“Mijn genade is u genoeg; want de kracht wordt in zwakheid volbracht” (2 Kor. 12:9).
Beste broeders en zusters, ga naar huis en vraag de Heer nooit om u sterk te maken in uzelf! Vraag Hem nooit om van u iemand of iets te maken, maar wees tevreden om niets en niemand te zijn! Vraag dan dat Zijn kracht ruimte in u heeft en dat allen die in uw nabijheid komen zien wat God kan doen door een “niets en niemand”! Leef met dit verlangen om God te verheerlijken!
Soms, wanneer God ons eert in Zijn dienst, staat het grote ik in de weg van de Heer. Beef wanneer u ziet hoe een arme, zwakke prediker zich nuttig maakt bij de bekering van zielen. Want dan beginnen alle kranten en tijdschriften zijn naam de hemel in te prijzen, en dwaze christenen (en dat zijn er veel) beginnen hoog van hem te spreken, alsof hij een halfgod is, en zeggen grootse dingen over hem, en beschrijven hem als wijs, welbespraakt en groot. [1] Zo doen ze alles wat ze kunnen om de goede broeder te ruïneren!
Als de prediker verstandig is, zal hij zeggen: “Ga achter mij staan, Satan, want u streeft niet naar de dingen die van God zijn”; en als God hem een grote genade schenkt, zal hij zich steeds meer op de achtergrond terugtrekken en steeds dieper voor zijn God neerbuigen. Maar als een mens zichzelf eenmaal groot en goed vindt, zal er ofwel een val plaatsvinden, of de kracht van God zal zich van hem terugtrekken, of de Heer zal op een andere manier Zijn volk duidelijk maken, dat Hij Zijn heerlijkheid niet aan een ander wil geven. De beste mensen zijn uit vlees en bloed, en ze hebben geen macht, tenzij God hen kracht geeft, en Hij zal het hen laten weten en voelen.
Verhef daarom niet anderen of uzelf, maar vraag de Heer om u zwak te maken en u te bewaren, zodat Zijn kracht in u openbaar wordt. God geve dat het zo mag zijn om Christus’ wil. Amen.
Charles Haddon Spurgeon; © www.bibelstudiu.de
Online in het Duits sinds 14.11.2024
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW