18 jaar geleden
Ging David vreemd?
In onze dagen is “vreemd-gaan” schering en inslag. Zeker in de huidige westerse cultuur vindt men het normaal om op seksueel terrein van alles uit te proberen. Schaamte is er veelal niet. Zeker in de media niet. Zelfs onder Christenen komt een gevaarlijke gewenning aan deze heidense schaamteloosheid en zedeloosheid van velen om ons heen. Die normen en waarden – waar ook binnen onze regering zo mee geschermd wordt – vallen daar ook deze dingen onder? Misschien vindt u dit alles heel preuts en moet volgens u de sexuele vrijheid die in de zestiger jaren bevochten is, nog verder uitgediept worden. De Bijbel schetst het karakter van hen die “in het vlees leven en naar de begeerten van de mensen” als volgt: “… door te wandelen in losbandigheden, begeerten, dronkenschappen, zwelgpartijen, drinkgelagen en misdadige afgoderijen”. Het is niet zo moeilijk om daar ook onze tijd in te herkennen. Dan is het ook nog zo dat “zij vinden het daarbij vreemd, dat u zich niet mee stort in dezelfde uitspatting van liederlijkheid, en zij lasteren u” (1 Petrus 4:2-4). Ook vandaag heel herkenbaar immers! Zij die dit lezen en zich misschien storen aan wat de Bijbel hier zegt, nodig ik uit om toch vooral ook de rest van dit gedeelte niet over te slaan. Mogelijk kan het u helpen om van gedachten te veranderen. Voor het gemak citeer ik: “zij zullen rekenschap geven aan Hem die gereed staat levenden en doden te oordelen” (1 Petrus 4:5). Dit oordeel wordt door Jezus Christus uitgeoefend aan hen die niet in Hem geloven. Hij is daartoe door God Zelf aangesteld als Rechter. Maar Hij is wel een rechtvaardige rechter. Maar zij die in Hem geloven ontvangen vergeving van zonden door Zijn Naam (zie Handelingen 10:42-43; Johannes 3:16). Zij ontdekken dan dat Hij op Golgotha in hun plaats het rechtvaardig oordeel van God heeft gedragen. Wat het huwelijk betreft zegt de Bijbel onder andere dit: het huwelijk moet bij allen in “ere” zijn en het “huwelijksleven” onbezoedeld (Hebreeën 13:4). Hoeveel ellende is er nu al niet op dit gebied. Hoe komt dat? Welke gevolgen heeft dit? Zelfs David werd de handen niet boven het hoofd gehouden, toen hij zijn “kans” greep om met Bathséba “vreemd te gaan” …
David en Bathséba of de balans van een “ogenblik”
David was de man naar het hart van God. Hij was degene die God Zich uitgekozen had, om koning over Israël te zijn. Een man die vele ervaringen met zijn God verzameld had. Een, die verschillende geloofsbeproevingen doorstaan heeft. Een geloofsheld. En toch – ook deze man, David, viel in erge zonden. De Bijbel bericht daarvan om ons te waarschuwen!
Of wij de geloofskracht van David gehad zouden hebben, die hij in zovele situaties van zijn leven bewezen heeft? Of wij Saul gespaard hadden hem te doden – daar Saul toch David vervolgde, om hem uit te roeien? Of wij werkelijk om onze vervolger getreurd zouden hebben zoals David in 2 Samuël 1? Wanneer zo’n geloofsman in staat was echtbreker en moordenaar te worden, dan zouden wij des te meer op onze hoede moeten zijn. Want tot datgene, wat David gedaan heeft, zijn ook wij in staat. En zo snel als het bij David bergafwaarts ging, zo snel kan het ook bij ons bergafwaarts gaan.
Deze weg bergafwaarts heeft verschillende haltes, die in 2 Samuël 11 beschreven worden.
Een beetje slaap …
Het volk van Israël was onder de leiding van Joab ten oorlog getrokken tegen de Ammonieten. Maar waar was David, die als koning zijn volk van de heerschappij van zijn vijanden bevrijden moest? In plaats van het volk in de strijd aan te voeren, was hij in Jeruzalem gebleven. En wat deed hij daar? Hij rustte uit! Zo begon het allemaal. In Spreuken worden we tweemaal gewaarschuwd: “Een weinig slapen, een weinig sluimeren, een weinig handvouwen, al neerliggende; Zo zal uw armoede u overkomen als een wandelaar, en uw gebrek als een gewapend man” (Spreuken 6:10 en 24:33). David rustte uit – misschien maar een beetje. Maar dan komt hij een “gewapend man” tegen, om hem op een kwetsbare plaats te treffen. De begeerte van David werd opgewekt – omdat David “een weinig” had uitgerust.
En wij? Wanneer wij nalaten de Heer Jezus trouw en beslist te volgen, wanneer wij nalaten waakzaam te zijn, dan zullen ook wij met zo’n “gewapend man” te maken krijgen. De duivel zal proberen ons te verleiden (2 Korinthe 11:3). Of wij zullen onder het vlees – de zondige natuur in ons – bezwijken (Romeinen 7:17-18). Zolang wij met de hulp van God de duivel weerstaan, zal hij van ons vluchten (Jakobus 4:7). Zolang wij ons voor de zonde dood houden en in de Geest leven, zullen wij niet voldoen aan de begeerte van het vlees (Galaten 5:16). Maar zodra wij beginnen de dingen makkelijk op te nemen en uit te rusten, lopen wij het gevaar het onderspit te delven!
Hij zag …
Toen David van zijn bed opstond zag hij iets. Hij zag een vrouw, die zich baadde. Met deze aanblik wilde de duivel hem lokken. Dat is hem gelukt ook. En in David werd de begeerte van het vlees gewekt. David gaf aan deze begeerte toe! Of hij bij de eerste aanblik gezien heeft, dat deze vrouw een mooie vrouw was? Of hij misschien voor een tweede keer gekeken heeft – en daarbij iets nauwkeuriger dan bij de eerste keer?
De Heer Jezus verklaarde de discipelen in Mattheüs 6:22-23, dat het oog de lamp van het lichaam is. Wanneer het oog eenvoudig is, dan zal het hele lichaam licht zijn. Maar wanneer het oog boos is, dan zal het lichaam het oog snel volgen – het hele lichaam zal donker zijn. Hoeveel zal vandaag door onze ogen invloed op ons hele lichaam en op ons hele leven hebben! Geven wij acht op onze ogen en op dat, wat zij zien?
Welke tijdschriften bekijken wij? Waarvoor gebruiken wij de computer en het internet? Welke kanten van de bedrijfscatalogi of de vrijetijds-prospectussen geven wij de meeste aandacht? Vaak kunnen wij de eerste aanblik niet vermijden. Bij aankoop de reclamebiljettten of titelafbeelding, bij het passeren van een hoeveelheid wandkalenders, – daarvoor kunnen we nauwelijks weglopen. Maar volgen wij deze eerste blik dan verder – misschien de heimelijke klik op de volgende link? Wij moeten niet lichtvaardig met deze “blikken” omgaan – wij zouden anders de ervaringen van David in eigen leven moeten delen! Wanneer we de Heer Jezus om kracht bidden, zal Hij ons voor de tweede blik bewaren!
Wanneer de begeerte begonnen is …
Davids begeerte was gewekt. Dat, wat hij gezien had, wekte de lust in hem. Op zijn minst had David zich nu moeten beheersen. Maar helaas gaf hij aan zijn begeerte toe. Hij zendt boden om informatie in te winnen over deze vrouw, die hij gezien had. En tenslotte laat hij deze vrouw, Bathséba, halen – hoewel hij wist, dat zij getrouwd was.
Kennen wij deze ris? Falende waakzaamheid, die tot verkeerde blikken leidt? Begeerte die door deze blikken gewekt wordt? Hoe snel volgt dan op de begeerte een verkeerde gedachte! “Maar Ik zeg u, dat ieder die en vrouw aanziet om haar te begeren, al overspel met haar gepleegd heeft in zijn hart” (Mattheüs 5:28). Zo nauwkeurig neemt de Heer Jezus dit thema. Een blik, de begeerte, en dan de gedachte aan de begeerte toe te geven. Zo snel kan het tot een zonde in gedachten komen. Dan kunnen we nog stoppen, de zonde belijden en voor erger bewaard blijven. Gaan wij met zulke gedachten toch lichtvaardig om, dan is het slechts een kwestie van tijd, tot de gedachten door daden wordt gevolgd!
… baart zij de zonde!
David stopte niet. Hij gaf toe aan zijn begeerte. En wat was het gevolg? De begeerte werd “bevrucht” en zij baarde zonde (Jakobus 1:15). En de ene zonde werd snel opgevolgd door de volgende!
Wanneer Jakobus deze gang van zaken met een geboorte vergelijkt, dan maakt dat duidelijk, dat er veel innerlijke strijd mee verbonden is, tot de zonde “geboren” is. Daar is de gewapende man – het vlees, de zondige natuur in ons. Door de begeerte wil zij ons tot zondigen brengen. Maar er is ook de Heilige Geest in ons, die ons voor elke zonde bewaren wil. Een innerlijk conflict! Waar geven we aan toe? Wanneer wij verwerkelijken, dat het vlees gekruisigd is en in de Geest wandelen, zullen wij niet zondigen. Maar let op! Hoe nalatiger wij met onze blikken omgaan, des te meer wordt de Heilige Geest, Die in ons wil werken, uitgeblust. En dan zal snel het vlees de overhand krijgen.
Wanneer eenmaal de eerste zonde gebeurd is, dan volgen gemakkelijk volgende. David werd tot echtbreker. Natuurlijk mag men niet vergeten, dat ook Bathséba niet onschuldig is. Zij heeft – eveneens tegen beter weten in – in deze schanddaad toegestemd. Maar de meer voor God verantwoordelijke was ongetwijfeld David, want hij was koning en bijzonder bevoorrecht. Hij gaf zich veel moeite om de zonde van het echtbreken voor de mensen te verbergen! Zo volgde op de zonde van de echtbreuk tenslotte nog de zonde van moord.
De balans van het ogenblik
Een blik van de ogen van David heeft tot een ogenblik van “genot” gevoerd. Een kort plezier voor het vlees heeft David met Bathséba gehad. En wat was de balans van dit ogenblik? David heeft de gemeenschap met zijn God verloren. David heeft de rust van zijn geweten verloren. En hoe onrustig en gespannen probeerde hij, naar buiten toe er goed uitziende – zijn zonde te verbergen! Hoeveel was verloren! Een trouwe strijder onder het volk van God (Uria). De kracht tot getuigenis bij David – hoe moet hij tegenover de “medeweter” Joab gestaan hebben, toen deze hem de dood van Uria berichtte. Ook Bathséba stond aan de kant van de verliezers – zij verloor haar reinheid en eer als echtgenote. Zij verloor haar godvruchtige echtgenoot. En ook verloor zij de rust van het geweten.
David heeft zowel de gemeenschap met God als ook de rust van het geweten teruggevonden – en toch moest hij in zijn verdere leven onder de gevolgen van dit ogenblik lijden. Zijn kind moest sterven – en niet alleen het kind, dat hij bij Bathséba verwekt had. Hij moest viervoudig boeten. Uit zijn eigen gezin kwam ongeluk over hem. Tijdens zijn hele leven heerste oorlog tussen Israël en zijn vijanden. Een treurige balans van het korte ogenblik die de profeet Nathan aan David moet voorstellen (2 Samuël 12).
Ook wanneer wij het misschien niet willen toegeven – ook in ons leven kan de blans van een zondig ogenblik zulke gevolgen hebben. De schade die wij bij onszelf en anderen door een zonde veroorzaken, zal het “geluksgevoel” van het ogenblik verreweg overschaduwen, ook wanneer het misschien niet zulke ernstige gevolgen heeft als bij David! Om maar helemaal te zwijgen over de oneer van de naam van God, die met elke zonde verbonden is (vergelijk 2 Samuël 12:14).
Een vooruitzicht
Waarvan we in de verdere geschiedenis van David onder de indruk komen, is zijn niets ontziende belijdenis. Hij kende de weg terug en hij betrad die, zonder ook ergens maar iets te vergoeilijken. Dat was het geheim daarvoor, dat Davids leven weer een leven tot eer van God worden kon. Omdat David beleed, kon God hem vergeven. Omdat hij zijn zonden beleed en haar liet, kon hij barmhartigheid ervaren (Spreuken 28:13). En hoewel de gevolgen van zijn doen niet konden uitblijven, zo triomfeerde uiteindelijk toch de genade en barmhartigheid van God. Een zoon van Bathséba werd de opvolger van David op de koningstroon. Zij, die “de vrouw van Uria” (Mattheüs 1:6) geweest was, Bathséba, wordt in het geslachtsregister van de Heer Jezus genoemd. En in het verslag van het boek Kronieken wordt de zonde van David helemaal niet genoemd!
Dit vooruitzicht maakt onze verantwoording niet kleiner. Maar het laat ons nieuwe moed vatten, in ons leven door belijdenis “op te ruimen” en weer opnieuw waakzaam te zijn.
Christian Rosenthal, © Folge mir nach
Geplaatst in: Commentaren & personen, Huwelijk
© Frisse Wateren, FW
Ging David vreemd?
David en Bathséba of de balans van een “ogenblik”
David was de man naar het hart van God. Hij was degene die God Zich uitgekozen had, om koning over Israël te zijn. Een man die vele ervaringen met zijn God verzameld had. Een, die verschillende geloofsbeproevingen doorstaan heeft. Een geloofsheld. En toch – ook deze man, David, viel in erge zonden. De Bijbel bericht daarvan om ons te waarschuwen!
Of wij de geloofskracht van David gehad zouden hebben, die hij in zovele situaties van zijn leven bewezen heeft? Of wij Saul gespaard hadden hem te doden – daar Saul toch David vervolgde, om hem uit te roeien? Of wij werkelijk om onze vervolger getreurd zouden hebben zoals David in 2 Samuël 1? Wanneer zo’n geloofsman in staat was echtbreker en moordenaar te worden, dan zouden wij des te meer op onze hoede moeten zijn. Want tot datgene, wat David gedaan heeft, zijn ook wij in staat. En zo snel als het bij David bergafwaarts ging, zo snel kan het ook bij ons bergafwaarts gaan.
Deze weg bergafwaarts heeft verschillende haltes, die in 2 Samuël 11 beschreven worden.
Een beetje slaap …
Het volk van Israël was onder de leiding van Joab ten oorlog getrokken tegen de Ammonieten. Maar waar was David, die als koning zijn volk van de heerschappij van zijn vijanden bevrijden moest? In plaats van het volk in de strijd aan te voeren, was hij in Jeruzalem gebleven. En wat deed hij daar? Hij rustte uit! Zo begon het allemaal. In Spreuken worden we tweemaal gewaarschuwd: “Een weinig slapen, een weinig sluimeren, een weinig handvouwen, al neerliggende; Zo zal uw armoede u overkomen als een wandelaar, en uw gebrek als een gewapend man” (Spreuken 6:10 en 24:33). David rustte uit – misschien maar een beetje. Maar dan komt hij een “gewapend man” tegen, om hem op een kwetsbare plaats te treffen. De begeerte van David werd opgewekt – omdat David “een weinig” had uitgerust.
En wij? Wanneer wij nalaten de Heer Jezus trouw en beslist te volgen, wanneer wij nalaten waakzaam te zijn, dan zullen ook wij met zo’n “gewapend man” te maken krijgen. De duivel zal proberen ons te verleiden (2 Korinthe 11:3). Of wij zullen onder het vlees – de zondige natuur in ons – bezwijken (Romeinen 7:17-18). Zolang wij met de hulp van God de duivel weerstaan, zal hij van ons vluchten (Jakobus 4:7). Zolang wij ons voor de zonde dood houden en in de Geest leven, zullen wij niet voldoen aan de begeerte van het vlees (Galaten 5:16). Maar zodra wij beginnen de dingen makkelijk op te nemen en uit te rusten, lopen wij het gevaar het onderspit te delven!
Hij zag …
Toen David van zijn bed opstond zag hij iets. Hij zag een vrouw, die zich baadde. Met deze aanblik wilde de duivel hem lokken. Dat is hem gelukt ook. En in David werd de begeerte van het vlees gewekt. David gaf aan deze begeerte toe! Of hij bij de eerste aanblik gezien heeft, dat deze vrouw een mooie vrouw was? Of hij misschien voor een tweede keer gekeken heeft – en daarbij iets nauwkeuriger dan bij de eerste keer?
De Heer Jezus verklaarde de discipelen in Mattheüs 6:22-23, dat het oog de lamp van het lichaam is. Wanneer het oog eenvoudig is, dan zal het hele lichaam licht zijn. Maar wanneer het oog boos is, dan zal het lichaam het oog snel volgen – het hele lichaam zal donker zijn. Hoeveel zal vandaag door onze ogen invloed op ons hele lichaam en op ons hele leven hebben! Geven wij acht op onze ogen en op dat, wat zij zien?
Welke tijdschriften bekijken wij? Waarvoor gebruiken wij de computer en het internet? Welke kanten van de bedrijfscatalogi of de vrijetijds-prospectussen geven wij de meeste aandacht? Vaak kunnen wij de eerste aanblik niet vermijden. Bij aankoop de reclamebiljettten of titelafbeelding, bij het passeren van een hoeveelheid wandkalenders, – daarvoor kunnen we nauwelijks weglopen. Maar volgen wij deze eerste blik dan verder – misschien de heimelijke klik op de volgende link? Wij moeten niet lichtvaardig met deze “blikken” omgaan – wij zouden anders de ervaringen van David in eigen leven moeten delen! Wanneer we de Heer Jezus om kracht bidden, zal Hij ons voor de tweede blik bewaren!
Wanneer de begeerte begonnen is …
Davids begeerte was gewekt. Dat, wat hij gezien had, wekte de lust in hem. Op zijn minst had David zich nu moeten beheersen. Maar helaas gaf hij aan zijn begeerte toe. Hij zendt boden om informatie in te winnen over deze vrouw, die hij gezien had. En tenslotte laat hij deze vrouw, Bathséba, halen – hoewel hij wist, dat zij getrouwd was.
Kennen wij deze ris? Falende waakzaamheid, die tot verkeerde blikken leidt? Begeerte die door deze blikken gewekt wordt? Hoe snel volgt dan op de begeerte een verkeerde gedachte! “Maar Ik zeg u, dat ieder die en vrouw aanziet om haar te begeren, al overspel met haar gepleegd heeft in zijn hart” (Mattheüs 5:28). Zo nauwkeurig neemt de Heer Jezus dit thema. Een blik, de begeerte, en dan de gedachte aan de begeerte toe te geven. Zo snel kan het tot een zonde in gedachten komen. Dan kunnen we nog stoppen, de zonde belijden en voor erger bewaard blijven. Gaan wij met zulke gedachten toch lichtvaardig om, dan is het slechts een kwestie van tijd, tot de gedachten door daden wordt gevolgd!
… baart zij de zonde!
David stopte niet. Hij gaf toe aan zijn begeerte. En wat was het gevolg? De begeerte werd “bevrucht” en zij baarde zonde (Jakobus 1:15). En de ene zonde werd snel opgevolgd door de volgende!
Wanneer Jakobus deze gang van zaken met een geboorte vergelijkt, dan maakt dat duidelijk, dat er veel innerlijke strijd mee verbonden is, tot de zonde “geboren” is. Daar is de gewapende man – het vlees, de zondige natuur in ons. Door de begeerte wil zij ons tot zondigen brengen. Maar er is ook de Heilige Geest in ons, die ons voor elke zonde bewaren wil. Een innerlijk conflict! Waar geven we aan toe? Wanneer wij verwerkelijken, dat het vlees gekruisigd is en in de Geest wandelen, zullen wij niet zondigen. Maar let op! Hoe nalatiger wij met onze blikken omgaan, des te meer wordt de Heilige Geest, Die in ons wil werken, uitgeblust. En dan zal snel het vlees de overhand krijgen.
Wanneer eenmaal de eerste zonde gebeurd is, dan volgen gemakkelijk volgende. David werd tot echtbreker. Natuurlijk mag men niet vergeten, dat ook Bathséba niet onschuldig is. Zij heeft – eveneens tegen beter weten in – in deze schanddaad toegestemd. Maar de meer voor God verantwoordelijke was ongetwijfeld David, want hij was koning en bijzonder bevoorrecht. Hij gaf zich veel moeite om de zonde van het echtbreken voor de mensen te verbergen! Zo volgde op de zonde van de echtbreuk tenslotte nog de zonde van moord.
De balans van het ogenblik
Een blik van de ogen van David heeft tot een ogenblik van “genot” gevoerd. Een kort plezier voor het vlees heeft David met Bathséba gehad. En wat was de balans van dit ogenblik? David heeft de gemeenschap met zijn God verloren. David heeft de rust van zijn geweten verloren. En hoe onrustig en gespannen probeerde hij, naar buiten toe er goed uitziende – zijn zonde te verbergen! Hoeveel was verloren! Een trouwe strijder onder het volk van God (Uria). De kracht tot getuigenis bij David – hoe moet hij tegenover de “medeweter” Joab gestaan hebben, toen deze hem de dood van Uria berichtte. Ook Bathséba stond aan de kant van de verliezers – zij verloor haar reinheid en eer als echtgenote. Zij verloor haar godvruchtige echtgenoot. En ook verloor zij de rust van het geweten.
David heeft zowel de gemeenschap met God als ook de rust van het geweten teruggevonden – en toch moest hij in zijn verdere leven onder de gevolgen van dit ogenblik lijden. Zijn kind moest sterven – en niet alleen het kind, dat hij bij Bathséba verwekt had. Hij moest viervoudig boeten. Uit zijn eigen gezin kwam ongeluk over hem. Tijdens zijn hele leven heerste oorlog tussen Israël en zijn vijanden. Een treurige balans van het korte ogenblik die de profeet Nathan aan David moet voorstellen (2 Samuël 12).
Ook wanneer wij het misschien niet willen toegeven – ook in ons leven kan de blans van een zondig ogenblik zulke gevolgen hebben. De schade die wij bij onszelf en anderen door een zonde veroorzaken, zal het “geluksgevoel” van het ogenblik verreweg overschaduwen, ook wanneer het misschien niet zulke ernstige gevolgen heeft als bij David! Om maar helemaal te zwijgen over de oneer van de naam van God, die met elke zonde verbonden is (vergelijk 2 Samuël 12:14).
Een vooruitzicht
Waarvan we in de verdere geschiedenis van David onder de indruk komen, is zijn niets ontziende belijdenis. Hij kende de weg terug en hij betrad die, zonder ook ergens maar iets te vergoeilijken. Dat was het geheim daarvoor, dat Davids leven weer een leven tot eer van God worden kon. Omdat David beleed, kon God hem vergeven. Omdat hij zijn zonden beleed en haar liet, kon hij barmhartigheid ervaren (Spreuken 28:13). En hoewel de gevolgen van zijn doen niet konden uitblijven, zo triomfeerde uiteindelijk toch de genade en barmhartigheid van God. Een zoon van Bathséba werd de opvolger van David op de koningstroon. Zij, die “de vrouw van Uria” (Mattheüs 1:6) geweest was, Bathséba, wordt in het geslachtsregister van de Heer Jezus genoemd. En in het verslag van het boek Kronieken wordt de zonde van David helemaal niet genoemd!
Dit vooruitzicht maakt onze verantwoording niet kleiner. Maar het laat ons nieuwe moed vatten, in ons leven door belijdenis “op te ruimen” en weer opnieuw waakzaam te zijn.
Christian Rosenthal, © Folge mir nach
Geplaatst in: Commentaren & personen, Huwelijk
© Frisse Wateren, FW