Is het toegestaan om te bidden, dat iemand dood neervalt?
Dat iemand onder tucht komt?
Gebed is een prachtig instrument dat God ons gegeven heeft. Maar als je ziet dat iemand – gelovig of niet – zich slecht gedraagt, wat dan? Kun je, mag je, bidden dat God bij hem of haar “ingrijpt”?
Transcript van het audiobestand.
Let op: de volgende tekst is op een computer gegenereerd transcript van het audiobestand. Spraakherkenning kan soms onjuist zijn.
Ik las onlangs een artikel in de Frankfurter Allgemeine Zeitung met de kop: “Is het toegestaan om te bidden, dat Trump doodvalt?” Zoals we allemaal lezen, zien en weten, is er grote onrust in de Verenigde Staten. En wat er gebeurt onder de regering van Donald Trump is ook behoorlijk ‘veranderend.’ En toen vroeg iemand aan zijn dominee: <Is het toegestaan om te bidden dat Trump doodvalt?> en kreeg als antwoord, dat gebeden daar niet voor bedoeld zijn.
Nu, dat is waarschijnlijk voor ons allemaal duidelijk, maar het raakt wel een punt, dat we met onze gebeden eigenlijk nastreven. En we kennen allemaal mensen die ons voortdurend in de nek hijgen, die echt problemen veroorzaken, die een uitdaging vormen in het leven. En dat kunnen mensen zijn met wie we in onze directe omgeving te maken hebben. Maar het kunnen ook mensen zijn zoals regeringen, zoals ministers, enzovoort, die dingen doen die we fundamenteel verkeerd vinden en die heel, heel provocerend zijn, niet alleen in christelijke zin – want daar draait het immers in Amerika op dit moment helemaal niet om – maar ook wat betreft wat er met banen gebeurt, wat er met de economie gebeurt, wat er met de cultuur gebeurt, enzovoort.
En hier moeten we nadenken over welk doel ik met gebed nastreef. Sommigen zien het als een wapen, en als het positief wordt opgevat, kan daar zelfs iets in zitten, maar gebed is geen wapen, en zeker niet tegen of ten opzichte van anderen. Gebed is een prachtig instrument, dat God ons in de hand heeft gegeven, nee, of liever gezegd, in ons hart heeft gegeven, met het oog op wat we vervolgens via onze mond aan God, aan de Heer Jezus, kunnen uiten, bij voorkeur hoorbaar, maar ook wanneer het niet gehoord wordt. Er bestaat immers altijd het gevaar, dat we gebed misbruiken. Ik kan in het openbaar bidden, al is het in de kleinste openbare setting, zeg maar, in het gezin, om iemand door gebed te vermanen. Dat is zeker niet wat God ons wil leren over hoe we moeten bidden.
Ik kan hetzelfde doen in de samenkomsten van de gelovigen. Ik spreek een gebed uit, en eigenlijk richt ik mij niet in de eerste plaats tot God, maar ik richt mij tot de toehoorders, die ik een boodschap zou willen geven, of ik zou hen misschien wel iets mee willen geven, en wel in negatieve zin. En dat is niet wat God ons gegeven heeft. Hij gaf ons een prachtig instrument, waar we tot Hem mogen komen, waar we met Hem spreken kunnen. Met andere woorden, waar wij gemeenschap met Hem kunnen hebben, waar we een verbinding met Hem hebben, en waar we natuurlijk ook voor dingen mogen bidden in ons leven en in het leven van anderen, die tot zegen zijn. En dat moet het immers uiteindelijk zijn.
Laten we kort zes punten met betrekking tot gebed bekijken.
Ten eerste is de Heer Jezus het voorbeeld van gebed. Vooral in het evangelie van Lukas, waar Hij wordt voorgesteld als de Mensenzoon, zien we dat Hij steeds weer gebeden heeft, dat Hij bad voordat Hij wonderen verrichtte. Is Hij niet de Zoon van God? Toch bad Hij. Dat Hij bad voordat Hij de twaalf discipelen riep. We zien dus dat de Heer Jezus een prachtig voorbeeld is. Als Hij gebeden heeft, dan zouden wij dat ook moeten doen. Daarom moeten we naar Zijn gebeden kijken en ervan leren. Dat is het wat we mogen doen. Het is zeker één van de grootste tekortkomingen in ons leven, dat we niet genoeg bidden. Dat we niet op de manier – ik bedoel, met de gezindheid – bidden zoals de Heer Jezus dat gedaan heeft. Het gaat immers niet om welgevallige woorden of zinnen, maar het gaat er toch om onszelf op een manier te uiten die ook gepast is en gekenmerkt wordt door de vrees voor God. En we kunnen dit alles van de Heer Jezus leren door te observeren hoe Hij bad, wanneer Hij bad en waar Hij bad. De lengte van Zijn gebeden is ook opmerkelijk. Misschien wel het langste staat in Johannes 17 met de Vader. Dat was geen openbaar gebed. En dit alles laat ons ook zien hoe we kunnen en moeten handelen.
Ten tweede is het doel van gebed zeker om God te verheerlijken. Als ik een vers uit Kolosse 3 vers 17 mag citeren, waar Paulus zegt: “En al wat u doet, in woord of in werk, [doet] alles in [de] Naam van [de] Heer Jezus, terwijl u God [de] Vader door Hem dankt.” Dat betekent, dat gebed één van onze activiteiten is, één van de dingen die we doen. En we willen het doen in de Naam van de Heer Jezus. We willen het niet per se in woorden uitdrukken, maar we willen het toch op een wijze doen waardoor de Heer verheerlijkt wordt. Dat door gebed, dat wil zeggen door het antwoord op gebed, Christus groot wordt, dat God verheerlijkt wordt, dat Gods Naam werkelijk verheerlijkt wordt op deze aarde, in ons leven, in het leven van gelovigen, of in het algemeen. Laten we ons afvragen: is dit werkelijk het resultaat van gebed? Of bidden we om iets te kunnen hebben? We mogen tot God bidden. We mogen bidden om gezondheid, enzovoort. Maar laten we eens kijken in hoeverre we zelf op een eigenlijk egoïstische manier in het middelpunt van de belangstelling staan, of dat dit werkelijk iets is wat bedoeld is wat de Heer, wat God groot maken zal.
Ten derde is de aard van gebed, dat het onze afhankelijkheid en onze machteloosheid uitdrukt. Ook hier denk ik, dat de Heer Jezus het voorbeeld is. De Heer Jezus was niet machteloos, maar de Heer Jezus stelde Zich bewust afhankelijk van God. Nogmaals, Hij is God Zelf. Hij is de eeuwige Zoon van God. Hij kan beslissen, en dat deed Hij ook. In Markus 3 lezen we, dat Hij degenen tot discipelen riep, die Hij wilde. En Hij heeft dat recht. De Heer Jezus had een wil. En de Heer Jezus, omdat Hij God is, had ook het recht om Zich aan die wil te conformeren, die wil uit te drukken en naar die wil te handelen. En toch vinden we Hem zo vaak in gebed, zoals Psalm 109 zegt: “Ik was steeds in gebed.” Dat betekent, dat de Heer Jezus een bewuste afhankelijkheid van God in Zijn leven uitdrukte, en dat is gewoonweg prachtig. We zijn niet alleen afhankelijk; of we ons daarvan bewust zijn of niet, we zijn afhankelijk. We kunnen geen enkele stap zetten zonder dat God ons de levenskracht geeft om dat te doen. We zijn afhankelijk van Hem. En dat willen we in gebed uiten. Maar we zijn ook krachteloos. “Ik vermag alles door1 Hem die mij kracht geeft” (Fil. 4:13). Dat betekent dat we dit besef van afhankelijkheid nodig hebben; daarom bidden we. Het doel is dus om God te verheerlijken, maar met het besef, in het karakter, van afhankelijkheid, van krachteloosheid. Ik kan het niet bereiken, ik kan helemaal niets bereiken als God mij niet de kracht geeft, als Hij de dingen niet dienovereenkomstig leidt. En we willen dat bewust uitdrukken in gebed. En daarom kan ik immers niet tegen iemand bidden. Hoe zou ik tegen iemand kunnen bidden als ik zelf niet de kracht heb om mijn eigen leven te leiden?
Ten vierde denken we dan eraan vanuit een ander gezichtspunt, dat het doel zou moeten zijn om zegen te brengen. Zegen voor de mensen met wie we omgaan. Zegen voor onszelf. Zegenen gaat zeker niet over het op de een of andere manier verpletteren van anderen, maar ware zegen is dat God verheerlijkt wordt en ik in deze omgeving dan een leven kan leiden, dat tot eer van God is. Daarom bidden we voor overheden, zodat we een godvruchtig leven kunnen leiden, in stilte, in waardige ernst, in deze christelijke vrijheid om te doen wat tot eer van God is, om dat te doen wat tot onze zegen is. En dit geldt natuurlijk ook voor degenen die ons vijandig gezind zijn. Wat zegt de apostel Paulus in Romeinen 12 vers 14? “Zegent wie <u> vervolgen; zegent en vervloekt niet.” “Wreekt,” vers 19, “Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: ‘Aan Mij de wraak, Ik zal vergelden, zegt [de] Heer’. ‘Maar als uw vijand honger heeft, geef hem te eten; als hij dorst heeft, geef hem te drinken; want door dit te doen, zult u vurige kolen op zijn hoofd hopen.” Dit zou ons, ook in gebed, moeten motiveren, dat het werkelijk tot zegen is.
Ten vijfde in verband hiermee, bidden we ook voor onze vijanden. De Heer Jezus zei dit al in de zogenaamde Bergrede, Mattheüs 5 vers 44: “Maar Ik zeg u2: Hebt uw vijanden lief en bid voor hen die u vervolgen. “Hebt uw vijanden lief en bidt voor hen die u vervolgen.” Zijn wij zulken die bidden voor het goede, ook voor hen die ons onrecht hebben aangedaan? Laten we de regering van Trump als voorbeeld nemen. Hij heeft niets tegen deze specifieke persoon; hij kent hem helemaal niet eens. Maar hij doet dingen die misschien schadelijk kunnen zijn, nadelig voor de een of de ander. En dan bidden voor zo iemand is precies wat gebed is. Het gebed en wat God ons in ons leven heeft gegeven, is om tot welzijn van anderen te zijn. Is dat echt mijn motivatie om te bidden? Kent u mensen, misschien zelfs onder gelovigen, die u pijn hebben gedaan? Hoe bidt u voor hen? Wat bidt u voor hen? Met welk doel bidt u voor hen? Is het echt zoals deze paar passages het laten zien?
Ten zesde, mijn laatste punt, ja, er is ook discipline. Maar dat is een absolute uitzondering. Ik denk niet, dat dat een voorbeeld voor ons is. We lezen over Elia, waar staat, dat hij bad, dat er geen regen zou vallen. En toen viel er drie jaar en zes maanden lang geen regen. We zien dit in Jakobus 5 en in 1 Koningen 17, hoe gebed aan zijn spreken voorafging. En in zijn geval had hij daadwerkelijk de specifieke opdracht om tucht uit te oefenen, en hij heeft dat vooraf in gebed gebracht. Wij zijn niet het soort mensen, dat tucht over anderen zouden moeten, willen of mogen opleggen. Of toch wel? Nee, we bidden zeker niet, dat Trump of wie dan ook dood neervalt. We bidden, dat ze tot bekering komen. We bidden, dat ze iets doen wat tot eer van God is en niet dat ze zichzelf in het middelpunt plaatsen. Er bestaan ook vreemde ideeën over Trump als persoon, en ook over sommigen anderen, zelfs onder christenen, over hoe waardevol deze mensen zijn.
Ieder mens is waardevol voor God. Maar wat we van bepaalde mensen zien, daar kunnen we ons alleen maar van binnenuit van distantiëren. En toch bidden we voor hen. En toch willen we, dat ze zich bekeren; we wensen, dat ze zich omkeren, we willen, dat ze bijvoorbeeld een beleid voeren dat niet economisch is; dat gaat ons helemaal niets aan. Natuurlijk mogen wij daarover een oordeel hebben, wat mij betreft als experts. Maar dat ze iets doen wat ons christenen de vrijheid geeft om ons geloofsleven in vrede, in rust en vastberadenheid te leven. Zo willen we gebed juist begrijpen, we willen gebed juist gebruiken, we willen dit wonderbare instrument, dat God ons gegeven heeft, gebruiken op een wijze die tot eer van Zijn Naam is, tot zegen van de mensen met wie we omgaan en voor wie we bidden, en daarmee ook tot onze eigen zegen.
Manuel Seibel; © www.bibelpraxis.de
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW