20 jaar geleden

Jonge mensen in de Bijbel (16)

Jonathan. Een goed belovende start

1 Samuël 17; 1 Samuël 18:1-4

Voordracht 6d

Nu gaan we eens kijken wat er na de dood van de reus gebeurde. “Toen de Filistijnen zagen, dat hun geweldigste dood was, zo vluchtten zij”, en Israël “beroofden hun legers” (vers 51,53).

De vijanden zijn verstrooid en de mannen van Israel en Juda hebben nu niets anders te doen dan de buit die zij door de overwinning van David gewonnen hebben, in bezit te nemen. Dan komt David terug en wordt bij Saul gebracht. En wat heeft hij bij zich? Hij heeft het hoofd van de Filistijn in zijn hand? Hij is de overwinnaar en heeft het bewijs van zijn overwinning in zijn hand als hij door de reien van de Israelieten naar de koning gaat. Hij heeft het zwaard van de reus in de ene hand en zijn hoofd in de andere. Hij zegt geen woord; dat is ook niet nodig. Het zwaard en het hoofd dat hij droeg zeggen meer dan welk woord dan ook over zijn overwinning. Op dat ogenblik wordt het hart van Jonathan veroverd.

Er zijn vijf punten bij Jonathan te vinden, die opmerkenswaardig zijn. Weten jullie wat Jonathan aan het doen was, voordat David in het leger kwam? Hij beefde. O ja, zul je misschien zeggen, hoe weet je dat? Wel, vers 11 en 24 vertellen mij dat ze allemaal bang waren en vluchtten; en Jonathan, hoewel hij niet werd genoemd, was in het leger. Tot op dit ogenblik waren zij allen, en met hen ook Jonathan, vervuld met angst. Toen David uitging om de vijand tegemoet te treden en Jonathan zijn ogen op hem richtte, werd deze met hoop vervuld. Toen hij naar die wonderlijke confrontatie keek en al spoedig de vijand zag vallen, en zag dat het hoofd van de reus met een slag van zijn eigen zwaard afgeslagen werd, was hij ontzettend opgelucht. “God zij dank”, zal hij ongetwijfeld gezegd hebben, “ik ben bevrijd” en hij zal opgelucht adem gehaald hebben. Je moet me niet aankomen met het verhaal dat hij niet opgelucht was, toen hij zag dat de vijand verslagen was. Hij was bevrijd! En wat volgt daarop? Toen zij de tenten van de Filistijnen plunderden, werd Jonathan rijk gemaakt. Het hoogtepunt is al spoedig bereikt want zijn hart is geheel overweldigd, en Jonathan werd David volledig toegewijd. Wordt er zulk een toewijding ook bij jullie gevonden?

“Het geschiedde nu, als hij geëindigd had tot Saul te spreken, dat de ziel van Jonathan verbonden werd aan de ziel van David; en Jonathan beminde hem als zijn ziel” (1 Samuël 18:1).

Wat oefende dan zulk een aantrekkingskracht op Jonathan uit? Het was de persoon en de zelfopoffering van David wat diepe indruk op hem had gemaakt. Hier is iemand die – hoewel ik niets van hem wist – toen hij de ellende en narigheid van ons zag, zijn leven op het spel zette (19:5) en met inzet van zijn leven mijn leven heeft gered. Liefde tot David sprong op in zijn hart, totdat hij, zoals de Schrift zegt: “hem beminde als zijn ziel” (18:1). “Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad” (1 Johannes 4:19). Ik vraag jullie niet om Jezus lief te hebben, maar ik kan je vertellen dat de Heer Jezus jullie liefheeft. Ik vraag nooit iemand om zijn hart aan de Heer Jezus te geven; ik wil je niet vragen dat te doen, omdat je dat niet wilt doen. Maar als je hart wordt aangeraakt door de liefde van Christus voor jou, dan zouden jullie je hart zonder enige aarzeling aan Hem overgeven. Jullie kunnen dan niet anders dan Hem lief hebben, want Hij heeft jullie eerst liefgehad.

O, grijp dit toch aan, jij die de lusten, de zonde en de duivel hebt gediend en in de genoegens van de zonde een zeker en eeuwig oordeel tegemoet gaat. Mijn jonge vriend, jij die in de zonde je weg gaat, de Heiland is gekomen en voor zo iemand zoals jij gestorven. Neem toch de waarheid aan waardoor Paulus zo gegrepen was: “De Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven” (Galaten 2:20). De overgave aan Christus is zo gezegend, omdat ze een heel persoonlijke zaak is. Wanneer zij werkelijk in je hart bestaat, hoef jij je niet te schamen dit te erkennen. Denk jij dat het Christen zijn een armoedige zaak is? Weg met zulk een gedachte. Het is het allergrootste in de wereld om Christen te zijn! Ik bedoel absoluut niet het goedkope soort, zoals we dat zo vaak aantreffen: een belijden van Christus zonder Hem werkelijk te kennen – een puur intellectuele belijdenis zonder dat het hart voor Hem slaat. Onder een Christen versta ik een mens die Christus werkelijk kent en liefheeft. Een Christen is een mens wiens hart gegrepen is door de liefde van Christus, die de Heiland aan het kruis in zijn plaats zag lijden en sterven. Een dichter drukte het zo uit:

“Hij leed in de duisternis
opdat wij het licht zouden zien”.

Hij was verlaten, opdat jij en ik door God aangenomen konden worden. Laat het tussen jou en de Heer Jezus zo zijn, zoals het tussen David en Jonathan was: “Het geschiedde nu, … dat de ziel van Jonathan verbonden werd aan de ziel van David” (1 Samuel 18:1). Ik kijk vanavond omhoog naar de hemel en zie een hoog verheven Heiland, een opgevaren Verlosser, een levende Mens aan de rechterhand van God, en deze Mens is mijn Heiland in de heerlijkheid; en ik wilde wel dat de hele wereld mijn getuigenis van Zijn liefde, Zijn overwinning en Zijn waardigheid zou kunnen horen. Luister, o gehele aarde! In de heerlijkheid leeft een Mens die eenmaal aan een hout stierf, Hij stierf voor mij en heeft mij bevrijd en gered. Deze Mens in de heerlijkheid is mijn Heiland, mijn Heer en Meester. Och, God geve dat jullie, die dit lezen, dit allemaal nog vanavond zult kunt zeggen! Dan zul je het als eens Jonathan beleven, die “omdat hij hem liefhad als zijn ziel. En Jonathan deed zijn mantel af, die hij aan had, en gaf hem aan David, ook zijn klederen, ja, tot zijn zwaard toe, en tot zijn boog toe, en tot zijn gordel toe” (1 Samuël 18:3-4). Dat was een mooi beeld, een grandioze start. Voor dat grote leger, voor de ogen van geheel Israel, daalt de zoon van de koning af tot de eenvoudige herdersjongen en trekt zijn koninklijke mantel uit. Zijn hart behoort aan David. Hij had hem lief als zijn eigen ziel en geeft hem zijn mantel, zijn zwaard en zijn gordel. En wat zegt hij daarmee eigenlijk? “David, ik behoor jou toe. Jouw liefde heeft mij overweldigd”. En wat zeggen jullie vanavond? Is dat ook jullie taal wanneer je je tot de Heer Jezus bekeert: “Heer Jezus, ik behoor U toe”? Dank God, wanneer je inderdaad zo spreken kunt en vanuit het diepste van je hart zeggen kunt: “Heer Jezus, ik behoor U vanaf nu toe met geest, ziel en lichaam. Ik ben de Uwe Heer om voor U te leven, ik ben de Uwe om U te dienen, ik ben de Uwe om uit genade ook voor U te sterven wanneer het nodig mocht zijn”. Denk je dat de Heer geen hart heeft? Dat Hij het niet graag ziet dat onze harten trouw zijn aan Hem? Hij vraagt: “Heb jij Mij lief?” Jonathan bewees David zijn liefde en maakte dit duidelijk zichtbaar. Zo moet het ook met onze liefde tot Christus zijn!

Wij hebben het zeer nodig iets meer te lijken op de arme Joe, die gewoonlijk in een kroeg op zijn gitaar speelde. Op een dag ging hij het land in. Toen hij een stem hoorde keek hij over de haag, in de richting van waaruit de stem kwam, en zag een menigte mensen. Wat was dit? Hij sprong over de heg, maar o schrik, het was geen voetbalwedstrijd! Het was een openluchtprediking en hij wilde graag horen wat er gezegd werd. Hij ging een beetje achteraan staan. Hij werd diep getroffen en geïnteresseerd hoorde hij van de Heer Jezus en Zijn Heilandsliefde. Arme Joe hoorde, geloofde en werd gered. Jezus werd zijn Heiland en zijn hart werd met blijdschap vervuld. Wat gebeurde er verder? Hij ging lijnrecht naar huis en vloog naar de open haard waar zijn gitaar hing, nam deze en brak het op zijn knieen in twee stukken. “Wat doe jij daar?”, vroeg zijn vrouw ontzet. “Ik heb mij bekeerd, vrouw, en ik kan niet meer in de kroeg gitaarspelen”, antwoordde hij, en hij gooide de gebroken gitaar in het vuur. Het was een eenvoudige daad, maar het laat wel zien dat de arme Joe voelde dat zijn leven veranderd moest worden, nu hij bekeerd was.

Wanneer een mens werkelijk aan de kant van de Heer gaat staan, zal dit altijd op de een of andere manier zichtbaar worden. Hij begon de Heer te volgen. Hij is, zoals de blinde Bartimeus, die “Hem volgde op de weg” nadat hij genezen was (Markus 10:52). Jonathan gaf zijn hart en alles wat hij had, aan David. Het was een complete overgave aan zijn Bevrijder. Dat is het wat ook vandaag van ieder jong mens, die zich tot de Heer Jezus bekeerd, verwacht wordt. Daarom dring ik er bij jullie op aan om niet halfslachtig te zijn in jullie overgave aan de Heer. Overgave wordt beloond; een half toegewijd hart is een grote vergissing. Helaas! er is menige gelovige die teveel van Christus heeft om van de wereld te genieten, en teveel van de wereld om werkelijk van Christus te genieten. Deze groep moet je zorgvuldig vermijden. In de gemeente van God zijn zij onbruikbaar, en in de wereld genieten zij geen achting.

Vanaf deze tijd begint Saul, zonder twijfel door de liefdevolle overgave van zijn zoon Jonathan geërgerd, David te haten en te vervolgen. Drie keer probeert hij hem met zijn spies te doden. Daarop verdwijnt David van het toneel; zo “sprak dan Jonathan goed van David tot zijn vader Saul; en hij zei tot hem: De koning zondige niet tegen zijn knecht David, omdat hij tegen u niet gezondigd heeft, en omdat zijn daden voor u zeer goed zijn. Want hij heeft zijn ziel in zijn hand gezet, en hij heeft de Filistijn geslagen” (1 Samuël 19:4-5). Het resultaat is dat Saul zijn spies nu ook naar Jonathan slingert (20:33). Drie keer heeft hij geprobeerd David te verslaan, en nu, omdat deze buiten zijn bereik is, probeert Saul Jonathan te doden, die het voor David opnam. Bij de Christen gaat het niet anders. Omdat Christus niet meer hier is, moet hij het voor Christus opnemen en wordt daarom vervolgd. Ik verwacht ook niets anders dan vervolging. De Heer Jezus zei: “Een slaaf is niet groter dan zijn heer. Als zij Mij hebben vervolgd, zullen zij ook u vervolgen; als zij Mijn woord hebben bewaard, zullen zij ook het uwe bewaren” (Johannes 15:20).

Deze vervolging door Saul zou Jonathan eigenlijk de ogen hebben moeten doen opengaan voor de toestand waarin hij zich bevond. Hij wist dat David naar de wil van God de gezalfde koning was, en Jonathan had zich volledig met hem moeten identificeren, wat het hem ook had moeten kosten. Jonathan had zich volledig achter David moeten stellen. Hij ging echter buiten het veld in en sprak met David, maar hij ging niet mee in de spelonk van Adullam (22:1-2). Hij werd door natuurlijke banden vastgehouden, zoals er ook vandaag zo veel zwakke, halfslachtige gelovigen zijn. Kort daarop ging Jonathan “tot David in het woud; en hij versterkte zijn hand in God”. En hij sprak tot hem “Vrees niet, want de hand van Saul, mijn vader, zal u niet vinden, maar gij zult koning worden over Israel, en ik zal de tweede bij u zijn; ook weet mijn vader Saul zulks wel”. Hij zegt als het ware tegen David: Jij zult koning worden en ik verheug mij dat jij de eerste zult zijn en ik de tweede na jou. “En die beiden maakten een verbond voor het aangezicht des HEEREN; en David bleef in het woud, maar Jonathan ging naar zijn huis” (1 Samuël 23:16-18). Hij had er beter aan gedaan het lot van David volledig te delen en David geheel na te volgen. Dan was hij bewaard gebleven en zou hij de tweede plaats in het koninkrijk gehad hebben. Zo werd hij op het gebergte van Gilboa roemloos omgebracht en toen David de troon besteeg, werd het lijk van Jonathan genageld aan de muur van Beth-San gevonden (1 Samuël  31:12).

Het is opvallend dat David, toen hij de namen van de helden noemde die hem gedurende de tijd van zijn verwerping trouw nagevolgd waren en hun daden vermeldde, de naam van Jonathan niet noemt (2 Samuël 23). Rechtvaardigerwijze had hij geen plaats onder deze helden die David in deze tijd zo trouw toegewijd waren. Ik trek daaruit de les dat de Heer de harten telt die Hem trouw zijn. Jonathan einde was roemloos en treurig. Dit feit vermeldt God tot waarschuwing voor ons. De Heer wil graag dat jullie je harten ongedeeld aan Hem overgeeft. Maak een goede start – begin vandaag ermee – voeg je bij de verlosten op de weg naar de heerlijkheid. Beslis vandaag nog voor Hem – Hij is het waard. De liefde van Christus is iets zeer kostbaars. Had ik duizend harten – ik zou ze allemaal aan de Heer Jezus wijden. Hij stief voor mij. Och, dat je toch bereid bent je vanaf dit ogenblik af in geloof aan Hem over te geven en Hem te dienen totdat Hij komt!

Wordt D.V. vervolgd.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW