20 jaar geleden

Jonge mensen in de Bijbel (15)

Jonathan. Een goed belovende start

1 Samuël 17; 1 Samuël 18:1-4

Voordracht 6c

“En hij nam zijn staf in zijn hand, en hij koos zich vijf gladde stenen uit de beek, en legde ze in de herderstas, die hij had, te weten in de zak, en zijn slinger was in zijn hand; alzo naderde hij tot de Filistijn” (1 Samuël 17:40).

Hoe moeten de toeschouwers zich verwonderd hebben toen zij zagen dat David alleen met vijf gladde stenen naar deze geweldige man toeging. Bedenk dat hij nog maar een knaap, een zeer jonge man was, maar in vertrouwen op God ging hij uit om deze geweldige reus die er aan kwam, te ontmoeten. Het verwondert mij niet dat Goliath hem verachtte, toen hij hem met de slinger en de vijf gladde stenen zag. Er wordt ons verteld: “Toen de Filistijn opzag, en David zag, zo verachtte hij hem; want hij was een jongeling, roodachtig, alsook schoon van aanzien” (vers 42). De reus, om zo te zeggen, bekeek hem van alle kanten. Wat kon deze jonge knul doen? Maar let op, vrienden, we moeten weten dat God altijd eenvoudige instrumenten gebruikt, en langs wegen en gedachten die ons mensen helemaal niet imponeren, mensen redt. Gods weg om ons het leven te schenken, bestaat daaruit, dat de Heer Jezus voor ons de dood moest ingaan. Gods weg voor ons om in de hemel te komen, staat lijnrecht tegenover de gedachten van de mens. De gedachten van de mens is dit door eigen werken te bereiken, de weg van God is Zijn eigen Zoon, die plaatsvervangend voor ons in de diepten van de dood afdaalde.

Maar die vijf gladde stenen, wat konden zij doen? Saul heeft, toen hij zag dat David ze opraapte en ze in zijn tas stopte, ongetwijfeld gezegd: “Wat een dwaas!“. Het idee van deze knaap om met vijf gladde stenen die reus tegemoet te gaan is absoluut dwaas. Maar … een steen was al genoeg om de reus te verslaan. En om dit toe te passen – Hoe kan een mens gered worden? Alleen door het kruis van Golgotha. Vandaag wijzen de mensen de gedachte van redding door het kruis van Christus verachtelijk af. Dit is niet iets nieuws, want de apostel Paulus schreef: “Maar wij prediken Christus, de gekruisigde, voor Joden een aanleiding tot vallen en voor voor volken een dwaasheid” (1 Korinthe 1:23). In onze dagen is het zoals toen: de prediking van het kruis is voor de geleerde ongelovigen een dwaasheid. Dwaasheid? Ho even, maar wat is het werkelijk? “Maar voor de geroepenen zelf, zowel Joden als Grieken” is het “Christus, de kracht van God en de wijsheid van God” (1 Korinthe 1:24). Het is volkomen duidelijk dat “de prediking van het kruis voor diegenen die verloren gaan, dwaasheid is, maar voor ons die gered worden, is het de kracht van God”. Denk jij dat het dwaasheid is om te geloven dat de doodsangsten van Christus voor hen, die in Hem geloven, eeuwige zekerheid betekenen en zij door Zijn verzoenend werk gerechtvaardigd voor God staan?

Mensen zeggen dat het kruis een dwaasheid is. Maar geloof mij, het heeft mij tot God gebracht. Het bracht Paulus tot God. Het bracht de stervende rover tot God. Ja, het bracht miljoenen tot God. Dank God voor het kruis! Paulus zei: “Maar ik wil volstrekt niet roemen dan alleen in het kruis van onze Heer Jezus Christus” (Galaten 6:14). Dat beaam ik ook met heel mijn hart! Ik weet heel goed dat dit veracht wordt. Maar vergeet dit niet: Christus de Gekruisigde is de wijsheid van God en de kracht van God, en er is een ding dat de mensen van hun zonden bevrijden en hen in de heerlijkheid brengen kan, en dat is de dood van de zondeloze Zoon van God. Het was voor zondaars voor wie Hij stierf op Golgotha en er is geen andere Naam waardoor wij gered zouden kunnen worden. Er is geen andere weg naar de heerlijkheid dan de door bloed gedrenkte lijdensweg, die ons door de doodsangsten van Christus geopend werd. Mogelijk lach je om de vijf stenen van David en spot je met Christus op het kruis, maar wees er ten volle van verzekerd dat je de eeuwigheid in de hel zult doorbrengen wanneer je niet uit God geboren en door het bloed van de Zoon van God gewassen bent. Ik zeg het je ronduit. Je hebben een onsterfelijke ziel. De eeuwigheid ligt voor je en ik vraag je: waar wil je het doorbrengen? Je leidt een leven in zonde en het loon van de zonde is de dood. Waar wil je de eeuwigheid doorbrengen? God wil je graag bij Zich hebben, en wil nu dat je waarde van het kruis van Zijn Zoon kent. God gunt je van harte dat je het mag weten.

