“En als Ik ben heengegaan en u plaats heb bereid, kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben”
De Heer Jezus komt weer om ons tot Zich te nemen! Welk een buitengewone troost en welk een hoop geven deze woorden aan allen die in Hem geloven.
Vandaag nog kan deze hoop in één enkel ogenblik in vervulling gaan: “Want de Heer Zelf zal met een bevelend roepen,1 met [de] stem van een aartsengel en met [de] bazuin van God neerdalen van [de] hemel; en de doden in Christus zullen eerst opstaan; daarna zullen wij, de levenden die overblijven, samen met hen in wolken worden opgenomen de Heer tegemoet in [de] lucht; en zó zullen wij altijd met [de] Heer zijn. Vertroost daarom elkaar met deze woorden” (1 Thess. 4:16-18).
Zou iemand het grote geluk van dit ogenblik kunnen beschrijven? Op dit moment wachten wij! Zonder de dood te hoeven zien, door de onvoorstelbare grote macht van onze Heer, Die ons Zelf tegemoet komt, van deze aarde weggerukt te worden. Dat is nu onze eigenlijke christelijke hoop. Alle omstandigheden die met de aarde samenhangen; alles, dat ons vaak grote moeite bracht, of persoonlijk verdriet, lichamelijke gebreken of zorgen van andere aard; alles zal dan plotseling voorbij zijn.
Het mooiste is echter, dat wij onze Heer Zelf zullen zien. Hem, van Wie we lezen: “Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem lief” (1 Petr. 1:8), zullen we voor de eerste keer zien van aangezicht tot aangezicht, en … we zullen nooit meer van Hem gescheiden worden. Hij Zelf zal ons in het huis van de Vader brengen, samen met al de geliefde gestorvenen. Dáár, waar Hij is, zullen ook wij onze woonplaats hebben, voor eeuwig.
Ja, daarmee kunnen we elkaar pas echt vertroosten. Zullen we dat dan ook doen, dit jaar?
Geplaatst in: Christendom, Overdenking bijbeltekst, Toekomst
© Frisse Wateren, FW