“Ziet mijn handen en mijn voeten, dat Ik het zelf ben; betast Mij en ziet, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb” (Luk. 24:39).
Vraag: Ik heb gehoord dat sommigen een verschil maken tussen het opstandingslichaam en het heerlijkheidslichaam van de Heer? Kun u iets hierover zeggen?
Eerlijk gezegd: ik deel deze opvatting niet. Want: Wanneer zou het lichaam van de Heer zich veranderd hebben? Tijdens de Hemelvaart? Dat is niet gemakkelijk voor te stellen. Er wordt gezegd van de verheerlijkte Heer dat Hij zijn voeten eenmaal op de Olijfberg (Zach. 14:4) zal zetten. Zoals de discipelen Hem naar de hemel hebben zien gaan, zo zal Hij ook terugkomen (Hand. 1). Er is geen verschil tussen een lichaam van de opstanding en het lichaam, dat bij de verschijning zichtbaar worden zal.
Het lichaam van Christus in de opstanding bestond volgens Zijn eigen woorden uit “vlees en beenderen” (Luk. 24:39). Maar er wordt gezegd: dat kan in de hemel niet waar zijn, waar ook met het oog op gelovigen van een “geestelijk lichaam” gesproken wordt (1 Kor. 15:44).
Ik denk dat het probleem hier is, dat we met ons “aardse denken” niet veel verder komen. Want volgens onze terminologie spreekt dit elkaar tegen: Of iets is geestelijk of lichamelijk, materieel of immaterieel.
Maar in de opstanding en in de heerlijkheid is – als men dat zo formuleren mag – de zaak gemakkelijk anders te definiĆ«ren. “Geestelijk” en “beenderen” moeten niet van elkaar worden uitgesloten. En als je dat bedenkt, lost zich misschien menige moeilijkheid op; en zo lijkt het ook niet “noodzakelijk” te zijn om tussen een opstandingslichaam en een heerlijkheidslichaam onderscheid te maken.
Gerrid Setzer
Geplaatst in: Overdenking bijbeltekst
© Frisse Wateren, FW