Wij hebben hier dan de waarheid van het kruis in beeld. David nam de vijf gladde stenen en toen de reus de roodachtige jongeling met zijn knappe gelaat zag, verachtte hij hem. “Ben ik een hond”, zei de kampioen, “dat gij tot mij komt met stokken? En de Filistijn vloekte David bij zijn goden” (vers 43). Het idee dat deze knaap hem tegemoet kwam met zulk een wapen was meer dan hij kon verdragen. Zo sprak de vijand van Israël toen, en evenzo dacht satan toen hij de mensen ophitste de Heer Jezus aan het kruis te nagelen. Hij hoopte vurig op een eenvoudige en absolute overwinning maar leed een volkomen nederlaag. “Daarna zei de Filistijn tot David: Kom tot mij, zo zal ik uw vlees aan de vogelen des hemels geven, en aan de dieren des velds. David daarentegen zei tot de Filistijn: Gij komt tot mij met een zwaard, en met een spies, en met een schild; maar ik kom tot u in de Naam van de HEERE der heirscharen, de God van de slagorden van Israel, Die gij gehoond hebt” (vers 44-45). David reageerde daarop en zei eigenlijk tegen de reus: “De strijd waarin u zich nu begeeft, is niet tussen u en mij; het is tussen u en God. Ik sta hier in Naam van God”. Daar gaat het om. De Heer Jezus is de Mens van God. Wat een dwaas is de mens die de kant van de duivel wil kiezen! Het is veel beter om de aan de kant van God te staan. Ik herinner mij dat iemand mij eens schreef: “Als je die weg kiest, zul je nooit de man van God in Edinburgh worden”. Wat een titel! Ik zou liever “de man van God” zijn dan iets te bezitten dat de wereld mij zou kunnen geven.

De reus kwam steeds dichterbij en David gaat verder: “Op deze dag zal de HEERE u besluiten in mijn hand, en ik zal u slaan, en ik zal uw hoofd van u wegnemen, en ik zal de dode lichamen van het leger der Filistijnen deze dag aan de vogelen des hemels, en aan de beesten des velds geven; en de ganse aarde zal weten, dat Israel een God heeft. En deze ganse vergadering zal weten, dat de HEERE niet door het zwaard, noch door de spies verlost; want de krijg is des HEEREN, Die zal u in onze hand geven” (vers 46-47). Let op: de Heer redt! Je kunt jezelf niet redden en ik kan mijzelf niet redden. Het is God alleen die in de nood en het verderf van de mens als zondaar kan voorzien. Voor mij blijft over Gods Redder aan te nemen. “En David stak zijn hand in de tas, en hij nam een steen daaruit, en hij slingerde, en trof de Filistijn in zijn voorhoofd; zodat de steen zonk in zijn voorhoofd, en hij viel op zijn aangezicht ter aarde” (vers 49). Goliath stond helemaal niet stil bij zulk een wapen als de slinger. Hij verwachtte pijlen en beschermde zichzelf met een groot schild; maar de steen die David slingerde vloog in een boog en trof de reus precies op het voorhoofd, op de plaats waar hij het op het minst verwacht had. Satan had nooit gedacht dat de dood van de Heer Jezus de dood teniet zou maken en hem daardoor zou ontwapenen, evenmin dat de Heer Jezus doordat Hij Zich tot zonde liet maken de zonde zou worden weggedaan. Satan had dan nooit plannen gesmeed om de Heer Jezus te doden.

“Alzo overweldigde David de Filistijn met een slinger en met een steen; en hij versloeg de Filistijn, en doodde hem; doch David had geen zwaard in de hand. Daarom liep David, en stond op de Filistijn, en nam zijn zwaard, en hij trok het uit zijn schede, en hij doodde hem, en hij hieuw hem het hoofd daarmede af” (vers 50-51).

Dat was een absolute overwinning. Hij sloeg het hoofd van Goliath af met zijn eigen zwaard. Christus heeft ook, om zo te spreken, satan met zijn eigen zwaard onthoofd. Weten jullie wat de dood is? Het is het loon van de zonde, de gevolgen van de menselijke zonde en schuld, en de duivel gebruikt het als een wapen tegen het geweten van de mens. De dood is het oordeel van God over de mens als zondaar en wanneer het de duivel uitkomt, kan hij de mens door de verschrikkelijke waarheid dat hij eenmaal sterven moet, onder druk zetten. Tegen jongeren zegt hij gewoonlijk: “Je zult nog lang niet sterven. Er is nog genoeg tijd, dus je hoeft nu nog niet over je ziel [en je eeuwigheid – vertaler] na te denken”. Tegen iemand op middelbare leeftijd zegt hij: “Je moet het nu maken en erken om vooruit te komen in de wereld; je bent nu werkelijk te druk om aan je ziel [en je eeuwigheid – vertaler] te denken”. Wanneer mensen oud zijn geworden en zij sterven moeten, dan vertelt de duivel hen: ‘Je hebt altijd een goed leven geleid, dus is het niet nodig bang te zijn om te sterven’. Worden mensen op de een of andere wijze onrustig over hun zielenheil, dan verandert satan zijn tactiek en beangstigt hen met gedachten aan het sterven en brengt hen in verschrikkelijke doodsangst.

Het is voor een ziel in slavernij een complete bevrijding wanneer hij of zij ziet dat de dood, hoewel hij het loon van de zonde is, de doorgang tot het leven en de weg naar vrede en zegen is. Jij en ik kunnen alleen bevrijd en gered worden door de dood. Door de dood zijn de poorten van de hel voor ons gesloten maar de poorten naar de heerlijkheid wijd geopend. Door onze dood? God zij dank, nee! maar door de dood van de zondeloze mens, op wie de dood geen aanspraak had, die toch stierf – “de rechtvaardige voor de onrechtvaardigen”.

Toen de duivel de wereld ertoe bracht, de Heer Jezus te doden, pleegde hij de meest zinloze en kortzichtigste daad die hij ooit kon doen. Maar er is nog een ander gezichtspunt. De Heer Jezus ging vrijwillig in de dood en droeg het oordeel om al de rechtvaardige eisen van God op de mens te vervullen. Als teken van Zijn wonderbare overwinning is Hij uit de dood opgestaan. Op de plaats waar ieder ander mens zou zijn overwonnen, heeft Christus de overwinning behaald. Ieder ander mens zou aan de dood onderworpen zijn geweest. “Want waar de dood is door een mens, is ook de opstanding van de doden door een mens” (1 Korinthe 15:21). Hij ging in de dood en kwam als overwinnaar uit de dood tevoorschijn, en is zo, God zij dank, mijn Redder geworden. Ik wens dat Hij ook de jouwe is of wordt. Je kunt nu nog tot Hem komen.

Er is een opmerkenswaardige Schriftplaats in het Nieuwe Testament aangaande dit punt en ik wil er graag jouw aandacht voor vragen. “Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deelgenomen, opdat Hij door de dood teniet zou doen hem die de macht over de dood had, dat is de duiuvel, en allen zou verlossen die uit vrees voor de dood hun hele leven door aan slavernij onderworpen waren” (Hebreeen 2:14-15).

Wonderbare boodschap! Jij en ik sterven omdat wij mensen zijn. Hij werd Mens opdat Hij zou kunnen sterven. Op elk moment van Zijn leven had Hij van deze aarde naar de heerlijkheid kunnen terugkeren want de dood had op Hem, die zonder zonde was, geen enkele aanspraak; maar dan had Hij alle mensen in hun zondige toestand hier moeten achterlaten. Nu zegt Hij echter tegen ieder die in Hem gelooft: “Ik ben neergedaald en voor jou gestorven. Ik heb jouw oordeel op Mij genomen, jouw doodsoordeel werd aan Mij voltrokken. Door Mij sta je nu als volkomen rechtvaardig voor God. Ik heb jouw oordeel gedragen om jou te bevrijden en los te kopen”. Net zoals David het hoofd van Goliath met zijn eigen zwaard afsloeg, zo bevrijdt nu de Heer Jezus door de dood, waarmee de duivel de mensen terroriseert, de ziel die op Hem vertrouwt. De dood, die het loon van de zonde was, heeft mij nu de weg naar het leven geopend, want “evenzeer als het de mensen beschikt is eenmaal te sterven en daarna het oordeel, zo zal ook Christus, eenmaal geofferd om de zonden van velen te dragen, de tweede keer zonder zonde verschijnen tot behoudenis aan hen die Hem verwachten” (Hebreeen 9:27-28). De dood opent nu voor de gelovigen de weg naar de heerlijkheid, want door de dood van de Verlosser is verzoening aangebracht. Deze verzoening werd volbracht en is door God aangenomen. En wat is het resultaat? God heeft de volkomen Mens, die aan het kruis stierf, uit de dood opgewekt en verheerlijkt. Zijn verhoging is het antwoord van God op het lijden van de Redder, en het bewijs van Zijn volkomen overwinning over de vijand van God en de mensen. Halleluja!

Wordt D.V. vervolgd.

Vertaling: Frisse Wateren – rm

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW