik kom tot U, Neem mijn hart, verander mij.
Als ik u ontmoet vind ik rust bij U.
Want Heer ik heb ontdekt, dat als ik aan Uw voeten ben
trots en twijfel wijken voor de kracht van uw liefde

Refrein
Houd mij vast, laat uw liefde stromen.
Houd mij vast, heel dicht bij uw hart.
Ik voel uw kracht en stijg op als een arend.
Dan zweef ik op de wind,
Gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.

Heer kom dichterbij dan kan ik uw schoonheid zien
En uw liefde voelen, diep in mij.
En Heer, leer mij uw wil zodat ik U steeds dienen kan
En elke dag mag leven door de kracht van uw liefde.

Refrein (2 maal)
Houd mij vast, laat …….

Dan zweef ik op de wind,
gedragen door uw Geest
en de kracht van uw liefde

Het lied heeft de vorm van een gebed. Er wordt gebeden om een ontmoeting met de Heer. Vandaar het “Heer, ik kom tot U”, “Heer kom dichterbij” en het “als ik U ontmoet”. Het gevolg van deze ontmoeting is dat je gaat zien en voelen. “Heer komt dichterbij, dan kan ik uw schoonheid zien en uw liefde voelen, diep in mij”. En “Ik voel uw kracht en stijg op als een arend”. Er wordt gebeden: “laat uw liefde stromen”.

Deze gevoelsontmoeting met de Heer heeft, volgens het lied, verschillende gevolgen. Als we God ontmoeten en daardoor de liefde van God in ons voelen stromen “dan wijken trots en twijfel voor de kracht van uw (Gods) liefde”. Het diep in ons voelen stromen van Gods liefde heeft verder, volgens het lied, tot gevolg dat we opstijgen als een arend. “Ik voel uw kracht en stijg op als een arend, dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde”. Dus ik voel en als gevolg daarvan stijg ik op. Ik voel en ik zweef. Ik voel en wordt gedragen door de kracht van uw liefde.

Dit is een zuiver voorbeeld van een mystiek lied. In het lied gaat het om het verkrijgen van een ontmoeting met God. Het gaat om het verkrijgen van een aanraking van God. Het gevolg is dat je God gaat schouwen en voelen, zo staat het ook letterlijk in het lied. Dit zijn precies de twee doelen van de mystiek: het schouwen van God, dat is het doel van het platonisme, en het voelen van God, de extase, dat is het doel van het neoplatonisme. De aanraking is volgens het lied levensveranderend en het doet je opstijgen, het maakt je tot een overwinnend christen. Het doet je zweven, het doet trots en twijfel wijken, het verandert je, je vindt er rust. Het gebed wat in dit lied wordt gegeven komt samengevat neer op “laat me iets voelen, dan komt het in orde”.

De melodie is er op gemaakt om het gewenste “gevoel” te bevorderen. Kijk naar het door de melodie ondersteunen van de emotionaliteit (b.v. het slepend aanhouden van de toon in het refrein bij de woorden: houd, stromen, liefde.) Ook wordt op het laatst toegewerkt naar een hoogtepunt door het tweemaal herhalen van het refrein met als slot nogmaals een stuk van het refrein. Dat driemaal herhalen van het meest emotionele deel aan het eind van het lied geeft de gelegenheid om je weg te laten voeren door de emotie.

Stel dat, mede door het zingen van het lied, het gewenste gevoel wordt verkregen. Je voelt diep in je binnenste Gods liefde stromen. Je stijgt op. Je gaat de lucht in. Maar wat gebeurt er vervolgens op het moment dat je Gods liefde niet meer voelt stromen? Dan volgt er een vliegongeluk, een crash, een luchtramp, want dan stort je geestelijk neer.

De bijbel spreekt in Jesaja 40:31 ook over het opstijgen als met arendsvleugels. Daar gaat het echter niet om een aanraking van God, een ontmoeting met God die je doet zweven. Daar gaat het om geloof. Wie de Here verwachten (een uitdrukking van geloof, vertrouwen, rekenen op Gods beloften van bijstand en uitredding) die putten door het geloof nieuwe kracht en stijgen op. In lied 488 ontbreekt het geloof geheel. Daar is het “wie de Here verwachten” veranderd in “wie de Here voelen”.

De inhoud van het lied is niet bijbels. Het leert leven op gevoel in plaats van door geloof. Het gaat tegen de bijbel in. Het is heidens, platonisch en neoplatonisch van inhoud. Het klinkt alleen maar christelijk omdat christelijke termen worden gebruikt.

Mensen zeggen toch dat ze gezegend zijn door het lied. Naar hen luisterend lijkt het er op dat sommigen niet naar de rationele inhoud van het lied kijken. Het dringt helemaal niet door wat er letterlijk staat. Men pikt er willekeurig uitdrukkingen uit die men vervolgens vanuit de eigen bijbelkennis toch min of meer bijbels invult.

Een tijd geleden hoorde ik het lied voor het eerst in de dienst zingen. Ik had eerst niets in de gaten. Tijdens het zingen van het lied nam de verbijstering toe, toen tot me doordrong wat er gezongen werd. Mijn mond viel werkelijk open van verbijstering. Het is ongelofelijk dat dergelijke liederen in de baptistengemeente gezongen worden. Op de basisbijbelstudie leer ik de mensen dat ze niet op hun gevoel moeten leven. En zondags worden vervolgens dit soort liederen gezongen.

Er staan vele van dergelijke liederen in de Opwekkingsbundel. Elke jaar worden er liederen toegevoegd. Je kunt aan de volgorde in de bundel zien dat de liederen, over de jaren gezien, steeds mystieker aan het worden zijn. Steeds meer ervaringsgericht. Met steeds minder bijbelse en leerstellige inhoud. Het zijn ook vaak “ik” liederen. Ik beleef dit, ik voel dat. Ook zit er nogal eens onbijbelse pinkstertheologie in. Wat dat laatste betreft, neem b.v. het lied “Ik geloof in God de Vader ..”. (Opwekkingsbundel nr. 347). Dit is wel een lied met inhoud. Het volgt in grote lijn de apostolische geloofsbelijdenis. In de apostolische geloofsbelijdenis worden de meest fundamentele feiten van het christelijk geloof opgesomd. Als je het lied echter vergelijkt met de apostolische geloofsbelijdenis dan merk je een verschil. Er is stiekem iets tussen de lijst met fundamentele geloofsfeiten gevoegd, namelijk de geestesgaven. Voor de schrijvers van dit lied waren deze blijkbaar van hetzelfde fundamentele belang als de andere wel in de apostolische geloofsbelijdenis genoemde feiten. Het is duidelijk uit welke hoek dit naar voren halen van de geestesgaven afkomstig is. Let op dat ook het oordeel in verband met de wederkomst van Christus is weggehaald.

Mijn zoon noemt liederen – als het hierboven behandelde lied 488 – “zweefliederen”.
Contrasteer dit “zweeflied” met het volgende, in evangelische kringen vroeger heel populaire lied: “When we walk with the Lord in the light of His word” (“Hij die rustig en stil”). Het refrein luidt: “Trust and obey there is no other way to be happy in Jesus than to trust and obey”. In dit lied wordt de bijbelse spiritualiteit, geestelijkheid, kernachtig onder woorden gebracht. Dit soort liederen zijn verdrongen door allerlei mystieke “zweefliederen”.

De zweefliederen worden gebruikt om in een trance te komen. Het zijn in feite tranceliederen.
Daarom lijken sommige (zeker charismatische) diensten tegenwoordig zo op de popconcerten die ik voor mijn bekering placht te bezoeken. Ook daar ging men in trance op de muziek. Een tijd geleden was ik in een samenkomst in een volle evangelie gemeente. Een lied werd opgegeven. Nog voor de muziek het lied inzette gingen sommigen al in de houding staan: armen opgeheven, ogen dicht, blik in vervoering naar boven gericht. Dit alles schept een surrealistische onwezenlijk sfeer.

Een bericht uit Amerika vermeldde dat er op dit moment een tendens is dat de mannen weglopen uit evangelische gemeenten en samenkomsten. Ik kan het me zeer goed voorstellen als je voortdurend in een vage, weke, mystieke sfeer moet verblijven. Anderen zijn daarentegen naar het lijkt verslaafd aan dit soort liederen. Verslaafd aan de gevoelsbewegingen die dit soort liederen opwekken. De oude liederen “smaken” hen niet omdat er niet of nauwelijks op “getript” kan worden.

Arie Geelhoed

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW